Grammar - Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) - Bijvoeglijk gebruikt

3 belangrijke vragen over Grammar - Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) - Bijvoeglijk gebruikt

In welke situaties wordt het bezittelijk voornaamwoord "bijvoeglijk gebruikt"?

  • Bij namen van lichaamsdelen
    • My son has broken his arm
    • The audience clapped their hands
      • De bezitter (my son, the audience) is het onderwerp van de zin.
  • Bij de woorden "life" and "death", als deze terugslaan op de persoon van het onderwerp.
    • He lost his life in the Battle of Britain.
    • My father met his death on a peacekeeping operation.

Als je in dit soort situaties te maken hebt met een zin waarin de bezitter niet het onderwerp is, wat gebruik je dan?

  • Als de bezitter niet het onderwerp is, gebruik je het bepaald lidwoord.
    • He took the little boy by the hand
    • The dog bit me in the leg
      • De bezitter (the little boy, me) is het lijdend voorwerp: niet het onderwerp.

Soms kan het bezittelijk voornaamwoord + own niet voor een zelfstandig naamwoord staan, dan wordt het "of my own, of your own" etc. Wanneer is dit het geval?

  • Na een onbepaald lidwoord, of het ontbreken van een lidwoord wegens meervoud of niet-telbare zelfstandige naamwoorden.
    • Have you got a room of your own?
    • I have money of my own.
    • They have horses of their own.
  • Na een telwoord, dus bijvoorbeeld "drie eigen..."
    • They've got three houses of their own
  • Na much, a lot of, many, little, few, any, some, no
    • He has some/much/little land of his own.
    • Has he got any land of his own?
    • He has no land of his own.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo