Weefselleer - Bind- en steunweefsel

7 belangrijke vragen over Weefselleer - Bind- en steunweefsel

Waaruit bestaat bind en steunweefsel?

Een sponsachtig netwerk met veel ruimte tussen de cellen. De cellen zijn met elkaar verbonden door uitlopers en zogenaamde cytoplasmabruggen. Ze bevatten veel tussenstof en weinig cellen. De tussenstof is een geleiachtig vloeistof, waarin ook de bloedvaten voor de voeding van het weefsel liggen. De in de tussenstof gelegen bindweefselvezels (fibrillen) bepalen het karakter van het bind- en steunweefsel.

Benoem 3 typen bindweefselvezels met ieder hun eigen kenmerken:

collageenvezels:
witte, onvertakte vezels, die wel buigzaam maar niet rekbaar zijn. Ze zijn zeer trekvast en geven het weefsel stevigheid. Ze komen voor in vezelig bindweefsel, kraakbeenweefsel en botweefsel.

elastische vezels:Gele, grof vertakte en zeer rekbare vezels. Ze brengen het weefsel terug in zijn oude vorm en zijn te vergelijken met elastiekjes. Elastische vezels zien we in vezelig bindweefsel.

reticulaire vezels:Fijn vertakte, zeer dunne en trekvaste vezels. Ze komen voor in het beenmerg, de milt en de lymfeklieren.

Collageenweefsel (straf, dicht of collageen bindweefsel)

Dit weefsel wordt ook wel collageenweefsel genoemd omdat er met name collageenvezels in zitten. De vezels liggen in grove bundels gerangschikt en evenwijdig gericht in dezelfde richting ( geordend verloop). Door de dichtheid van de vezels lopen er over het algemeen weinig bloedvaten doorheen, waardoor de genezing van beschadigd straf bindweefsel traasg verloopt.

collageenweefsel komt veel voor in:

- gewrichtsbanden
- pezen
- peesplaten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kenmerken van botweefsel of beenweefsel:

- is zeer hard en stevig en heeft een uitgebreid bloedvatennet, met een groot aantal haarvaten die tot diep in het weefsel doordringen.

- heeft een hoge stofwisseling

- wordt constant afgebroken en weer opnieuw aangemaakt.

- bestaat uit collageenvezels( maken het bot taai en stevig) en botzouten/kalkfosfaat ( maken het bot hard).

Waardoor krijgen kinderen minder snel een botbreuk dan ouderen?

Naarmate we ouder worden, krijgt het  bot meer kalkzouten en minder collageenweefsel, waardoor het harden en brozer wordt.

Welke drie soorten kraakbeen zijn er

- hyalien (glasachtig kraakbeen)
bekleed gewrichtsvlakken op de botuiteinden en vormt daar een gladde laag
- elastisch (gelig van kleur)
Neus tussenschot/oorschelp
- vezelig
kan enorme drukkrachten doorstaan
vb tussenwervelschijven, menisci in de knie

Waarom kinderen minder snel botbreu dan ouderen

naarmate we ouder worden, krijgt het bot meer klalkzouten en minder collageenweefsel Hierdoor wordt het harder en brozer.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo