Hoofdhalstumoren (algemeen, mond, tong)

23 belangrijke vragen over Hoofdhalstumoren (algemeen, mond, tong)

Welke tumoren vallen onder hoofd-hals tumoren, hoeveel komen deze voor?

• Mondholte 930
• Keelholte (farynx) 946
• Strottenhoofd 678
• Lip 181
• Neus/neusbijholten 145
• Speekselklieren 195
• Halskliermetastasen onbekende primaire 106
• Melanoom bovenste luchtwegen 11

Welke risicofactoren zijn er op ontwikkelen van hoofd-hals tumoren?

Roken
Alcohol
HPV-16 
Synergistisch effect van roken 1pakje + alcohol >3glz = 14x verhoogd risico
Tweede primaire tumor (synchrone <6 maanden of metachrone >6 maanden)

Met welke klachten presenteren patienten zich bij hoofdhalstumoren?

• Heesheid • Veranderde stem/hete aardapppelspraak • Oorpijn (eenzijdig) • Eenzijdige doofheid • Pijnloze zwelling in de hals • Gestuwde speekselklier (glandula submandibularis) • Slikklachten • Afvallen • Gevoel dat er iets in de keel zit • Verslikken • Verstopte neus • Bloedneuzen • Prothese past niet meer • Dyspnoe/stridor (laat symptoom)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan heesheid bij hoofdhalstumoren ontstaan?

• Afwijking op een stemband (goedaardig knobbeltje of tumor) –> stembanden sluiten niet meer goed
• Als de zenuw n. vagus -> n. laryngeus recurrens die de stembanden doet sluiten wordt aangetast door kanker (bijv tgv longkanker of schildklierkanker) –> stemband kan niet meer bewegen

Hoe ontstaat eenzijdge oorpijn bij hoofdhalstumoren, bij welke voornamelijk?

= alarmsymptoom
-> referred otalgie ; gevoelsinformatie in klein gebied van CZ -> centrale convergentie -> desorientatie van pijncentra
  • mondholte via n. V
  • oropharynx via n. IX
  • laryngopharynx via n. X 

Hoe wordt de lymfeklierstatus bepaalt bij hoofdhalstumoren?

zie afbeelding

Welke nervi kunnen aangetast worden bij tumoren in hoofdhals gebied?

tumoren in de processus alveolaris:
- n.alveolaris inferior (tak van n. madibularis -> n. trigeminus)
Bij halsklierdissectie:
- n. accesorius (innerveert de m. trapezium
- n. ramus marginales mandibulae (tak van n. facialis)

Hoe behandel je in het algemeen hoofdhalstumoren?

Vroeg stadium: radiotherapie of chirurgie
  • mondholte -> chirurgie
  • Oropharynx -> radiotherapie
Laat stadium
  • chirurgie + (chemo)radiotherapie
  • radiotherapie met chemotherapie/cetuximab
  • cetuximab -> remt de EGFR receptoren en verstekt effect van bestraling (geeft acneiforme rash)

Welke symptomen komen voor bij mondholte kanker?

Prothese die niet meer past! • Zelf een zweertje in de mond gezien • Moeilijker eten • Referred otalgie via N V • Pijn (laat) • Onduidelijker spreken • Pijnlijke gestuwde glandula submandibularis • Zwelling in de hals • Soms geen symptomen maar ziet de tandarts/mondhygiëniste het

Hoe ontstaat kanker in de mondholte?

Langdurige blootstellin gvan slijmvliezen aan carcinognen -> afwijkingen in het DNA van stamcel -> afwijkende dochtercellen = precancerous field -> verdere mutaties -> invasief carcinoom in field

Wat is het verschil in lokaal recidief, second field en 2de primaire tumor?

Zelfde mutatie in p53 = recidief of second field tumor
Andere mutatie in p53 = 2de primaire tumor

lokale recidief ontstaat in eerste 2 jaar na behandeling  
Secundaire tumoren >5 jaar

Wat zijn symptomen bij tongkanker?

• Zweer (vaak pijnloos!) die niet geneest
• Uitstralende pijn in het oor (als de tumor ver naar achter zit dan via de N IX (glossofaryngeus)
• Moeilijker articuleren
• Zwelling in de hals (vaak onder de kaakhoek en hoog in de hals)

Hoe behandel je tongkanker?

  • Operatief verwijderen van tumor + adjuvant narecestie, radiotherapie of chemoraditie
  • Grote tumoren: bij enorme impact op kwaliteit van leven -> orgaansparend -> chemoradiatie  
  • inoperabel bij bv doorgroei -> orgaansparend (+radiotherapie en cetuximab)

Hoe behandel je een mondbodemtumor?

chirurgisch tenzij te mutilerend
  • Afhankelijk van het weefselonderzoek =adjuvante (chemo)radiatie om microscopische restcellen te elimineren
  • Als de tumor te groot is en functioneel inoperabel wordt geacht dan radiochemotherapie (als patient het aan kan)
  • Als de tumor tegen of in het bot van de mandibula groeit moet er een segment of rand van het bot mee (bv commando operatie)

Wanneer is de sentinel node procedure het meest geschikt?

Geschikt voor met name cT1-T2N0 mondholtecarcinomen

Waar is de behandeling van eventuele lymfekleirmetastase in de hals van afhankelijk?

Aangeteoond -> gemodificeerde radicale halsoperatie of bestraling
Niet aangetoond -> afh van kans dar er microscopisch ziekte zit in lymfeklier
  • Sentinel node procedure
  • Electieve halsoperatie
  • Electieve radiotherapie 

Wanneer voer je een electieve, wanneer een GRHKD, waneer een radicale HKD?

Electief: cN0, risico op microscopische ziekte 15-20%
- 2-3 aansluitend klierniveau's met hoogste risico

GRHKD: bij cN+ preoperatieve aangetoonde lymfekliermetastase
- Level Ib t/m V  
- Sparen ≥1 van: Vena jug. Int./Nervus accessorius/m.scm

Radicale HKD: cN++ bij zeer grote klieren N3 >6cm, vaak stuk huid
- vetweefsel met klieren uit Level Ib-V
- Vena jug. Int., Nervus accessorius, m. scm

Wat zijn redenen om na chirurgie na te behandelen, waar bestaat dit uit?

Resectie <5 mm of hoog risico op locoregionaal recidief

Nabehandeling kan bestaan uit
– Naresectie (voorkeur)
– Postoperatieve radiotherapie
– Postoperatieve chemoradiatie

Wanneer maak je gebruik van postoperatieve radiotherapie bij hoofdhals tumoren?

Op de geopereerde tumorregio, bij 3 of meer intermediaire risicofactoren:
- pT3, pT4
- krappe resectiemarge (1 -5 mm)
- perineurale groei,
- vaso-invasieve groei
- Sprieterige groei

Op de hals:
– Bij 2 of meer tumorpositieve lymfklieren
– Uit voorzorg (electief) op de contralaterale hals als het risico > 15-20 % wordt ingeschat

Wanneer maak je gebruik van postoperatieve chemoradiatie bij hoofdhals tumoren?

• Bij hoog risico patiënten (< 70 jr, die geen contraindicaties hebben voor Cisplatinum)
– Irradicale resectie (marge < 1 mm)
– Lymfkliermetastasen met kapseldoorbraak (extranodale groei)

Wat zijn bijwerkingen van radiotherapie in het hoofdhals gebied?

Acuut vanaf weel 3 tot 6-8 weken na bestraling:
- mucositis
- dermatitis
- smaakverlies
- vermoeidheid
- heesheid   
- dik, taai, schuimig speeksel

Late effecten tot 3 maanden na bestraling
- teleangiectasieen
- fibrose
- oesteoradionecrose
- xerostomie = droge mond
- trismus
- caries
- slikstoornissen
- zeldzaam: inductie tumoren mn <40 jaar, latentie tijd 15-20 jaar (sacromen, meningiomen)

Wat is je DD bij een zwelling in de hals?

Congenitaal
- laterale halscyste (= restant van kieuwboog)
- mediane halscyste (= restant van ductus thyroglossus) 

Ontstekingen
- secundaire lymfadenitis door banale ontstekingen
- diep halsabces
- TBC, toxoplasmose
- algemene infectieziekte (rubella, lymfe, kattenkrabziekte)

Nieuwvormingen
- benigne tumoren; lipomen, hemangiomen, schwannonen, paraganglioma caroticum, zwelling in de paortidea/submandubularis en schildklier
- primair maligne tumoren; lymfomen, of in de speekselklieren, schildklier of omringend weefsel (sacroom)
- secundair maligne tumoren; lymfekliermetastase

Wat is de gouden standaard bij verdere diagnostiek van een zwelling in de hals?

Echogeleide cytologische punctie
(Excisie geeft bij plaveiselcelcarcinoom kans op entmetastase)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo