Samenvatting: Gzv_Interventieontwerp | BASSIE
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van GZV_INTERVENTIEONTWERP | BASSIE
-
1 Interventieontwerp
Dit is een preview. Er zijn 91 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Webb et al (2010) meta-analyse van gezondheidinterventies via internet. Benoem een aantal conclusies uit dat onderzoek.
Theorie vs geen theorie.- Interventies met theorie waren succesvoller.
TPB (Theory of Planned Behavior) meer effectiever dan TMM(Transtheoretical Model) en SCT (Social Cognitive Theory)
TMM meer effectiever dan SCT
-
Wat was de conclusie over het gebruik van strategieeen in het onderzoek van Webb et al (2010) ?
- Hoe meer strategieen, hoe beter.
- Met name positieve effecten voor
Modeling
Social comparison
Relapse prevention
Goals setting (doelen stellen)
Action planning (specifieke doelen inplannen)
Stress management(weinig studies)
Communication skills(weinig studies)
-
Voor welke strategieen in het onderzoek van Webb et al (2010) werd geen positief effect gevonden?
- Geen effecten voor:
Self-monitoring
Follow-ups
Emotional control
Inspelen op peer pressure(others approval is sterker dan descriptive norms)
-
Wat waren volgens Webb et al (2010) succesfactoren bij E-Health interventies?
- interventie succesvol als ook andere media dan internet betrokken zijn
- automated deedback ook succesvol
-
Welke methode werd er gebruikt bij West et al (2012) in het onderzoek naar PP factoren in E-health apps.
inhoudsanalyse (content analyse --> codeboek ingedeeld op predisposing,enabling en reinforcment)
- alle betaalde apps in de categorie ‘health & fitness apps’ op amerikaanse apple app store.
-
Benoem de classificatie(verdeling) van de Health-apps (PP factoren) in de analyse van West et al (20120
1. Enabling factoren: 65.38%
Elementen om iemand een vaardigheid te leren
2. Predisposing factoren: 53,25%
Info over bepaalde onderwerpen, statistieken, attitude
3. Reinforcing factoren: 6.65%
Peer-feedback. Geautomatiseerde feedback.
-
Benoem valkuilen van het onderzoek van West et al (2012)
Geen relevantie voor risicogedrag (analyse van risicofactoren zijn niet gedaan in studie).
2 codeurs die de analyse deden.
Wordt ook menig gegeven van de codeurs. Zie tabel in artikel.
-
Vanuit welk theoretisch perspectief is het onderzoek onder adolescenten van Park & Have opgebouwd?
Social Cognitive Theory. Onderzoek naar health information via mobiele telefoons. Conclusie uit onderzoek. Health information via telefoon werkt goed. Vooral inspelen op 'health information', 'training involvement' & 'outcome expectation'. Daarnaast is persoonlijke relevantie belangrijk en moeten factoren van SCT inspelen op vermeerdering van kennis.
-
Benoem vier sociale normen (Park & Have, 2012)
Injunctive norm – in hoeverre je inschat wat andere vinden van het gedrag
Descriptive norm – in hoeverre je inschat dat andere het gedrag vertonen
Subjective norm –inschatting van wat andere vinden wat jij moet doen
Personal norm – inschatting wat jij vindt wat je moet doen.
-
Wat is het verschil tussen PMT en EPPM?
Extended Parallel Process Model(Uitbreiding op PMT) zit de stimulus (toevoeging 1) wel in opgenomen. Tweede toevoeging in model, is wat er gebeurd wanneer iemand de boodschap afwijst. EPPM is specifieker dan PMT. EPPM gaat specifiek in op fear, PMT meer op psychologische processen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden