Samenvatting: Grondslagen Belastingheffing Voor Ondernemingen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondslagen Belastingheffing voor Ondernemingen

• 1 Ondernemingsbegrip en Ondernemersbegrip

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de stappen om de belastbare winst uit onderneming te berekenen (art. 3.2 Wet IB 2001)

  • Winst per subjectieve onderneming vaststellen (3.8 tm 3.73)
    
  • Winst van de subjectieve ondernemingen bij elkaar optellen 
  • Som verminderen met ondernemersaftrek (3.74 tm 3.79)
  • Uitkomst verminderen met MKB-Winstvrijstelling

• Welke twee manieren van winstbepaling zijn er

  1. Totaalwinst gedachte 3.8 IB
     
  2. Goed Koopmansgebruik 3.25 IB

• Wat zijn de voorwaarden voor een objectieve onderneming?

  1. Zelfstandige
     
  2. Duurzaam bedoelde activiteit (bnb 2001/88 huisarts)
  3. Gericht op risicodragende deelname
  4. Aan het economische verkeer

• 2 Totaalwinst

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke twee arresten vertellen wat een informele kapitaalstorting is

  • Zweedse grootmoeder arrest (BNB 1978/252) (lening zonder rente is informeel kapitaal) (controleer dit nog na/tijdens college)
    
  • BNB 1986/295 (niet erkend informeel kapitaal) (Lening van DGA aan BV, zonder zakelijke rente, hoort gewoon bij winst van BV)

• Wat is er af te leiden uit de twee Cessna-arresten? (BNB 1983/202 en BNB 2002/210)

  Kosten, zijn geen ondernemingskosten, als geen redelijk denkend ondernemer deze kosten zou maken. Spreekt het arrest BNB 1955/348 wel tegen.

• Wat volgt er uit het Renpaarden arrest? BNB 2002/290

  Pas geen zakelijke uitgave, indien en voor zover, zij zijn gedaan ter persoonlijke bevrediging van de aandeelhouders.

• Wat betekent het nominalistisch winstbegrip?

  Euro=euro regel: betekent de facto dat er geen rekening wordt gehouden met inflatie.

• Wat zijn de carry back en carry forward termijn in de IB?

  3 jaar carry back en 9 jaar carry forward

• Welke 3 punten zijn belangrijk voor de allocatie van vermogensbestandsdelen

  
  Causaliteit: BNB 1955/138 (notarisarrest)
  Finaliteit: BNB 1957/196 (Rode Kruisarrest)
  Milieu: BNB 1990/20 (Seksueel misbruik)

• 3 Jaarwinst

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de drie hoofdbeginselen van Goed koopmansgebruik?

  • Realiteit 
    
  • Voorzichtigheid 
  • Eenvoud