Startpagina / Samenvattingen / GSOC / 2006-sapienza-survival

Sapienza, H.J., Autio, E., George, G., & Zahra, S.A. (2006)

11 belangrijke vragen over Sapienza, H.J., Autio, E., George, G., & Zahra, S.A. (2006)

Wat is Process Theory of Internationalization (PTI), volgens Sapienza et al, (2006)?

Dit is een step-by-step approach van internationalisering. Hierbij gaat men ervan uit dat internationalisering een incrementeel process is. Volgens PTI theorie is het slecht om vroeg internationaal te gaan, omdat de firm kennis moet vergaren over de markten op voornamelijk cultureel vlak. Daarnaast moeten er ook meer resources toegepast worden om dit process te slagen.

Wat zijn volgens PTI theorie de 6 stappen van internationalisering?

1. Export
2. Distribution
3. Licensing
4. Franchsing
5. Joint venture
6. Subsidary.

Wat is het International Venture Theory (INV), volgens Sapienza et al, (2006)?

Dit zijn bedrijven die de step-by-step approach voor internationalisering voorbij lopen en dus meteen internationaal gaan (born-global). Dit zou kunen door entrepreneurial knowledge. Hierdoor hebben de bedrijven voordeel op de markt.

Wat is de research gap in Sapienza et al, (2006) artikel?

PTI focust zich meer op het reducen van risks dan INV. Echter, zeggen beide theorieën alleen iets over de timing van internationaliseren. Maar ze legitimizen niet the survival en growth of the firms early internationalization.

Wat zijn de hoofdcomponenten (hoofdhypotheses) van de framework van Sapienza et al, (2006), en wat is daar uit gekomen?

P1 laat zien dat er internationalisatie process negatief is voor de survival, maar wel positief is voor de growth (P2) zodra ze het overleven.

Hiermee wordt aangetoond dat het riskant is om te internationaliseren maar dat een bedrijf wel ontzettend kan profiteren zodra ze de onzekere fase doorkomen.

Wat zijn de 3 moderators in het model van Sapienza et al, (2006)?

1. Age at internationalization
2. Managerial experience
3. Resource fungability

Wat is het imprint effect?

Keuze dat een jong bedrijf maakt om te gaan internationaliseren, dat levenslange gevolgen heeft. Mocht een bedrijf gaan internationaliseren heeft het een kleine kans dit te overleven, maar mocht dit toch lukken dan hebben ze grote mogelijkheden om te groeien.

Wat voor invloed heeft de 'age at internationalization' op het model van Sapienza et al, (2006)?

- Hoe ouder het bedrijf hoe groter de kans is op survival, doordat zij de resources ervoor hebben en de kennis.

- Hoe jonger het bedrijf hoe groter de kans op groei. Dit komt doordat oudere berijven eigenlijk al op hun einde zitten en minder flexibel zijn (rigid) en dus moeilijker kansen op zich nemen. Jonge bedrijven zijn flexibeler en kunnen verder groeien in dit process (imprint).

Wat voor invloed heeft managerial experience op het model van Sapienza et al, (2006)?

Managerial experience vermindert het negatieve effect op firms survival. En heeft dus een positiever effect erop. Dat wil zeggen dat hoe beter de managerial experience is de kans op survival toeneemt.

Verder heeft managerial experience ook een positieve invloed op de groei van het bedrijf. Zulke managers huren kan dus gunstig zijn, ook voor oudere bedrijven voor het voorkomen van rigidities.

Dit allen komt doordat managerial experience zorgt voor meer kennis en dus voor valuable resources dat beide processen bevordert.

Wat is resource fungibility?

Dat zijn resources dat ook voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. En dus volledig inwisselbaar zijn. Dit bevorderd de survival en growth.

Wat voor invloed heeft resource fungibility op het model van Sapienza et al, (2006)?

Voor Survival laat Resource Fungibility zien, wat de alternatieve toepassing van deze middelen is, een belangrijke rol speelt in het overleven van een organisatie. Dit komt omdat de Sunk Costs hierdoor teniet worden gedaan, omdat de resources dus voor verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt.

· Deze Fungibility heeft dan ook een positief effect op de mate van groei van een organisatie, met name voor jonge organisaties (ook voor oudere).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

GSOC

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Sapienza, H.J., Autio, E., George, G., & Zahra, S.A. (2006)

11 belangrijke vragen over Sapienza, H.J., Autio, E., George, G., & Zahra, S.A. (2006)

Wat is Process Theory of Internationalization (PTI), volgens Sapienza et al, (2006)?

Wat zijn volgens PTI theorie de 6 stappen van internationalisering?

Wat is het International Venture Theory (INV), volgens Sapienza et al, (2006)?

Wat is de research gap in Sapienza et al, (2006) artikel?

Wat zijn de hoofdcomponenten (hoofdhypotheses) van de framework van Sapienza et al, (2006), en wat is daar uit gekomen?

Wat zijn de 3 moderators in het model van Sapienza et al, (2006)?

Wat is het imprint effect?

Wat voor invloed heeft de 'age at internationalization' op het model van Sapienza et al, (2006)?

Wat voor invloed heeft managerial experience op het model van Sapienza et al, (2006)?

Wat is resource fungibility?

Wat voor invloed heeft resource fungibility op het model van Sapienza et al, (2006)?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Sarasvathy, S.D. (2001)

GSOC

Class notes - Strategic Entrepreneurship & O…

Class notes - Growth Strategies & Organizati…

Class notes - Alliances Mergers & Networks

Exploring humans an introduction to the phil…

Psychologie & sociologie : basiscursus

sheets

Leren veranderen

Overheidsfinanciën

Hoofdzaken socialezekerheidsrecht

Handboek van het Nederlandse staatsrecht

Van de BV en de NV