Samenvatting: H3 Stedelijke Gebieden
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H3 Stedelijke gebieden
-
3.1 De economie van de stad
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer was de agrarische samenleving (geen jaartal) en wat was toen de belangrijkste productiefactor?
Demiddeleeuwen en daarvoor.Grond. -
Welke samenleving was er na de middeleeuwen? Vanaf welk jaartal?Welke drie productiefactoren?
De industriële samenleving.
Vanaf 1850.
Kapitaal, machines en arbeiders. -
Wanneer is er een kenniseconomie in NL en wat is daarbij de productiefactor?
Sinds 2000
Kennis. Vooral door hoogopgeleiden. -
Over welke twee soorten kennis gaat bij de kenniseconomie? Geef ook de omschrijving.
1. Technologische kennis:
- gebruik vooral in de industrie
- Het weten hoe een product gemaakt wordt.
2. Sociale kennis:
- gebruik vooral in handel en dienstverlening
- kennis van het gedrag van mensen. -
Wat is er naast het bedenken van nieuwe technologie en nieuwe producten nog meer belangrijk in een kenniseconomie?En welk begrip past daarbij?
Het delen vankennis eninformatie .
Zakelijke dienstverlening. -
Noem drie groepen die diensten leveren aan bedrijven en de overheid (zakelijke dienstverlening) ? Waar doen bedrijven in de zakelijke dienstverlening geen grote investeringen in? Want, het gaat vooral om..
1. Voorlichtingsambtenaren
2. Marketingdeskundigen
3. Reclamemakers
Geen grote investeringen in gebouwen, machines en voorraad, Het gaat vooral om de kennis van de werknemers. -
In welk tijdperk was er sprake van crisis in de stad?Wat gebeurde er toen?
Tussen 1975 en 1990.
Bedrijven vertrokken naar terreinen buiten de stad. De werkgelegenheid in de stad daalde sterk. -
Vanaf wanneer kwam de kenniseconomie op en wat gebeurde er toen?
Vanaf1990 .Mensen metcreatieve beroepen zoals,architecten, ICT-deskundigen envormgevers kwamen weer naar de stad. Die mensen die in de creatieve sector werken zorgen voor een groei van de economische ontwikkeling. -
Naast de groei van de economische ontwikkeling zorgen de mensen uit de creatieve sector nog voor een ander punt. Welke is dat ? en geef ook de twee redenen erbij.
Zij leverenwerkgelegenheid enbelasting op.
1.Mensen uit decreatieve sector wonen graag in de stad en geven veelgeld uit aanstedelijke voorzieningen.
2. Mensen uit de creatieve sector roepen een aantrekkelijke sfeer op van succes. Daar profiteren andere bedrijven weer van. -
Duale arbeidsmarktSociale ongelijkheid
Het verschil in werk en inkomen tussen hoog- en laagopgeleiden.
Verschil in levensomstandigheden, welvaart en ontwikkelingskansen in de bevolking. Bijv. Laag- en hoogopgeleiden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden