Schildkliertumoren
8 belangrijke vragen over Schildkliertumoren
Uit welke delen bestaat de schildklier?
- T3 actief (20%)
- T4 (80%) schildklierhormoon
Parafolliculaire/C cellen: calcitonine; PTH antagonist -> calciumhomeostase
Colloid: T3/T4 gebonden aan thyreoglobuline (TG)
Komen noduli in de schildklier vaak voor, benigne of maligne?
• A priori kans schildklierkanker bij palpabele nodus 4%, dus 96% benigne
Welke typen schildklierkanker komen voor, hoevaak en wat is de prognose?
- erfelijk bij FOP, S. gardner, S. Cowden, Carney complex
- metastaseert lymfogeen locoregionaal, soms naar longen
- RET (30%), RAS(10-20%, b-RAF (45%)
- erfelijk bij s. Werner
- metastaseert hemarogeen naar longen en botten
- RAS (40-50%)
- geen/weinig jodium opname dus geen ablatie therapie
- 75% sporadisch de novo
- erfelijk 25% bij MEN2 syndroom
- p53 mutaties, geen jodium opname
- resistent tegen therapie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt het MEN2 syndroom in, waar heb je kans op?
MEN2a <2jaar operatie aan schildklier
MEN2b <0.5 jaar operatie aan schildklier
100% kan op medullair schildkliercarcinoom
50% op feochromocytoom; tumor bijniermerg
- metafrines; afbraakproduct van adrealine meten voor operatie
25% bijschildklieradenoom
- calciumserumconcentratie
Welke behandelmogelijkheden heb je bij een schildkliercarcinoom?
2. Halsklierdissectie bij pre- of peroperatief aangetoonde lymfogene metastasen
3. Radioactief jodium (I-131) ablatie bij PTC/FTC
- voorafgaand TSH zo hoog mogelijk door geen suppletie levothyroxine met jodiumarm dieet (T4) of door recombinant humaan TSH (T1-3)
- bij alle patienten 2 jaar
- levenslang bij hoogrisico
- bij verhoogd tyreoglobuline
- persisterende tumor
6. Tyrosinekinase remming bij progressief jodium ongevoelig PTC/FTC of MTC
Hoe wordt een schildkliercarcinoom vervolgd?
- thyreoglobuline moet 0 zijn en echografie
- niet betrouwbaar bij slechte diiffrentatie of antistoffen thyreoglobuline
- laag risico follow up 5 jaar
MTC
- calcitonine (CEA) moet 0 zijn
- bij stijging aanvullende beeldvorming
ATC
- vaak agressief dus bij stijgen tumormarkers meteen lymfeklieren en evt. metastase in botten, lever en longen bekijken
Wat is het verschil tussen een toxisch en een niet-toxische nodus? Welke verschillende oorzaken kennen deze?
- congenitale defecten in enzymen betrokken bij synthese van schildklierhormoon
- TSH-stimulatie
- jodium deficientie
- struma-stimulerend stoffen (jodium, lithium, zeewier)
- Hashimoto; ontsteking doot anti TPO
- neoplasma
Toxisch = TSH onafhankelijk = autonome productie
- solitaire schildklierhormoonproducerende nodus;
- iatrogeen: door medicamenten (lithium/amiodaron),
- jodiumhoudende contrastmiddelen.
Welke proto-oncogenen zijn relevant bij de pathogenese van schildkliertumoren?
RET (MEN syndroom)
b-RAF (50% bij papillaire skc)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden