De luchtwegen

9 belangrijke vragen over De luchtwegen

Waar bestaan de luchtwegen/longen uit

Neusholte/mondholte/farynx/larynx/trachea/hoofdbronchieen/bronchiolen/longtrechtertjes/longblaasjes

Vertel wat over de larynx

  • Strottenhoofd (onder epiglottis)
  • Stembanden (vocalisatie)
  • Hoestreflex
    • Prikkel komt vooral uit trachea en larynx, inademen, sluiten stembanden, samentrekken borst- en buikspieren > plots heropenen glottis > lucht buiten aan 100-150 km/u (verwijderen irriterend agens)

Wat is de functie van reflexmechanismen in de bovenste AH wegen (niezen, hoesten en slikreflex)?

Het beschermen van kwetsbare dieper gelegen delen van het AH stelsel
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Vertel wat over de trachea

  • Kraakbeenringen met ligamenten
  • Gecilieerd epitheel met slijmbekercellen = mucociliair transport voor uitdrijven van stof en pathogenen

Wat houdt mucociliair transport in?

  • Niet specifieke afweer
  • Vergelijk met korenveld in de wind
  • Zuivert partikels van 2-10 μm (kleiner dan 2 μm > tot in alveolen)

  • Gestimuleerd door acetylcholine
  • Partikels < 0,2 μm worden:
    • Gefagocyteerd in alveoli
    • Afgevoerd via alveolair slijm
    • Opgenomen in lymfevaten

Vertel wat over de bronchen & bronchiolen

  • Primaire bronchen vertakken verder waarbij aandeel van kraakbeen afneemt en aandeel glad spierweefsel in wand toeneemt
  • Terminale bronchiolen vormen overgang naar respiratoire zone (respiratoire bronchiolen en alveolen): veel gladde spiercellen, geen kraakbeen, cilia en slijmbeekercellen meer
  • 20-24 vertakkingen om in alveole te komen > enorme oppervlakte toename
  • Glad spierweefsel in bronchen en bronchiolen: bronchoconstrictie/-dilatatie
  • Verschillende receptoren

Wat zijn terminale bronchiolen?

Deze vormen de overgang naar respiratoire zone (respiratoire bronchiolen en alveolen): veel gladde spiercellen en geen kraakbeen, cilia en slijmbeekercellen meer

Wat zijn bepalende factoren voor diffusie

Oppervlakte
afstand
concentratie verschil
bouw en werking van de luchtwegen

Welke receptoren op gladde spiercellen in bronchen & bronchiolen zijn er?

  1. β2 receptor: gevoelig voor (nor)adrenaline (S) > geeft actieve dilatatie v/d bronchen. Veel meer β receptoren dan α receptoren (geven constrictie). Netto resultaat van S activatie: bronchodilatatie
    1. Vb: inspanning > adrenaline > bronchodilatatie > betere ventilatie alveolen
    2. Vb: In aerosols, parenterale medicatie bij bronchospasmen! Bronchodilatoren met een β2 specifieke sympathicomimetische werking. Hierdoor wordt β1 receptor van hart minder beïnvloed (vb: salbutamol, clenbuterol)
  2. Muscarinereceptor: gevoelig voor acetylcholine > actieve contractie (en stimulatie mucussecretie)
    1. Vb: inademen van koude lucht!
  3. Histamine/PGF2α/SRS-A (slow reactant substance A): spelen vooral een rol bij pathologische toestanden zoals astma > induceren van bronchoconstrictie en bronchosecretie!
    1. Behandelen met sympathicomimetica en cortisol!!

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo