Politieke theorie 1650-1800 - Politieke theorie staat

8 belangrijke vragen over Politieke theorie 1650-1800 - Politieke theorie staat

Noem een voorbeeld van decending theory of government

het absolutisme van Lodewijk XIV in de 17e eeuw.

Noem een reden waarom de republiek als staatsvorm weinig levensvatbaar bleek in het ancien regime

Elke republiek is afhankelijk van de deugdzaamheid en inzet van haar burgers. De noodzakelijke participatie kon makkelijk ontaarden in een belangenstrijd tussen burgers, facties en partijen.

Noem een reden waarom het absolutisme als staatsvorm een krachtige politieke macht vormde

In de hiërarchisch ingerichte staat weet iedereen wat zijn plaats is, konden loyaliteit en gehoorzaamheid makkelijk worden afgedwongen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de Leviathan verdedigd Hobbes in de 17e eeuw het absolutisme, leg uit

Hobbes gaat uit van het ontstaan van een gemeenschap om de chaos die in de natuurstaat aanwezig is om te vormen tot een staat. Deze juridische overeenkomst wordt gekarakteriseerd als een "sociaal contract" waarin bindende afspraken zijn gemaakt over gezagsverhoudingen. Hobbes stelt als voorwaarde voor het slagen van de staatsvorming de absolute onderwerping aan het staatsgezag.

Wat is het verschil tussen theorie en praktijk van het absolutisme

De machtsmiddelen van de 17e-eeuwse staat waren beperkt en bleef afhankelijk van eeuwenoude procedures en instituties. Vooral in staten die van oudsher weinig ruimte lieten aan een krachtige vorst.
De theorie van de soevereiniteit is een ideaalbeeld dat in de praktijk alleen in genuanceerde vorm kan voorkomen.

Wat was de strekking van Lockes Two Treatise of government. 1690

Het recht van een volk om in verzet te komen tegen het onrechtmatige gedrag van de autoriteiten. In de legitieme staat was het politieke gezag altijd gebaseerd op een overeenkomst die niet alleen bij aanvang maar ook na het inrichten van de maatschappij afhankelijk is van de instemming van de bevolking.

Was Lock voor- of tegenstander van de absolute monarchie

Locke beoordeelde de absolute monarchie als onrechtvaardig en niet legitiem. In het soevereiniteitsconcept van Locke staat het vertrouwen tussen de autoriteiten en het volk centraal. Achter de wetgevende macht bleef de macht van het volk aanwezig; het volk gaf zijn macht nooit volledig af aan het wetgevende orgaan, er is dus sprake van gedeelde soevereiniteit.

Geef aan: descending of ascending theory of government bij Bodin, Hobbes en Locke

Bodin: absolutisme dus descending, macht is absoluut en door God gegeven in handen van de vorst.
Hobbes: absolutisme dus descending, sociaal contract met absolute onderwerping aan staatsgezag voor altijd en onvoorwaardelijk.
Locke: gedeelde soevereiniteit, ascending, overeenkomst waarbij wetgevende macht instemming van het volk nodig heeft.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo