Hoofd-hals tumoren - Pharynx-neus (bijholten) - radiotherapie-med. oncologie

10 belangrijke vragen over Hoofd-hals tumoren - Pharynx-neus (bijholten) - radiotherapie-med. oncologie

Behandeling nasopharynx carcinoom:

  • - Vroege stadia:
    • o Middels alleen radiotherapie de tumor genezen (vaak uitwendige bestraling gecombineerd met inwendige bestraling: brachytherapie). Brachytherapie is dicht bij tumor, waarbij veel dosis bij de tumor wordt afgegeven, en het gezonde weefsel wordt gespaard. Dit wordt vaak na de uitwendige straling gegeven, als extra dosis voor curatie.
    • o Voordeel van brachytherapie: door kwadratenwet snel dosisafval: als verder verwijderd bent van de bron à betere sparing gezonde weefsel.
  • - Late stadia: radiotherapie wordt gecombineerd met chemotherapie (indien in goede conditie, <70).





Chirurgie is geen primaire behandeling, omdat tumoren hiervoor niet goed toegankelijk zijn.


voorbeeld cT3N2 nasofarynxcarcinoom behandeld met chemoradiatie

Ziet hier FTG PET CT. Kunt de vergrote klieren zien. Ziet dat de meeste klieren achter de sternocleido liggen. Ziet ook dat de tumor in de schedelbasis groeit, en zo zenuwuitval kan veroorzaken. Doordat ook de tuba wordt afgesloten, kun je sluiering van oedeem in het mastoid zien.


Waarom betere prognose HPV positieve tumoren?

Gezondere populatie die minder gerookt en gedronken heeft, minder tweede primaire tumoren o.a. Ook als je gerookt hebt en een HPV positieve tumor, is de overleving nog steeds beter dan dat je een HPV negatieve tumor hebt. Mensen die HPV negatief zijn, en nooit gerookt hebben, hebben de slechtste prognose.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart



incidentie/prognose hypopharynxcarcinoom

Komt minder vaak voor door oropharynxcarcinoom. Heeft slechtere prognose. Klachten komen later tot uiting. Veel patiënten hebben al positieve klieren. Tumor groeit in sinus pilondalis, kan ook in de rond omliggende spieren groeien (slikspieren). Als het buiten de hypofarynx groeit is er sprake van een T4 tumor (25%).


Neus (bijholte) carcinoom:

- Neusholte- en bijholte tumoren
- In de sinus frontalis en sphenoidalis ontstaan weinig primaire tumoren. Dit is vaak doorgroei vanuit andere sinussen.
- In sinus ethmoidales en sinus maxillaris wel vaker primaire tumoren.

Incidentie neusholte- en neusbijolte tumoren: 132 per jaar (2018)

Meest voorkomende maligniteiten neus(bijholte)?

- Uitgaande van mucosa
  • o Plaveiselcelcarcinoom


- Uitgaande van accessorische speekselklieren (kleine speekselklieren in neusbijholten)
  • o Adenocarcinoom
  • o Adenoïd cystisch carcinoom à is het meest voorkomend subtype. Groeit sprieterig door. Zien hierbij vaak perineurale groei, waarbij tumor doorgroeit in schedelbasis. Ze hebben relatief een lange overleving. Zien vaak lokale recidieven. Kunt na 5-10 jaar afstand metastasen vinden.
  • o Mucoepidermoïd carcinoom à zijn wat minder aggressief.


sinosale tumoren -risicofactoren:

Risicofactoren:
  • - Werkgerelateerd:
    • o Houtstof van timerwerk (zoals meubels en kastenbouwers), en houtzagerijen en andere hout gerelateerde industrieën
    • o Stof van textiel (textielbedrijven)
    • o Lederstof (schoenmakerij)
    • o Meel (bakken en meel malen)
    • o Nikkel en chroomstof
    • o Mosterdgas (een gif dat wordt gebruikt in chemische oorlogsvoering)
    • o Radium (een radioactief element dat tegenwoordig zelden wordt gebruikt).
  • - Roken










Kanker specifieke overlevingscijfers na stadium:
De beste prognose is voor carcinoma in situ (Tis). Ook stadium I (T1N0) heeft een goede overleving. Stadium 4 heeft overleving tussen 30-40%. Tumoren in neusbijholte zijn vaak vrij groot voordat we ze ontdekken.


Tumor van vestibuli nasi:

Is plaveiselcel carcinoom. Wordt behandeld met brachytherapy. Wel wat kans op necrose van septum.

Guidelines CTV delineation: oropharynx:

- Tekent tumor in, geeft dit hoge dosis. Geeft de marge daaromheen voor microscopische uitbreiding, ook hoge dosis. Geeft nog een halve centimeter daaromheen een wat lagere dosis.
- Zo probeer je iedereen op dezelfde manier in te tekenen.

De tumor verandert tijdens de bestraling van positie. Als je dan allemaal marges maakt, dan bestraal je een veel te groot gebied. Tegenwoordig maken we MRI voor behandeling, en nemen we marges van eventuele tumoruitbreiding mee (tegenwoordig krappere marges). We weten dan hoeveel hij beweegt en die beweging nemen we mee.

Gezonde weefsels herstellen beter met kleine hoeveelheden bestraling.


Acute bijwerkingen (binnen 3 weken en duren tot 6-8 weken na afloop van bestraling):

- Mucositis
- Dermatitis: ernstige huidreactie. Zien we steeds minder
- Smaakverlies
- Vermoeidheid
- Heesheid
è Deze bijwerkingen kunnen worden versterkt i.c.m. chemotherapie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo