Samenvatting: Grondslagen Vermogensrecht | 9789001593360 | A M M M van Zeijl, et al

Samenvatting: Grondslagen Vermogensrecht | 9789001593360 | A M M M van Zeijl, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Grondslagen Vermogensrecht | 9789001593360 | A. M. M. M. van Zeijl; M. P. L. Adriaansen

  • 1 Enige gronbegeinselen

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.1.2 Dwingend en aanvullend (regelend) recht

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is dwingend recht en welke sanctie volgt daarop?

    Dwingend recht betekent dat niet van de rechtsregel mag worden afgeweken. De sanctie op overtreding van een regel van dwingend recht is nietigheid van de betreffende (rechts)handeling.
  • Wanneer is aanvullend of regelend recht geldig?

    Aanvullend of regelend recht is slechts van toepassing voor zover partijen zelf geen regeling hebben getroffen. Regels betreffende overeenkomstenrecht uit Boek 6 BW zijn hoofdzakelijk van aanvullend of regelend recht.
  • 1.2.1 Wet

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Rangorde wettelijke regelingen:

    1. Hogere regelingen gaan boven lagere regelingen. (bovenaan wet in formele zin, dan de AMvB, daarna ministeriële regeling, de provinciale verordening en de gemeentelijke verordening.
    2. Jongere regelingen gaan voor oudere regelingen. 
    3. Regelingen die voor een bijzonder geval gegeven zijn, gaan voor de algemene bepalingen. (Bijzondere nakoming verbintenissen uit boek 7 gaan voor de algemene bepalingen uit boek 6 BW). 
  • 1.2.2 Internationale regelingen

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn verdragen en vanaf wanneer ontstaat er gebondenheid?

    Verdragen zijn overeenkomsten tussen twee of meer landen. Er ontstaat gebondenheid aan deze verdragen nadat goedkeuring is verleend door de Staten-Generaal (art. 91 GW).
  • Internationaal privaatrecht (IPR)

    Het internationale privaatrecht bevat regels voor het oplossen van conflicten die kunnen ontstaan tussen de rechtsregels van de verschillende landen. NL regels van het IPR zijn geregeld in BW 10.
  • 1.2.4 Gewoonterecht

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee voorwaarden gelden voor gewoonterecht?

    • Gewoonte moet lange tijd in bepaalde kring zijn gevolgd.
    • Daarnaast moet de overtuiging door het lange gebruik zijn ontstaan dat men overeenkomstig de regel moet gedragen. (zie art. 248 Boek 6 BW voor gewoonte en 618 Boek 7 BW gebruikelijk loon).
  • 1.3.1 Personen- en familierecht en rechtspersonen (Boek 1 en 2)

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Boek 1 en 2 behandelen de rechtssubjecten.

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (2:3 BW privaatrechtelijke rechtspersoon en 2:1 BW laatste is publiekrechtelijke rechtspersonen). In 2:2 BW zijn kerkgenootschappen geregeld (zijn niet privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen).
  • Wat betekent dat rechtssubjecten rechtsbevoegd zijn?

    Dat het dragers van rechten en plichten zijn. Via art. 2:5 BW hebben rechtspersonen rechtsbevoegdheid.
  • 1.3.3 Internationaal privaatrecht (Boek 10)

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer is boek 10 van toepassing?

    Boek 10 is alleen van toepassing voor landen die geen deel uitmaken van de EU en waarmee Nederland geen internationaal verdrag heeft gesloten. (beperkt tot het zogeheten conflictenrecht).
  • 2 Vermogensrecht algemeen

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Een zaak kan volgens 3:3 roerend of onroerend zijn. Wat behoort er tot een zaak?

    - Al datgene dat volgens de verkeersopvatting een onderdeel van een zaak uitmaakt;

    - Datgene dat zo hecht met de hoofdzaak is verbonden dat het zonder beschadiging niet kan worden verwijderd.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart