Samenvatting: H.7 Populatiebenadering Voor De Volksgezondheid
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H.7 Populatiebenadering voor de volksgezondheid
-
1 H.7 Populatiebenadering voor de volksgezondheid
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is massamedia en nog een voor- en nadeel hiervan.
Massamedia is het gebruik van media om veel mensen te bereiken. Het voordeel is dat je een groot bereik hebt met lage kosten. Het nadeel hiervan is dat dat massamediacampagnes een beperkt effect hebben. -
Noen minimaal 3 kenmerken van massamedia en 3 kenmerken van individuele interventies.
Massamedia:
1) Boodschap is algemeen
2) Groot bereik met lage kosten
3) Weinig effectief op het ind. niveau
4) Mogelijk wel kosten- effectief door het grote bereik met de lage kosten.
Ind. interventies:
1) Specifiek gericht op het individu
2) Beperkt bereik met hoge kosten
3) Redelijk effectief op ind. niveau
4) Kosten effectiviteit beperkt door beperkt bereik en hoge kosten. -
Hoe kun je het effect van massamediacampagnes vergroten?
1) Door het afstemmen van de boodschap/ communicatie, zodat de invloed op de attitude maximaal is.
2) Het gebruik van angstberichten en agressieve boodschappen (fear appeal).
3) Doelgericht maken van interventies en vergroten van de blootstelling (exposure) van de doelgroep.
4) Gebruik maken van rolmodellen.
5) Het aanbieden van nieuwe informatie. -
Wanneer wordt volgens het ELM de informatie centraal verwerkt?
De kans dat de informatie centraal wordt verwerkt is groter als mensen gemotiveerd zijn een argument te ontvangen:
1) De info in congruent met hun bestaande opvattingen
2) De info is voor hun persoonlijk van belang (emo. component)
3) De ontvangers moeten de intellectuele capaciteit hebben om de informatie te begrijpen (boodschap is simpel geformuleerd) -
Wanneer vind volgens het ELM perifere informatieverwerking plaats?
Dit vind meestal plaats bij mensen die niet gemotiveerd zijn.
1) Mensen staan niet open voor een argument (weerstand)
2) Er is een geringe betrokkenheid bij het probleem
3) Het individu heeft een incongruente opvatting -
Wat is het verschil bij de centrale verwerking en de perifere verwerking bij het ELM?
De centrale verwerking is diepgaand. Er wordt gekeken naar de kwaliteit van de argumenten en positieve associaties.
De perifere verwerking is oppervlakkig er wordt gekeken naar geloofwaardigheid en aantrekkelijkheid. -
Welke informatie is volgens Rogers het meeste overtuigend voor individuen?
Een boodschap die:
- Angst opwekt: onveilig vrijen verhoogt je risico om hiv te krijgen.
- Gevoel van bedreiging versterkt wanneer er geen verandering wordt aangebracht: hiv is een ernstige aandoening.
- Versterkt self-efficacy: laten zien hoe je veilig kunt vrijen. -
Welk averechts effect kan aan angstwekkende boodschap hebben?
1) Iemand kan weerstand hebben tegen de informatie.
2) Iemand kan de informatie negeren.
3) Iemand kan de informatie ontkennen. -
Welke strategieën worden er gebruikt om de boodschap af te stemmen op het publiek?
1) Uiterlijk van de boodschap
2) Specifieke en relevante informatie
3) Taal gebruik
4) Ervaringen
5) Normen en waarden
6) Locatie en manier van verspreiding -
Als je gebruik wil maken van een rolmodel om een boodschap over te brengen waar moet dit rolmodel dan aan voldoen en wat zijn mogelijke rolmodellen?
1) Identificatie
2) Geloofwaardigheid
3) Demonstratie van het gedrag
4) Beloning
Mogelijke rolmodellen zijn:
1) Bekende persoonlijkheden
2) Personen uit eigen cultuur
3) Peers/ leeftijdgenoten
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden