Het object van de heffing
20 belangrijke vragen over Het object van de heffing
Wat is het object van heffing volgens art. 7 Wet VPB?
Waarnaar wordt verwezen voor het winstbegrip volgens art. 8 lid 1 en 2 Wet VPB 1969?
Wat zijn de uitzonderingen op het winstbegrip uit de IB?
- Als door het verschil tussen natuurlijke ersonen en rechtspersonen de ib-bepalingen niet zonder meer op VPB-plichtige lichamen kunnen worden toegepast.
- Als de Wet VPB of art. 3.65 Wet IB anders bepaalt. De Wet VPB doet dit o.a. in art. 9 en 10 (niet aftrekbaarheid kosten), art. 10a (rente betaald aan een verbonden persoon bij debiteur niet aftrekbaar), art. 13 (deelnemingsvrijstelling).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welk onderscheid maakt de wet VPB in de vermogensvergelijking
Wat is het meest kenmerkende verschil tussen eigen en vreemd vermogen?
Wat zijn de 4 onderscheidende kenmerken van eigen vermogen ten opzichte van vreemd vermogen
- De looptijd van de schuld
- De afhankelijkheid van de vergoeding van de winst
- De zeggenschap in de vennootschap
Wat is de kern van het Unilever arrest?
3 uitzonderingen:
- Schijnlening
- Deelnemerschapslening
- Bodemlozeputlening
Wat is de kern van het arrest BNB 1998/208 (schuld met kenmerken EV)
Uitzonderingen als er sprake is van in zekere mate deelhebben in de schuldenaar -> wanneer aan alle drie de voorwaarden is voldaan:
-Sprake van een winstafhankelijke vergoeding
- Sprake van achterstelling bij alle concurrente schuldenaars
- Schuld heeft geen vaste looptijd, maar is slechts opeisbaar bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie.
Aan welke criteria moest volgens de HR niet vastgeklemd worden?
Wanneer mag een geldverstrekking in de civielrechtelijke vorm van een lening gezien worden als eigen vermogen?
- Er sprake is van een bodemloze put, of
- cumulatief aan de volgende eisen is voldaan:
* er is sprake van een bijna winstafhanklijke vergoeding. Het gaat daarbij om de verschuldigdheid van de rente en niet de uitbetaling.
* Er sprake is van achterstelling bij alle concurrente schuldeisers
* De schuld een looptijd heeft langer dan 50 jaar. Opeisbaarheid in geval van faillissement, surseance van betaling of liquidatie is geen probleem.
Oftewel, er is dus een aansluitende grens tussen eigen vermogen en vreemd vermogen.
Wat is de conclusie van BNB 2014/79 (redeemable preference shares) en 2014/80 (banken syndicaat)?
Bankensyndicaat-arrest: risicodragend karakter is civielrechtelijk het kenmerk van (aandelen)kapitaal.
Redeemable preference shares-arrest: Als civielrechtelijk sprake is van kapitaal en er geen herkwalificatie plaatsvindt in een lening ook niet als er sprake is van een verplichte inkoop.
Wat houdt het arm's length beginsel in?
Wat moet er gebeuren als er geconstateerd wordt dat er sprake is van een onzakelijke lening?
BNB 2012/37: de rentecorrectie mag niet onbeperkt plaatsvinden als het gevolg daarvan zou zijn dat de rente in wezen winstdelen wordt.
Wat gebeurt er als er geen rente kan worden bepaald waaronder een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken?
Wat is het gevolg als de rente verschuldigd blijft bij een onzakelijke lening?
Wat zijn de twee directe consequenties van een onzakelijke lening?
- Verliezen op de lening zijn niet aftrekbaar
- Rente op die lening moet worden gecorrigeerd
Kan er sprake zijn van een onzakelijke lening, indien de geldverstrekker niet gelieerd is aan de geldontvanger?
Op welk moment moet worden getoetst of een lening onzakelijk is?
Wat zijn de substance eisen uit art. 8b VPB?
- Er moet sprake zijn van verbondenheid met het concern
- Geldleningen of rechtsverhoudingen moeten 'rechtens dan wel in feite direct of indirect met elkaar samenhangen
- De vennootschap moet geen reëel risico lopen.
Wat zijn (samengevat) de voorwaarden van de HIR?
- De HIR kan slechts worden gevormd voor bedrijfsmiddelen en niet voor voorraad
- De belastingplichtige moet een voornemen tot herinvestering hebben
- Voor bedrijfsmiddelen die niet of in in meer dan tien jaar worden afgeschreven, geldt dat het het vervangende bedrijfsmiddel eenzelfde economische functie moet binnen de onderneming moet vervullen.
- Boekwaarde-eis: fiscale boekwaarde van vervangende bedrijfsmiddel mag niet lager zijn dan de fiscale boekwaarde van het verkochte bedrijfsmiddel.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden