Samenvatting: H1: Eiwitten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H1: eiwitten
-
1 eiwitten
-
1.1.2 opbouw
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn eiwitten qua opbouw?
Polymeren met aminozuren als bouwstenen tot een driedimensionale structuur -
1.2 aminozuren
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke stereoisomeren bevat een isomeer en hoe komt dit?
Een D- en een L-vorm doordat een alfa-aminozuur een asymmetrisch koolstofatoom bevat -
Welk stereoisomeer komt er voor in eiwitten?
Eiwitten bevatten uitsluitend alfa-aminozuren met de L-configuratie -
Op basis van wat maken we een indeling tussen de aminozuren?
Op basis van hun zijketens => hun elektrische lading of hun affiniteit voor water (polair - apolair) -
Wat zijn de 7 groepen aminozuren die we onderscheiden op basis van de chemische opbouw van de zijketens? Geef telkens een voorbeeld
- Mono-aminocarbonzuren met alifatische zijketens => glycine, alanine, valine , leucine of isoleucine
- Mono-aminocarbonzuren met een OH-groep => serine of threonine
- Mono-aminocarbonzuren die zwavel bevatten => methionine of cystine
- Mono-aminodicarbonzuren (amide) => glutaminezuur, glutamine, asparaginezuur of asparagine
- diaminemonocarbonzuren => arginine, lysine of histidine
- aromatische aminozuren => fenylalanine, tyrosine of tryptofaan
- iminozuren => proline
- Mono-aminocarbonzuren met alifatische zijketens => glycine, alanine, valine , leucine of isoleucine
-
Wat is een aminozuur op vlak van zuur-base en waarom?
Het zijn amfotere verbindingen door de zure carboxylgroep en basische aminogroep -
Voor de bepaling van het IEP, waar moeten we rekening mee houden?
We moeten enkel rekening houden met de twee groepen waarvoor de PKa-waarden dicht bij elkaar liggen -
1.3 peptidebindingen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het begin van een peptidebinding bij conventie?
Het uiteinde met een vrije aminogroep wordt als begin gezien -
Wat voor consequenties zijn er door de aanwezigheid van resonantiestructuren (dubbele bindingen bij de CN binding) ?
- Er is geen vrije draaibaarheid rond de C-N binding => wel tussen het alfa-C-atoom en het C-atoom
- de zes atomen van de peptidebinding liggen in 1 vlak
- de meest stabiele configuratie is deze met beide alfa-C in trans
- Er is geen vrije draaibaarheid rond de C-N binding => wel tussen het alfa-C-atoom en het C-atoom
-
1.4 eiwitten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
In welke eenheid wordt de molecuulmassa van een eiwit uitgedrukt?
Dalton = 1,663*10^-24
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden