Samenvatting: Grondlagen Inkomstenbelasting | Boersma

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondlagen inkomstenbelasting | Boersma

• 2 Historie en grondslagen

• 2.1 Draagkrachtbeginsel

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de gedachte/ zijn de gedachten achter het draagkrachtbeginsel (2x) ?

  Het gaat hier om de gedachte dat mensen die veel financiële middelen en andere aardse goederen ter beschikking hebben, redelijkerwijs gesproken ook in staat moet worden geacht om relatief veel bij te dragen aan de gemene middelen. 
  Op de achtergrond speelt hierbij tevens de gedachte dat iemand die welvarend is, kennelijk ook relatief veel voordeel heeft getrokken van de prestaties die de overheid aanbiedt.

• 2.2 Ontwikkeling van de inkomstenbelasting

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe er handen en voeten wordt gegeven aan de invulling van het draagkrachtbeginsel is...

  Verschillend geweest per tijd/plaats.. Zo werd er vroeger ook wel gekeken naar het aantal bediendes of het aantal vensters om vast te stellen hoe draagkrachtig diegene was.

• Welke grondslag van het draagkrachtbeginsel speelt een belangrijke rol voor accijnzen? 

  Er wordt gekeken naar de verteringen

• Waarom komt/kwam van het draagkrachtidee van bij de accijnsheffing uiteindelijk weinig terecht? (2x)

  1. Accijnzen werden vooral geheven van de eerste levensbehoeften, waardoor ze onevenredig zwaar drukten op de arme lagen van de bevolking.
  2. Accijnzen werden naar hun aard niet geheven van renten, huren en dividenden, zodat de bezittende klasse belastingvrij vermogen kon opbouwen.

• 2.3 Nederland

• Wie wordt er in verband gebracht met de invoering van de inkomstenbelasting?

  N. Pierson. Hij wist toen hij minister van Financiën was, het Parlement ertoe over te halen een inkomstenbelasting in te stellen die uiteenviel in twee hefftingen; de vermogensbelasting (inkomsten uit vermogen) en de bedrijfsbelasting (ter zake van overige inkomsten).

• 2.4 Van gesplitste nar synthetische inkomstenbelasting

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• De vroegere wetgeving waar Pierson mede-verantwoordelijk voor was, werd opgevolgd door de Wet op de inkomstenbelasting 1914, waarin alle soorten inkomsten gezamenlijk naar één tarief werden belast. Hoe wordt dit genoemd?

  De synthetische inkomstenbelasting

• Wat houdt een systeem in dat analytisch wordt genoemd?

  Verschillende inkomensvormen werden volgens uiteenlopende regels belast.

• In de Wet inkomstenbelasting 2001 kan één box gezien worden als de terugkeer naar het systeem van Pierson. Om welke box gaat het hier en waarom?

  Het gaat om box III; Net als bij Pierson gaat het uit van een fictieve opbrengst van 4% van de waarde van het vermogen.

• Zelf: Vlaktaks is een voorbeeld van een sterk analytisch/synthetische vorm van belastingheffing  

  Synthetisch; alle inkomsten worden naar één tarief belast.

• 2.5 Loon- en dividendbelasting

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer iemand, behalve loon, ook andere inkomsten geniet,dan ....

  Moet hij aangifte doen van het totale inkomen en wordt de geheven loonbelasting verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting