Vulvacarcinoom

24 belangrijke vragen over Vulvacarcinoom

Wat is de classificatie van gynaecologische tumoren?

Hierbij gebruik je geen TNM classificatie maar FIGO. Stagering doe je klinisch of chirurgisch. Je doet ze allemaal chirurgisch behalve cervixcarcinoom, die kun je ook klinisch (dus lichamelijk onderzoek) diagnosticeren. Dit heeft ermee te maken dat het grootste deel van de cervixcarcinomen in 3e wereldlanden voorkomen en daar heb je gewoon niet veel middelen. In het westen is er nu ook radiologische stagering door middel van bijv. MRI of CT.

Maligniteiten van de vrouwelijke voortplantingsorganen:

  • - Endometriumcarcinoom – 2030 nieuwe gevallen per jaar
  • - Ovariumcarcinoom – 1375 nieuwe gevallen per jaar
  • - Cervixcarcinoom – 775 nieuwe gevallen per jaar
  • - Vulvacarcinoom – 400 nieuwe gevallen per jaar

Wat is de epidemiologie van het vulvacarcinoom?


- Jaarlijks sterven er circa 100 vrouwen in Nederland aan vulvacarcinoom
- 43% van de vrouwen met maligne tumoren aan de vulva is ouder dan 75.
- De man:vrouw ratio van het voorkomen van lichen sclerosus, een risicofactor voor het vulvacarcinoom, is 1:10
- ‘Patient delay’ speelt een belangrijke rol bij het vulvacarcinoom.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Vulvaire jeuk kan voorkomen op elke leeftijd. Verschillende ziektebeelden kunnen resulteren in jeuk aan de vulva:

- Infectie
  • o Zoals schimmelinfectie. Dit is een veel voorkomende oorzaak van vulvaire jeuk. 75% van alle vrouwen boven de 25 jaar heeft wel eens een episode van vulvovaginale candidas meegemaakt.
  • o Kenmerkend voor candidas is witte afscheiding


- Huidirritatie
  • o Vurige rode huid met krabeffecten

- Maligniteit
  • o Ulcus

- Premaligne afwijkingen
  • o Lichen sclerosus: dunne wit verkleurde huid

Wat zie je bij inspectie van het vulvacarcinoom?

de schaamplippen lijken atrofisch en bleker van kleur. De labia minora zijn grotendeels gefuseerd met de labia majora. Daarnaast wordt en een kleine afwijking gezien op de rechter buitenste schaamlip.

Waarschijnlijk is er sprake van een benigne aandoening die voor een verhoogd risico op een maligniteit kan zorgen (lichen sclerosus).

Wat doe je na inspectie om een maligniteit uit te sluiten?

Om een maligniteit van de vulva uit te sluiten wordt een biopt gedaan. Middels een stansbiopt wordt een stukje van het aangedane weefsel verkregen. Dit wordt met een zogenaamd ‘appelboortje’ losgesneden van de omgeving, waarna het wordt verwijderd. Het verkregen weefsel wordt opgestuurd voor onderzoek.

Er kan eventueel ook een excisie worden gedaan.

Wat zijn de benigne afwijkingen die een verhoogd risico op vulvacarcinoom geven?

Lichen sclerosus en vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN) zijn benigne afwijkingen die wel een verhoogd risico op het vulvacarcinoom geven 

De etiologie van lichen sclerosus is onbekend. Er zijn een aantal mogelijke predisponerende factoren:

  • - Genetisch: als familieleden lichen sclerosus hebben is er sprake van een hogere predispositie
  • - Immunologisch: bij veel patiënten met lichen sclerosus spelen ook andere afwijkingen aan het immuunsysteem een rol.
  • - Hormonaal: vrouwen met een laag oestrogeen gehalte lijken vaker last te hebben van lichen sclerosus. De incidentie laat pieken zien bij kinderen in de premenarche en postmenopauzale vrouwen.

Op grond waarvan wordt de diagnose Lichen Sclerosus gesteld?

De diagnose lichen sclerosus wordt gesteld op grond van de anamnese, en lichamelijk onderzoek. Een biopt kan de diagnose bevestigen en is geïndiceerd wanneer er twijfel is over de klinische diagnose.

Waar bestaat de behandeling van Lichen Sclerosus uit?

Klachtenvrije perioden worden afgewisseld met exacerbaties. De behandeling van lichen sclerosus bestaat meestal uit vette zalf gecombineerd met lokale corticosteroïden om klachten (zoals jeuk, pijn of een branderig gevoel) te verminderen. Dit is dus alleen symptoombestrijding.

Wat is de kans op vulva carcinoom bij Lichen Sclerosus?

Lichen Sclerosus is geassocieerd met vulvacarcinoom. Naar schatting 4-5% van de vrouwen met vulvaire lichen sclerosus ontwikkelt op den duur een plaveiselcelcarcinoom. Het is belangrijk dat vrouwen met lichen sclerosus weten dat dit risico bestaat en dat zij bij veranderingen naar de dokter gaan. Zij worden jaarlijks gecontroleerd bij de huisarts of gynaecoloog. Deze begeleiding en follow up is noodzakelijk om extra delay te voorkomen.

Wat is het 'Usual of undifferentiated type' van een VIN?

- ‘Usual of undifferentiated type’: Afwijkingen, geassocieerd met het Humaan Papillomavirus (HPV).
  • o Minder vaak gepaard gaande met lichen sclerosus
  • o Excisie of laser van gebieden die klachten geven Imiquimod
  • o HPV-geassocieerd (90% van de laesies is positief voor HPV)
  • o Multifocale papuleuze laesie
  • o Lage maligne potentie (tussen 3-6% bij behandelde patiënten). Jaarlijkse follow-up is geïndiceerd.

Wat is het 'differentiated type' van de VIN?

- ‘Differentiated type’: Afwijkingen en ulceratieve, rode laesies die niet geassocieerd zijn met HPV maar wel vaak gepaard gaan met lichen sclerosus. Het ‘differentiated’ type beslaat <3% van alle VIN.
  • o Vaak gepaard gaande met lichen sclerosus
  • o Ruime excisie waarbij radicaliteit vereist is.
  • o Minder geassocieerd met HPV
  • o Meestal unifocaal, erosief met klein oppervlak
  • o Maligne potentie van 32%. Vandaar dat een levenslange halfjaarlijkse controle wordt aanbevolen.

Wat zijn risico factoren voor een vulva carcinoom?

Het vulvacarcinoom treft vaker ouder vrouwen. Bijna de helft van de patiënten is ouder dan 75 jaar.
Het hebben van lichen sclerosus of een VIN-laesie zijn predisponerende factoren voor het ontwikkelen van vulacarcinoom.

Wat zijn de klachten van het vulvacarcinoom?

Jeuk aan de vulva, branderigheid, het voelen van zwellingen en pijnklachten.

Wat is belangrijk in het biopt van het vulvacarcinoom?

In meer dan 70% van de gevallen betreft het een plaveiselcelcarcinoom. Voor het verdere beleid is ook de invasiediepte van belang. Deze wordt ook door de patholoog gemeten. Vanaf een invasiediepte van meer dan 1 mm is er bij het plaveiselcelcarcinoom kans op lymfogenese metastasering naar de lies.

Welk aanvullend onderzoek doe je bij het vulvacarcinoom?

- Echo van de liezen: om eventuele lymfadenopathie uit te sluiten.
  • o Tijdens dit onderzoek kan cytologische punctie van de lymfeklieren worden gedaan. Hierbij wordt vocht uit de lymfeklier opgevangen wat onderzocht kan worden op kankercellen.

- Thoraxfoto: afstandsmetastasen uit sluiten
- CT-scan of MRI-scan worden niet standaard gemaakt.

Hoe gebeurt de stadiëring van het vulvacarcinoom?

Gynaecologische maligniteiten worden gestadieerd volgens de FIGO-classificatie. Dit is gebaseerd op klinische en histologische parameters.
Elk van de vier stadia correleert met een TNM-classificatie.

Deze indeling is gebaseerd op uitbreiding van de tumor (T), aangedaan zijn van regionale lymfeklieren (N) en metastasen op afstand (M).

Hoe gaat lymfekliermetastaseren van het vulvacarcinoom?

Goed voelen, echogeleiding gebruiken. Eerste lymfeklierstation van de vulva is de liezen. Eventuele metastasen naar de long maar dat is zeldzaam. Bij afstands metastasen ga je over op radiotherapie maar bij palliatieve behandeling kun je ook nog chirurgie doen.

Wat houdt de sentinel procedure en liesklierdissectie precies in?

Bij tumoren met een diameter van minder dan 4 cm, zonder verdachte lymfeklieren in de lies (bij palpatie en beeldvorming) wordt een sentinel node procedure uitgevoerd.

De locatie van de tumor speelt een belangrijke rol in de keuze voor de sentinel node procedure. Bevindt de tumorlaesie zich <1 cm van de midline dan dient een bilaterale SNP te worden verricht. Wordt de schildwachtklier niet gevonden dan dient een volledige inguino femorale klierdissectie plaats te vinden. Ook wanneer er sprake is van een zeer uitgebreide tumor van meer dan 4 cm in diameter met een aantal verdachte klieren gezien op de beeldvorming dient de radicale excisie te worden gecombineerd met een liesklierdissectie beiderzijds.

Hoe gaat de operatie van het vulvacarcinoom in het werk?

  • - De patiënte wordt in de beensteunen gelegd en het operatiegebied wordt gedesinfecteerd
  • - De vulva wordt geïnspecteerd. Het afwijkende weefsel wordt met ruime marge weggehaald. Dit wordt allereerst gemarkeerd.
  • - Vervolgens vindt de excisie plaats
  • - Het weggenomen afwijkende weefsel met ruime marge wordt opgestuurd voor histologisch onderzoek naar de patholoog.

Wat zijn de specifieke complicaties na een operatie aan een vulvacarcinoom?

- gestoorde wondgenezing
- mictieproblemen
- seksualiteit
- problemen met zitten
- lymfoedeem na liesklierdissectie

Wat zijn de specifieke complicaties na radiotherapie van het vulvacarcinoom?

- korte termijn: natte dermatitis
- lange termijn: verlittekening

Wat is de follow up van het vulva carcinoom?

Recidieven kunnen optreden. Dit gebeurt meestal binnen 2-3 jaar na de behandeling. Een lokaalrecidief komt in 15-30% van de gevallen voor.


Ook vanwege het feit dat een eerder doorgemaakt vulvacarcinoom een verhoogde kans op het ontwikkelen van andere (pre)maligne afwijkingen aan de vulva en cervix geeft, blijft de patiënt levenslang onder controle. Eerst is dit iedere 3 maanden, maar dit neemt na enkele jaren af tot een jaarlijkse controle afspraak.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo