Inleiding Europees Belastingrecht

22 belangrijke vragen over Inleiding Europees Belastingrecht

Noem het toetsingskader HvJ EU EU-verdragsvrijheden

  1. Toegang tot EU-recht?
  2. Discriminatie/belemmering?
  3. Geldige rechtvaardigheidsgrond?
  • Zo ja, maatregel geschikt om doel te bereiken?
  • Zo ja, maatregel evenredig en proportioneel (=minder bezwarende manier)?
Ja - fiscale maatregel die niet in strijd is met Europese verdragsvrijheden

Nee - strijdigheid met EUropese verdragsvrijheden. Belasingplichtige heeft reccht op dezelfde binnenlandse behandeling.

Wat is een belemmering (VwEU)

Een maatregel die de uitoefening van één van de vrijheden bemoeilijkt of minder aantrekkelijk maakt zonder dat daarvoor een objectieve rechtvaardigheidsgrond bestaat

De volgende redenen zijn GEEN rechtvaardigheidsgrond (plus een voorbeeld van jurisprudentie)

  • Voorkomen van derving belastinginkomsten (Melicke)
  • Ontbreken wederkerigheid (avoir fiscal) andere landen, dus wij doen het ook
  • Voorkomen van administratieve moeilijkheden (Stauffer)
  • Geen harmonisatie (SEVIC systems)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De volgende redenen zijn WEL een rechtvaardigheidsgrond (plus jurisprudentie)

  • Het territorialiteitsbeginsel: inwoners voor wereldwinst en niet-inwoners voor de bronnen uit de lidstaat. Dit is objectief gerechtvaardigd.
  • Behoud van fiscale coherentie (Stauffer, Papillon, Wielockx). (vb. fiscale voordelen, dan ook de nadelen mbt. verliesverrekening, gefaciliteerde pensioenopbouw e.d.)
  • Behoud van een evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstaten (N.-zaak, Marks & Spencer, Oy AA, Lidl Belgium, X Holding, Haribo, National Grid Indus)
  • Voorkomen internationaal dubbele verliesverrekening door woonstaat (Marks & Spencer, Deutsche Schell, Lidl Belgium)
  • Bestrijden van belastingontwijking (volstrekt kunstmatige constructies) (X&Y, Halifax, Cadbury Schweppes, Part Service, Amplischientifica, SGI, Foggia)

Is het voorkomen van internationaal dubbele verliesrekening door de bronstaat toegestaan? (incl jurisprudentie)

Nee (Philips electronics)Als een verlies ontstaat in de bronstaat en je weigert verrekening omdat dit verlies ook in de woonstaat kan worden genomen. Dit keurt het HvJ niet goed. Je mag verliesverrekening niet beperken omdat het een buitenlander is.

Moet internationaal dubbele verliesverrekening voorkomen worden door de woonstaat? (incl. jurisprudentie)

Ja, tenzij dit verlies definitief is. (Marks & Spencer, Deutsche Shell, Lidl Belgium).

Grensoverschrijdende verliesverrekening hoeft de woonstaat niet toe te staan omdat er dan een risico is dat er twee keer verliezen worden afgetrokken. Bij definitieve verliezen kan dit niet het geval zijn omdat die dochter in het buitenland haar onderneming gestaakt heeft.

Wanneer geldt het bestrijden van belastingontwijking als objectieve rechtvaardigheidsgrond? (incl. jurisprudentie)

Als het gaat om volstrekt kunstmatige constructies die geen verband houden met de economische realiteit en die bedoeld zijn om de belasting te ontwijken die normaal verschuldigd is over winsten uit activiteiten op het nationale grondgebied

Jurisprudentie: X&Y, Halifax, Cadbury Schweppes, Part Service (mogelijk ondanks aanwezigheid economische doelen als marketing, organisatie en garantie), Ampliscientifica, SGI, Foggia (uit vermindering van de administratieve beheerskosten voortvloeiende besparing van structurele kosten vormt (bij fusie) niet per definitie een afdoende zakelijke overweging)

Mag er gebruik gemaakt worden van verschillen tussen belastingstelsels? (incl. jurisprudentie)

Ja, dit vloeit voort uit ontbreken van harmonisatie binnen de EU (Eurowings, Cadbury)

Is behoud van effectieve fiscale controle een objectieve rechtvaardigheidsgrond? En wat zijn de voorwaarden? (incl. jurisprudentie)

Ja, maar beroep op EU administratieve bijstandrichtlijn is minder belemmerend voor belastingplichtige en daarom meer proportioneel (Futura, Labaratories Fournier, Elisa, Prunus)

Wat zijn de basisvragen die Europees belastingrecht toevoegt?

MAG Nederland heffen o.g.v. Europees recht?
1.Subject
  1. Toegang tot het Europese recht
2. Object
  1. Fundamentele vrijheden VWEU
  2. Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
  3. Richtlijnen
  4. EU economische samenwerkingsverdragen met non-EU lidstaten
3. Gevolgen van strijd met Europees recht
  1. Bepaling is onverbindend voor zover in strijd met Europese recht
  2. Analoge toepassing door rechter van beschikbare bepaling (indien niet mogelijk: bepaling door rechter mogelijk geheel buiten toepassing laten.
  3. Eventuele schadevergoeding

Wat is een standstill bepaling?

