Samenvatting: H4 Het Psychologisch Perspectief
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H4 Het psychologisch perspectief
-
1 H4 Het psychologisch perspectief
Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Van welke subdisciplines van de psychologie maakt de criminologie het meeste gebruik?
- leerpsychologie
- persoonlijkheidspsychologie
- sociale psychologie
- ontwikkelingspsychologie -
Wat is het verschil tussen psychologie en criminologie als het gaat om het bestuderen van gedrag?
Criminologen richten zich op een specifiek soort gedrag, namelijk criminaliteit, strafbaar gesteld gedrag.
Voordelen: onderwerp is makkelijk te omschrijven (strafbaar gesteld gedrag), er vindt al registratie plaats door politie/justitie.
Nadeel: onderzoeker is afhankelijk van de wijze waarop anderen het onderzoeksonderwerp omschrijven.
Psychologen kijken naar de persoon en de omgeving, op gedrag dat ze zelf omschrijven, onafhankelijk van wat de wetgever heeft bepaald. -
Welke (belangrijkste) gedragsvormen worden door psychologen bestudeerd?
- antisociaal gedrag
- antisociale persoonlijkheidsstoornis
- externaliserend/internaliserend gedrag
- agressie -
Wat betekent 'status offenses'?
Gedragingen hangen samen met de leeftijd van de betrokkenen (weglopen van huis, spijbelen) en worden alleen als een vorm van probleemgedrag gezien bij minderjarigen (antisociaal gedrag). -
Uit welke syndroomschalen bestaat het domein 'internaliserende problematiek'?
1. Teruggetrokken
2. Lichamelijke klachten
3. Angstig/depressief -
Noem twee dimensies van agressie (volgens Frick et al.).
* overt - covert (onderscheid tussen openlijk en heimelijk agressief gedrag)
* destructive - non-destructive
Dimensies die ook wel genoemd worden:
- reactieve of proactieve agressie
- fysieke of verbale agressie -
Is antisociaal gedrag erfelijk?
Er ligt een erfelijke component ten grondslag aan menselijk gedrag in het algemeen en aan antisociaal gedrag in het bijzonder. Erfelijkheid is mede bepalend voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid en vervolgens voor het ontstaan van bepaalde gedragingen. Permanente interactie tussen aanleg en omgeving. -
Wat is het doel van kwantitatieve erfelijkheidsstudies?
Eeen betere schatting op te leveren van de invloed van genetische disposities op gedrag (om het probleem van de vermenging van genetische en omgevingsfactoren op te lossen).
- tweelingonderzoeken (vergelijken van eeneiige met twee-eiige tweelingen;
bij eeneiig worden verschillen toegeschreven aan omgevingsinvloeden, bij
twee--eiig aan genetische en omgevingsfactoren)
- adoptiestudies
- combinatie van tweeling- en adoptieonderzoek
Daarnaast zijn er ook nog moleculaire genetische studies (naar het effect van specifieke genen). -
Noem een aantal biologische factoren die naast erfelijkheid ook samenhangen met gedragstendensen.
- fysiologische factoren (bijv. hartritme)
- hormonen (bijv. testosteron)
- psychische aandoeningen (bijv. ADHD, depressie, drugsverslaving)
mogelijk causaal proces: erf. factoren -> mentale probl. -> antisoc. gedrag -
Hoe zit het met de stabiliteit van persoonlijkheid?
Persoonlijkheid is stabiel en verklaart gedrag in verschillende situaties (cross-situational consistency) én de stabiliteit neemt toe bij het ouder worden.
Persoonlijkheid: opgewekt, neerslachtig, kordaat enz.
Afhankelijk van genetische invloeden en/of ervaringen in de vroege jeugd.
Nature / nurture
Interactie tussen genen en omgeving en persoonlijkheid en omgeving.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden