Genetic Control of Protein Synthesis, Cell Function, and Cell Reproduction

6 belangrijke vragen over Genetic Control of Protein Synthesis, Cell Function, and Cell Reproduction


Waar en hoe wordt gal geproduceerd? Wat zijn de belangrijkste functies van gal? Hoe komt de secretie van gal tot stand?

Waar: Lever
Hoe:Precursor galzouten:  Cholesterol.
            Cholesterol --> cholzuur + chenodesoxicholzuur.
          conjugatie met glycine en taurine  (beter H2O oplosbaar)  
                    glycocholzuur en taurocholzuur
                   uitscheiding als  Na- en K-zouten  in de gal.
Functies van Gal: emulgatie van vet, waardoor pancreas lipase het beter kan verteren.verwijdert endogene (bilirubine, cholestorol) en exogene (zware metalen) stoffen.

Secretie: vet voedsel in darm-->CCK--> contractie galblaas & relaxatie sfincter van Oddi


1.       Verklaar de functie van de enterohepatische cyclus.


Meeste galzouten: Vanuit de darm -->  portale bloed(via diffusie en actief transport) -->Lever ( hergebruik):  
           de entero-hepatische kringloop.


1.       Beschrijf de vertering en absorptie van koolhydraten. Geef voor elk van deze processen aan waar in het maag-darmkanaal het plaatsvindt. Doe hetzelfde voor de vertering van eiwitten en vetten.

mond: amylase: begin vertering koolhydraat
maag: amylase: koolhydraat vertering, pepsine: begin eiwitvertering                                                                     duodenum: o.a. pancreas trypsine : eiwit vertering, pancreas lipase: vet vertering (geholpen door emulgatie door gal), amylase: koolhydraat vertering                                                                                                                                      Dunne darm: verdere vertering. en opname
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Secretine, waar, reageert op, zorgt voor


Secretine (duodenum, zuur):
                    - maagsecretie
                    - maagmotiliteit
                     + pancreassecretie (HCO3-)

GIP , waar, reageert op, zorgt voor



Gastric inhibitory peptide(GIP, mucosa dunne darm, vet, glucose, eiwit):        
- maagsecretie
- maagmotiliteit
+ dunne darmsecretie
+  pancreassecretie

CCK, waar, reageert op, zorgt voor


CCK (proximale dunne darm, vetzuren):
- maagsecretie
+pancreassecretie
+ dunne darmsecretie en motiliteit
+galblaascontractie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo