Samenvatting: H4 Wateroverlast

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H4 Wateroverlast

• 1 Van de bergen naar de zee

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een stroomstelsel?Lengteprofiel

  De hoofdrivier met de zijrivieren van een rivier.
  
  Onderdeel stroomstelsel. De doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding, bestaande uit boven-, midden- en benedenloop.

• Schrijf kenmerken op van de drie delen van het lengteprofiel. Boven 2, midden 1, beneden 2

  Bovenloop: 
  - hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt
  - Veel erosie door hoogteverschil bergen en snelstromende rivier
  
  Middenloop:
  - de rivier loopt door een dal waar hij zich heeft ingesneden
  
  Beneden:
  - dichtbij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt.
  - Stroomsnelheid is laag waardoor sedimentatie toeneemt.

• Hoe kan het dat het regiem en het debiet gedurende het jaar verschillen?Je komt hier later nog op terug met neerslagregiem.

  In jaren met veel neerslag is het debiet hoger dan in jaren met weinig neerslag. 
  
  In een gebied waar in bepaalde periodes heel veel neerslag valt, is het regiem grillig.

• Wat zijn volgens wetenschapper drie gevolgen van klimaatverandering?

  1. Toename temperatuur
  2. Gletsjers worden kleiner
  3. De zeespiegel stijgt.

• Wat voor gevolgen heeft de klimaatverandering voor de zomer en de winter?

  Winters worden warmer en natter.
  In de toekomt wordt er een stijgend neerslag% verwacht
  
  Zomers zijn droog en warm waar watertekorten ontstaan.

• Neerslagregiemop welke twee manieren verandert het neerslagregiem?

  De verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode, bijv een jaar.
  
  1. Er valt meer neerslag
  2. De neerslag valt onregelmatiger

• Het gevolg van het veranderen van het neerslagregiem is dat de kans op overstromingen toeneemt.Noem drie voorbeelden voor het veranderen van het neerslagregiem.

  1. In de zomer kan er een heftige regenbui vallen in een korte tijd.
  
  2. Er is een hoger debiet in de rivieren.
  
  3. De piekafvoer in de rivieren.

• Bedenk drie materialen die water opnemen en zet deze van1 :veel opname , 2: tussenin, 3:weinig opname

  1. Zand, kalksteen
  2. Klei
  3. Graniet

• 2 De invloed van de mens

  Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat gebeurde er met de rivier zo'n 10 000 jaar geleden? 4

  Er waren toen geen dijken.
  Bij hoge waterstanden:
  - overstroomde het gebied,
  - werden meanders afgesneden,
  - rivierlopen verplaatsten zich spontaan
  - er werd sediment afgezet.

• Wat gebeurde er in de 11e eeuw, wat wateroverlast tegen ging.

  De eerste dijken werden bij de rivier gezet, zodat het water via de laaggelegen gebieden om de plaats stroomde.