Samenvatting: H2 Perfusievloeistoffen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 69 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H2 Perfusievloeistoffen

  • 1 Perfusievloeistoffen

  • Diabetespatiënten krijgen beter NaCl 0,9% dan Glucose 5% ????

    Niet waar ze moeten ook glucose krijgen om bepaalde processen te volharden 
    !! Er wordt dan insuline in de zak gedaan.
  • 1.2 indeling volgens de osmotische waarden

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de osmolariteit van ons bloedplasma?

    303-310mEq/L
  • Waar passeren ionen?

    Alleen interstitium en plasma
  • 1.2.1 de isotonische oplossing (+- 300mEq/L

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer veranderd de concentratie van plasma niet ?

    Als een isotone vloeistof met dezelfde osmolariteit als plasma w toegevoegd aan de extracellulaire vloeistof
  • Hoe mogen deze vloeistoffen gegeven worden ?

    IV
    SC
    IM
  • 1.2.2 de hypertonische oplossing (>300mEq/l)

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Vanaf wanneer moet het via een centraal veneuze katheter

    >600-800mEq/l
  • Hypertonische oplossingen hebben een sterk

    diuretische werking
  • 1.2.3 de hypotonische oplossing (<300mEq/l)

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wnr hypotone vloeistof, met een lagere concentratie aan elektrolyten dan die van het bloedplasma, wordt toegevoegd aan extracellulaire vloeistof, dan ... Concentratie van genoemde vloeistof

    Daalt
  • 1.3.1 koolhydraat-oplossing

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Glucose oplossingen , ISOTONISCH glucose 5% indicaties

    1. Eiwit sparend
    2. reserve van glucose in de lever en spieren mogelijk maken in de vorm van glycogeen.
    3. voedende waarde
    4. waakinfuus
    5. oplosmiddel medicatie
  • Glucose oplossing HYPERTONISCH, glucose 10%-20%-30%, indicaties

    1. Calorieaanvoer 
    2. hypoclycemische coma 
    3. hyperkalëmie : door toedienen van glucose en insuline treedt K-shift op , glucose en kalium gaan uit de bloedbaan door insuline -> kaliumgehalte gaat dalen 
LET OP!!! Er zijn slechts 69 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart