Pathologie hoofdhalstumoren
8 belangrijke vragen over Pathologie hoofdhalstumoren
Welke vormen van dysplasie zijn te zien in de kliniek?
– Witte slijmvlies laesie
–Diverse oorzaken
– Klinische term GEEN histologische term
– Histologisch:
• Hyperplasie en prominente keratinisatie
• Dysplasie meestal niet aanwezig (0,2 – 1%)
Erytroplakie
– Rode (hyperaemische) slijmvlies laesie
– Sterk geassocieerd met carcinogenen
– Dunne mucosa
– Zeer vaak dysplasie
Wat zijn cirteria om te spreken over dysplasie?
– Onregelmatige epitheel opbouw
– Verlies van polariteit basale cellen
– Verbreding basale cellaag
– Druppelvormige retelijsten
– Toename mitosen
– Abnormale mitosen
• Cytologische criteria
– Abnormale variatie kerngrootte en vorm (anisonucleose; polymorfie)
– Abnormale variatie in cel grootte en vorm (anisocytose; polymorfie)
– Hyperchromasie
– N/C ratio; kern/cytoplasma ratio verhoogd
Wat zijn histopathologische kenmerken van plaveiselcelcaarcinoom?
• Hoornparelvorming
• Individuele cel verhoorning
• Desmosomen
• Expressie van epitheliale markers (keratinen)
2. Invasieve groei:
• Verstoring van basaal membraan en ingroei in onderliggend stroma
• Desmoplastische stroma reactie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke verschillende tumoreigenschappen worden bestudeerd?
• Groei patroon:
- Cohesief: pushing margins
- Infiltratief / sprieterig: strengetjes of individuele tumorcellen
• Botaantasting (arrosie versus invasie)
• Vasoinvasieve groei
• Radicaliteit, minimale marges tot resectieranden
- >5 mm is vrij,
- 1-5 mm is krap
- <1 mm is niet vrij.
• Lymfklierstatus (extra nodale groei)
Welke tumor van de speekselklier komt het meeste voor?
- Presentatie meestal met pijnloze, langzaam groeiende massa
- 90% in de parotis (= 60% van de parotis tumoren)
– 10% in submandibularis en zeldzaam in de sublingualis
– 50% van de speekselklier tumoren op het palatum
Wat zijn microscopische kenmerken van een pleiomorf adenoom?
• Bifasisch:
- epitheliale component: meestal glandulair en soms squameus
- mesenchymale component: meestal myxoid, hyalien, chondroid
Waar komt andenoid cysteus carcinoom voor, met welke kenmerken?
• Ook in neus, sinussen en bovenste luchtwegen
• Langzaam groeiend maar agressief, vaak perineurale groei, 50% metastaseert, vaak zonder symptomen naar long of bot
• Vaak (late) recidieven
• 5 jaars overleving 60%, 10 jaar 30%, 15 jaar 15%
• Behandeling: radicale resectie
Microscopie: Cribriforme, solide of tubulaire patronen • Perifere perineurale groei en kleine echte buislumina. • Geen squameuze differentiatie
Wat zijn orphan annies?
Worden gezien bij papillair schildkliercarcinoom
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden