Samenvatting: H6-H8 Strafrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van H6-H8 Strafrecht
-
1 H6-H8 Strafrecht
Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen rechtvaardigings- en schulduitsluitingsgronden?
Rechtvaardigingsgronden zorgen ervoor dat het feit niet strafbaar is en schulduitsluitingsgronden zorgen ervoor dat de dader niet strafbaar is.
Een rechtvaardigheidsgrond neemt de wederrechtelijkheid weg.
Een schulduitsluitingsgrond neemt de schuld weg. -
Wat houdt overmacht noodtoestand in?
Het gaat hierbij om situaties waarin iemand een keuze moet maken tussen twee botsende plichten: de plicht om de wet na te leven en een maatschappelijke plicht. Wanneer de maatschappelijke plicht zwaarder weegt dan de wettelijke plicht, kan iemand een succesvol beroep doen op overmacht noodtoestand (in geval van acute nood).
Twee vereisten: proportionaliteit en subsidiariteit. -
Wat is het belangrijkste kenmerk van een noodtoestand?
Er is sprake van een noodtoestand als er direct een keuze moet worden gemaakt tussen het nastreven van een maatschappelijk belang en het belang om je aan de wet te houden. -
Aan welke eisen moet een noodzakelijke verdediging (bij noodweer) voldoen?
Proportionaliteit en subsidiariteit.
Proportionaliteit: verdediging moet in verhouding staan met de aanval.
Subsidiariteit: het doel van de verdediging kan niet op een andere, minder ingrijpende manier worden bereikt (bijv. onttrekken aan de aanval). -
Aan welk vier voorwaarden moet worden voldaan voor een succesvol beroep op noodweerexces?
1. Ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van eigen/andermans lijf,
eerbaarheid of goed.
2. Noodzakelijke verdediging.
3. De verdediging is subsidiair, maar niet proportioneel.
4. Gevolg van een hevige gemoedstoestand die door de aanranding wordt
veroorzaakt. -
Wanneer is iemand die zich beroept op een onbevoegd gegeven bevel, straffeloos?
Als hij een bevel heeft opgevolgd waarvan hij niet wist of hoefde te weten dat dit bevel onbevoegd gegeven werd. -
Wanneer is er sprake van afwezigheid van alle schuld (avas)?
Wanneer iemand heeft gedwaald ten aanzien van de feiten, maar dit hem niet verweten kan worden.
Twee eisen:
- er moet sprake zijn van een dwaling en
- die dwaling moet verschoonbaar zijn
(Motorpapierenarrest, 1949) -
Noem twee voorwaarden voor vrijwillige terugtred.
1. De dader maakt een nieuwe afweging van dezelfde omstandigheden en besluit
vanwege die afweging af te zien van het plan.
2. De dader is gestopt omdat hij dat zelf wilde (keuze niet bepaald door factoren
van buitenaf). -
Wanneer mag iemand als verdachte worden aangemerkt?
Als er feiten en omstandigheden aanwezig zijn die het vermoeden dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, rechtvaardigen.
Art. 27 lid 1 Sv: er moet sprake zijn van:
- een redelijk vermoeden
- van schuld (het gedaan hebben)
- aan een strafbaar feit (misdrijven en overtredingen) -
Waarom is het belangrijk om te beseffen wanneer iemand als verdachte mag worden aangemerkt?
Het Wetboek van Strafvordering kent diverse bevoegdheden die alleen gebruikt mogen worden tegen een verdachte.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden