Samenvatting: Grondrechten | Jurisprudentie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondrechten | Jurisprudentie

  • 1 EHRM Vo vs Frankrijk

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het antwoord op de kernvraag en waarom is dit het antwoord?

    Frankrijk heeft art. 2 EVRM niet geschonden. Er is een zekere appreciatiemarge van nationale organen, waardoor de Staat zelf bepaald wanneer er sprake is 'leven' in de zin van art. 2 EVRM. Blijkbaar heeft Frankrijk bepaald dat er bij het ongeboren nog geen sprake is van 'leven' in de zin van art. 2 EVRM en daarom heeft zij geen wetgeving op grond van dit artikel hoeven stellen.
  • Wat is de reden voor dergelijke appreciatiemarge?

    1) Er is nog geen meerderheid van de aangesloten partijen bij het EVRM die het met elkaar eens zijn over bescherming van het ongeboren kind
    2) Er bestaat geen Europese algemene consensus over de wetenschappelijke en legale definitie van wanneer het leven daadwerkelijk begint
  • Op welk grond deed mw. Vo een beroep?

    Mw. Vo deed een beroep op het recht op leven (art. 2 EVRM)
  • Welke gedraging van de overheid maakte volgens de klaagster inbreuk op dit grondrecht?

    De overheid had geen mogelijkheid in de wet om de in haar specifieke gebeurde situatie strafbaarstelling te laten plaatsvinden. Zij zag dit als het schending van art. 2 EVRM. De overheid heeft hier volgens haar nagelaten te handelen dit recht te beschermen.
  • Is het Hof van oordeel dat het grondrecht geschonden is?

    Art. 2 benoemd het recht op leven. Wanneer er sprake is van leven is niet gepositiveerd. Hier zijn dan ook veel verschillende inzichten over binnen Europa en er is al helemaal niet een meerderheid die een consensus vormen hierover. Daarom geeft het Hof hier een marge of appreciation aan de lidstaten. De lidstaten mogen zelf bepalen wanneer er sprake is van leven. In frankrijk was er in dit geval nog geen sprake van leven. En dus is art. 2 EVRM niet geschonden. Er waren voor mw. Vo wel andere mogelijkheden om de arts te vervolgen.
  • 2 HR Rasti Rostelli I

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Op welk grondrecht deed Universal Star Production GmbH een beroep?

    Universal Star Production GmbH deed een beroep op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM, art. 7 Gw)
  • Was in dit geval sprake van 'horizontale werking'van dit grondrecht?

    Hoewel de overheid of andere staatsrechtelijke instanties privaatrechtelijke overeenkomsten kan sluiten, moeten zij altijd het algemeen belang behartigen en daarom kan de uitoefneing van de contractsvrijheid door de overheid niet op één lijn gesteld worden met die door een particulier. Zij moeten altijd de beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen. Er was daarom in dit geval ook geen sprake van horizontale werking van dit grondrecht, maar van een verticale werking.
  • Had de gemeente Rijssen haar beleid kunnen rechtvaardigen door zich te beroepen op haar eigen vrijheid van godsdienst?

    De gemeente is ten alle tijden gehouden het algemeen belang te dienen. Dit betekent dat zij niet uit mag gaan van haar eigen godsdienst, maar neutraal moet zijn. De gemeente had de beperking op deze grond dus niet kunnen rechtvaardigen.
  • 3 Hof Rasti Rostelli II

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke opzicht is dit arrest aanvullend op het arrest Rasti Rostelli I?

    Het arrest Rasti Rostelli II vormt een belangrijke aanvulling op Rasti Rostelli I. Van een ongeoorloofde beperking van de uitingsvrijheid is geen sprake wanneer een door de gemeente beheerd theater een voorstelling weigert op gronden die niet met de inhoud te maken hebben.
  • Waarom is dit arrest anders beoordeeld dan Rasti Rostelli I?

    Het is niet aannemelijk dat de weigering van de zaalverhuur in dit geval op de aard, de inhoud of de kwaliteit van de voorstelling is gebaseerd. Dit was wel het geval bij Rasti Rostelli I. Daarnaast is het niet aannemlijk gemaakt dat de weigering in strijd is met ander beginselen van behoorlijk bestuur.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart