Startpagina / Samenvattingen / GSOC / model-linear-diversification

Palich et al (2000)

Q: Wat is de theorie achter de linear model?

Hierbij wordt er gedacht dat het invoeren van Related en uiteindelijk Unrelated Diversification steeds meer voor een toename van de Firm Performance zou zorgen.

Q: Een van de assumptions van het linear model is internal market efficiencies, leg dit uit

De bedrijven die gediversifieerd zijn hebben veel grotere Flexibility in de manier waarop ze met hun geld om kunnen gaan ( Capital Formation ). Er is daarbij meer Access to External Resources en ook in Internally Generated Resources . Het grote bedrijf kan goedkoop en snel hun investeringen verplaatsen van projecten die het niet goed lijken te doen. We zien dat vooral New Ventures deze voordelen niet hebben .

Q: De laatste assumptions van het linear model is 'other advantages' leg dit uit

Grote bedrijven kunnen een goede Brand Name hebben die ze een voordeel geeft in de nieuwe markt, ook worden de financiële/risk reduction voordelen van Diversification benoemd (begin van dit college).

Q: Leg het intermediate model van Palich et al, (2000) uit

Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de impact van Related & Unrelated Diversification even groot zijn op de Firm Performance . Er wordt daarbij gesteld dat er sprake is van een Mirage Effect waarin de bedrijven die diversificeren in Unrelated markten dit enkel tot de hoogte kunnen doen waarin ze in staat zijn om te diversificeren binnen Related markten. De difficulties in het uitbreiden van de Related Portfolio beperken dan de mogelijke stappen die er in Unrelated Businesses kunnen worden gemaakt.

5 belangrijke vragen over Palich et al (2000)

Wat zijn de 3 modellen dat de relatie tussen diversification en firms performance laten zien?

- Linear model
- The intermediate model
- The inverted U-model

Wat is de theorie achter de linear model?

Hierbij wordt er gedacht dat het invoeren van Related en uiteindelijk Unrelated Diversification steeds meer voor een toename van de Firm Performance zou zorgen.

Een van de assumptions van het linear model is internal market efficiencies, leg dit uit

De bedrijven die gediversifieerd zijn hebben veel grotere Flexibility in de manier waarop ze met hun geld om kunnen gaan (Capital Formation). Er is daarbij meer Access to External Resources en ook in Internally Generated Resources. Het grote bedrijf kan goedkoop en snel hun investeringen verplaatsen van projecten die het niet goed lijken te doen. We zien dat vooral New Ventures deze voordelen niet hebben.

De laatste assumptions van het linear model is 'other advantages' leg dit uit

Grote bedrijven kunnen een goede Brand Name hebben die ze een voordeel geeft in de nieuwe markt, ook worden de financiële/risk reduction voordelen van Diversification benoemd (begin van dit college).

Leg het intermediate model van Palich et al, (2000) uit

Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de impact van Related & Unrelated Diversification even groot zijn op de Firm Performance. Er wordt daarbij gesteld dat er sprake is van een Mirage Effect waarin de bedrijven die diversificeren in Unrelated markten dit enkel tot de hoogte kunnen doen waarin ze in staat zijn om te diversificeren binnen Related markten. De difficulties in het uitbreiden van de Related Portfolio beperken dan de mogelijke stappen die er in Unrelated Businesses kunnen worden gemaakt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

GSOC

Bekijk samenvatting