Dit is een bepaling die ervoor zorgt dat er vanaf het moment van inwerkingtreding van een verdrag geen nieuwe beperkende maatregelen mogen worden ingevoerd

Noem 3 internationale verschijningsvorm van economisch dubbele belasting

  1. Inkomensverwervende uitgaven waarvoor de betaler geen aftrek krijgt, doch de ontvanger wel belast wordt. Denk aan royaltybetalingen van D aan M.
  2. Internationaal deelnemingsdividend. Hiervoor kennen we in de EU de moeder-dochterrichtlijn
  3. Internationale gevallen van transfer-pricing waarbij de twee staten van mening verschillen omtrent de juiste transferprijs als gevolg waarvan een deel van de winst samenhangend met een transactie tussen twee verwante in uiteenlopende staten gevestigde lichamen tegelijkertijd bij bide partijen worden belast.

Wat zijn de vijf rechtvaardigheidsgronden die het HvJ toestaat?

  1. De benodigdheid van effectieve fiscale supervisie (de nationale administratie moet controle uit kunnen voeren, zie de zaken Futura, Passenheim-van Schoot)
  2. Om fiscale coherentie te bewaren, toegewezen in de Bachmann zaak
  3. Om de belastingheffing in balans te houden
  4. Om misbruik te voorkomen
  5. De zinloosheid van de regel in binnenlandse situaties

Noem de 8 stappen van de test van de rule of reason (HvJ)

  1. Heeft de persoon verdragstoegang
  2. Is er sprake van een schending van de verdragsvrijheden
  3. Is er iets geregeld op EU-niveau betreffende dit geval, is er geharmoniseerde wetgeving?
  4. Maakt de beperkende maatregel onderscheid tussen binnenlandse en geïmporteerde goederen?
  5. Wordt met de maatregel het publieke belang gediend?
  6. Is de maatregel rechtvaardig? (5 rechtvaardigheidsgronden HvJ)
  7. Is de beperkende maatregel geschikt
  8. Is de beperkende maatregel proportioneel?

Welke zaken gaan over de vrijheid van dienstenverkeer?

Bachmann, Eurowings en Skandia

Welke zaak gaat over de vrijheid van personenverkeer?

Baars

Welke zaken gaan over de vrijheid van kapitaalverkeer?

Haribo, Salinen (beroep op gebrek aan wederkerigheid, dus afgewezen)
Thin Cap en Skatteverkent (doel nationale wetgeving doorslaggevend)

Wat zijn de vier punten waaraan voldaan moet worden om te spreken van staatssteun?

  1. De maatregel levert bepaalde geadresseerden een voordeel op
  2. Deze maatregel kost de staat geld
  3. Competitie en handel tussen landen wordt beïnvloed
  4. De maatregel is selectief in het aantal mensen/goederen dat voordeel genieten.

Wat is het verschil tussen IBR en EU-recht?

IBR brengt verschil aan tussen een belastingplichtige die in dezelfde jurisdictie blijft ten opzichte van de belastingplichtige die zijn jurisdictie verlaat, terwijl het EU-recht deze posities juist als vergelijkbaar met elkaar ziet.

Oftewel, het OMV bevat een voorbeeldverdrag dat discriminatie op nationaliteit verbiedt, maar wel discrimineert op inwonerschap. Het EU-recht daarentegen verbiedt een andere behandeling van niet-inwoners, omdat het niet moet uitmaken of je grensoverschrijdend gaat werken of niet.

Wat lijken de drie basisveronderstellingen te zijn bij het HvJ?

  1. Dubbele belasting als gevolg van het niet-discriminerend toepassen van verschillende belastingjurisdicties kan niet opgelost worden met verdragsvrijheden (dispariteit)
  2. De verdragsvrijheden garanderen niet dat het opzetten van een bedrijf in het buitenland geen negatief belastingeffect heeft, zie voor natuurlijke personen de zaak Schempp en voor bedrijven de zaak Krankenheim.
  3. Lidstaten zijn niet verplicht om hun systeem zo aan te passen om dislocaties en dispariteiten weg te nemen.

Non-discriminatie is het vertrekpunt van het HvJ. Wat zijn de 3 vragen waaraan zij daarna toetst?

  1. Maakt de belastingmaatregel onderscheid tussen de grensoverschrijdende en de binnenlandse situatie op een discriminerende wijze? Het opstellen van belastingwetgeving is overgelaten aan de lidstaten, maar de uitvoering daarvan kan wel onderzocht worden door het HvJ. Niet-inwoners mogen minder belast worden dan inwoners, maar niet meer.
  2. Is er een rechtvaardigheidsgrond? 2 typen redenering:
  • Het behouden vna de volledigheid van de belastinggrondslag, fiscale coherentie
  • Het behouden van effectieve fiscale supervisie. De grond voor deze rechtvaardiging wordt kleiner als de uitwisseling van info tussen landen beter wordt.
  1. Is de maatregel proportioneel?

Aan de hand van welke vragen beoordeel je of iemand liable to tax is in het andere land? (BNB 2007/38)

  1. Aan de hand van het buitenlandse recht moet worden vastgesteld of sprake is van full tax liability
  2. Is de belastingplichtige daadwerkelijk als inwoner in de belastingheffing betrokken, dan geldt voor de rechter als uitgangspunt dan de belastingplichtige op grond van de buitenlandse wetten aan de belastingheffing is onderworpen en zodoende een beroep op het verdrag kan doen.
  3. De inspecteur kan zich aan dit uitgangspunt onttrekken als hij aannemelijk maakt dat:
  • De gegevens van het inwonerschap in het buitenland onjuist of onvolledig zijn
  • De heffing in redelijkheid niet op enige regel van het buitenlands recht kan zijn gestoeld

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo