Samenvatting: Grondbeginselen Der Sociologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondbeginselen der sociologie
-
1 Grondbeginselen der sociologie
Dit is een preview. Er zijn 65 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat verstaan sociologen onder instituties? Geef een voorbeeld van een institutie.
Vast, collectief bepaald patroon van gedragsvormen. Procedure volgens welke men bepaalde dingen (tradities, gewoonten, gebruiken) in een samenleving of groep doet omdat het zo hoort. Bijv. het gezin, want deze heeft een duidelijke structuur (rollen) en heeft een doel (reproductie, socialisatie). -
Wat verstaan sociologen onder definitie van een situatie?
Een interpretatie van en tegelijkertijd oordeel over een situatie berust uiteindelijk op een vergelijking. Men vergelijkt iets met wat vanuit de eigen situatie vertrouwd is en dat daarom als juist of normaal wordt aanvaard. -
Wat is self-destroying prophecy? Geef een voorbeeld.
Een aanvankelijk juiste definitie van de situatie die mensen ertoe brengt zich daarnaar te gaan gedragen, waardoor de juiste definitie van de situatie tenslotte onjuist wordt. Bijv. Een sterk eftal dat te veel op zijn krachten vertrouwt en door overmoed of gemakzucht alsnog een wedstrijd verliest van een zwakker elftal. De gedachte 'we winnen de wedstrijd op onze sloffen' heeft dus invloed op het gedrag van de spelers. -
Wat is self-fulfilling prophecy? Geef een voorbeeld.
Een aanvankelijk onjuiste definitie van de situatie die mensen ertoe brengt zich daarnaar te gaan gedragen, zodat de onjuiste definitie van de situatie tenslotte juist wordt. De voorspelling die zichzelf doet uitkomen.
Bijv. intelligente kinderen die vaak worden gezegd dat zij dom zijn of ongeschikt voor bepaalde vormen van voortgezet onderwijs gaan aan zichzelf twijfelen of ze raken gedemotiveerd. Hun prestaties worden dan minder goed dan ze hadden kunnen zijn. -
Wat heeft een positie met een rol te maken? Geef een voorbeeld.
Bij iedere positie die men bekleedt, hoort een bepaalde rol. Van een leerkracht wordt bijv. een bepaald gedrag verwacht en bepaalde normen en waarden die hij zal onderschrijven en voorleven. -
Welke soorten rolconflict kan men onderscheiden?
- Intern rollenconflict: vanuit het bekleden van één positie, dus vanuit een role-set. Bijv. de voorman in een bedrijf, die moet zowel voldoen aan de verwachtingen van de arbeiders als aan de verwachtingen van de bedrijfsleiding.
- Extern rollenconflict: Vanuit het bekleden van twee (of meer) verschillende posities, vanuit een rollenset. Bijv. Vrouwen die hun moeder-zijn combineren met een maatschappelijke carrière.
- Rollenwisseling: vanuit verschillende posities tegelijk. Bijv. een docent die ook vader is.
-
Wat is het verschil tussen een rol en een norm?
Een rol is het geheel van verwachtingen die leden van een maatschappij koppelen aan het bekleden van een bepaalde positie in deze maatschappij. En een norm is de manier waarop mensen in een samenleving of groep worden geacht zich te gedragen. -
Geef een omschrijving van het begrip waarden.
Waarden zijn voorstellingen die wij met anderen delen over wat juist en goed is en daardoor nastrevenswaardig. Bijv. Ik wil eerlijk zijn -
Geef een omschrijving van het begrip normen.
Normen (verwachtingen) zijn ideeën die leven in een bepaalde groep of gemeenschap en aangeven hoe men zich daarin dient te gedragen. Normen zijn gedragsregels of gedragsvoorschriften die uit waarden voortvloeien. -
Geef een omschrijving van het begrip belangen.
Belangen zijn opvattingen omtrent wat (vaak ten koste van anderen) in het voordeel is van specifieke individuen of groepen en daarom voor hen nastrevenswaardig zijn. Bijv. Ik wil geld hebben.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden