Local and Humoral Control of tissue blood flow - Local control of blood flow in response to tissue needs
4 belangrijke vragen over Local and Humoral Control of tissue blood flow - Local control of blood flow in response to tissue needs
Hoe speelt adenosine een rol in de vasodilatatie?
Wanneer het hartmetabolisme omhoog gaat bij bijvoorbeeld toename in contractiesterkte, zal er meer ATP worden afgebroken en komt er dus meer adenosine vrij waardoor er eveneens vasodilatatie op treedt.
Welke stoffen worden gezien als vasodilatatoren?
- CO2
- Adenosine
- Histamine
- K+
- Lactaat (H+)
Welke twee theoriën bestaan er omgaande lokale vasodilatatie?
- bij zuurstoftekort worden bepaalde stoffen uitgescheiden (adenisone, histamine etc) waardoor vasodilatatie op treedt.
Zuurstof-afhankelijkheids theorie:
- bij zuurstoftekort kunnen de gladde spieren in de vaatwanden niets anders dan ontspannen, met als gevolg vasodilatatie. Andersom; wanneer er te veel zuurstof is, is de vasoconstrictie tot het zuurstof is opgebruikt in de cellen waarna weer vasodilatatie op treedt. Zo ontstaat de vasomotion.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen reactieve hyperemie en actieve hyperemie?
Actieve hyperemie ontstaat wanneer zuurstoftekort ontstaat door bijvoorbeeld inspanning of extreme mentale activiteit. Het actieve weefsel scheidt veel vasodilaterende stoffen uit met als gevolg dat de toevoer naar dat weefsel toe neemt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden