Samenvatting: Gzcii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van GZCII

  • Intro carcinoom

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat zijn voorbeelden van kwantitatieve gecontroleerde groeistoornissen?

    toename van weefsel:
    • hypertrofie: individuele cellen groter (fysiologisch = sporter)
    • hyperplasie: toename aantal cellen (fysiologisch = lacterende mamma)
    • combinatie hyperplasie-hypertrofie

    afname van weefsel:
    • atrofie
  • wat zijn voorbeelden van kwalitatieve gecontroleerde groeistoornissen?

    • metaplasie: compensatiemechanisme. reversibel
    • dysplasie: voorstadium maligniteit. abnormale rijping. niet altijd progressie naar maligne.
  • hoe vindt de gradering van dysplasie plaats?

    • ernstig = kernen basaal even groot als apicaal

    zolang de cellen niet door de basaalmembraan gaan, heb je niet te maken met een maligniteit. 
  • wat zijn voorbeelden van ongecontroleerde groeistoornissen?

    • neoplasma = nieuwvorming. abnormale weefselmassa, waarvan de groei ongecontroleerd is en uitstijgt boven die van normaal weefsel, ook na stoppen van de stimulus die de verandering veroorzaakte. is niet van nut, ongunstig voor de gastheer, (vrijwel) autonoom. benigne en maligne. 
    • tumor (parenchym) = specifiek weefsel (long, lever, enz)
    • tumor (stroma) = vaak desmoplasmatisch. stroma = vet, bindweefsel, vaten. wat er om de tumor heen zit. littekenachtig aspect 
  • wat zijn de benigne tumoren?

    • epitheliale tumoren: huid, slokdarm, MDK, speekselklieren. papilloom (= uitstulping, vaak meerlagig plaveiselcelepitheel), adenoom (= buisvorming), cystadenoom (= holte gevuld met epitheel), papillair cystadenoom, poliep
    • mesenchymale tumoren: bind- en steunweefsel. vetweefsel, spierweefsel, bloedvaten, botten. heel verspreid door het lichaam in allerlei organen. cel van origine + -oom, chondroom (bot), osteoom, lipoom, leiomyoom, hemangioom, lymfangioom

    uitzonderingen: lymfoom, mesothelioom, melanoom, seminoom, blastoom zijn allemaal kwaadaardig
  • wat zijn de maligne tumoren?

    • epitheliaal: groeiwijze / cel van origine + carcinoom. adenocarcinoom, plaveiselcelcarcinoom, basaalcelcarcinoom, overgangsepitheelcarcinoom, kleincelligneuroendocriencarcinoom
    • NB: longen kunnen meerdere soorten carcinomen maken: adenocarcinoom, kleincellige carcinomen, anaplastisch carcinoom
    • mesenchymaal: cel van origine + sarcoom. osteosarcoom, leiomyosarcoom
  • wat is het precieze verschil tussen benigne en maligne?

    benigne:
    • expansieve groei
    • lage groeisnelheid
    • scherp begrensd en vaak een kapsel
    • tonen zelden necrose
    • tonen geringe cel/kernatypie
    • tonen geringe mitotische activiteit
    • geen metastasen
    • hebben goede differentiatiegraad

    maligne:
    • infiltratieve groei
    • hoge groeisnelheid
    • onscherp begrensd en meestal geen kapsel
    • tonen vaak necrose
    • tonen sterke cel/kernatypie
    • tonen hoge mitotische activiteit
    • kan wel metastaseren
    • hebben een matige tot slechte differentiatiegraad
  • welke wegen van metastasering zijn er?

    • direct via doorgroei
    • lymfogeen
    • hematogeen, mn veneus
    • direct via lichaamsholten/oppervlakten: subarachnoidale ruimte, pleura (pleuritis carcinomatosa), pericard (pericarditis carcinomatosa), peritoneum (peritonitis carcinomatosa)

    vaak hebben ze een vast metastaseringpatroon, zoals mamma naar lymfevat.
  • wat is de moleculaire basis van het ontstaan van kanker?

    een tumor ontstaat door klonale expansie van 1 voorlopercel, waarvan het DNA beschadigd is. voor het ontstaan van een kankercel is een aantal stappen nodig
    1. intitiating mutation
    2. acquisition of genomic instability
    3. acquisition of cancer hallmarks
    4. further genetic evolution
  • welke genen spelen o.a. een rol bij het ontstaan van kanker?

    • groeistimulatie: proto-oncogenen: mutatie leidt tot ongecontroleerde groeistimulatie oncogenen: Her-2-Neu
    • groeiremming: tumorsuppressorgenen: mutatie leidt tot ongecontroleerde groei. o.a. P53, BRCA1/2
    • genen die geprogrammeerde celdood (apoptose) reguleren
    • DNA-reparatiegenen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart