Groepsdynamica tussen psychologie en sociologieg

37 belangrijke vragen over Groepsdynamica tussen psychologie en sociologieg

Het taakniveau en sociaal emotionele niveau in groepen:

Taakniveau is opgedeeld in twee niveaus: 1 Inhoudsniveau: alle gedrag waarmee de groep werkt aan de doelstelling en de taak, dus naar wat er in de groep gebeurt.
2 Procedureniveau: hoe de groepen aan de taak werkt (gevolgde werkwijze en procedure) tbv de doelstelling.
Sociaal emotionele niveau is opgedeeld in twee niveaus:
1 Interactieniveau:
verwijst naar groepsproces, dus wat er tussen de groepsleden gebeurt 
2 Bestaansniveau: verwijst naar het individuele proces, het eigen zelfbeeld of identiteit.
Daarnaast zijn er ook invloeden vanuit de omgeving, dus invloeden buiten de groep = contextniveau

Wat zijn de twee soorten van onderhandelen en wat houden ze in?

1. distributief
wat de een heeft krijgt de ander niet, nooit gelijk
2. intergratief
win win, altijd gelijk

Communicatie: inhoud- en betrekkingsniveau:

Inhoudsniveau: informatie / inhoud / bericht
Betrekkingsniveau: hoe de inhoud moet worden opgevat door degene voor wie het bestemd is (neutrale mededeling, vraag, bevel, grapje). De zender geeft dus tegelijk aan hoe hij zijn relatie tot de ontvanger definieert / hoe hij zichzelf ziet in relatie tot de ander.
Problemen en conflicten liggen in veel gevallen op betrekkingsniveau.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar ligt de nadruk op bij ik-culturen?

op het individu en zijn ontwikkeling en ontplooiing.

Wat zijn expliciete en impliciete normen?

expliciete normen:
formeel en afgesproken
impliciet:
komt ongemerkt tot stand, informeel

Callens - 4 componenten van een groep:

1 Ik: het individu met zijn dynamiek / geschiedenis, ambities
2 Wij: de interactiedynamiek tussen de leden, al dan niet op verschillend hiërarchisch niveau
3 Het: alle interacties gaan ergens over, individuen gaan taken met elkaar aan. Bij het vervullen van de taken duiken levende thema's op
4 Globe: de omgeving in engste en breedste zin (dichtbij / veraf / verleden / toekomst)

Noem de vier niveaus op volgorde van de leiderschapstijlen. en geef hoog - laag aan (relatie en taakgericht)

1. sturende stijl
taak hoog / relatie laag
2. ondersteundende stijl
taak hoog / relatie hoog
3. motiverende stijl
taak laag / relatie hoog
4. delegerende stijl

taak laag / relatie laag

Drie modellen van groepsontwikkeling:

1 Lineaire model: ordelijke voortgang van de groep door meerdere voorspelbare fasen die elkaar in tijd opvolgen. Stijgende lijn van begin naar eind.
Tuckmann (5):
Forming (vorm): fase van oriëntatie op de taak, afhankelijkheid, uitproberen
Storming (storm): fase conflicten
Norming (norm): ontwikkeling normen
Performing (prestatie): losse individuen worden groep met grote betrokkenheid
Adjourning (afscheid):  fase van loslaten en ontbinding
2 Spiraalmodel: groepsontwikkeling als spiraalbeweging de diepte in. Thema's intensiever aan bod. Volgorde is niet bepaald
3 Polariteitenmodel: polariteiten spelen grote rol en er is spanning door wisselende polariteiten

Noem de vier verschillende aspecten van communicatie + wat houden ze in?

1. zakelijk
hierbij gaat het om feiten, meningen en wensen
2. expreccief
gevoel wordt overgebracht door tonatie
3. relationeel
zegt iets over de relatie, wie is de baas
4. appellerend
de ander iets laten doen door te vragen of een opmerking te maken, nee wordt niet geaccepteerd

Waarom zijn groepen productiever dan individuen?

groepsproces levert meer winst op
groep ontdekt eerder dat een bepaalde oplossing verkeerd is
groepsdiscussies leiden tot betere argumenten

Wat zijn belangrijke voorwaarden voor altruisme?

empathie
gevoel van interne controle
geloof in een rechtvaardige wereld
sociaal verantwoordelijkheidsgevoel
weinig egocentrisme

Hoe zijn groepen volgens Tohnies ingedeeld?

- Gemeinschaft: leefgemeenschap
- Gesellschaft: belangengemeenschap

Wnr spreken we van effectieve communicatie

als de boodschap is overgekomen zoals die door de zender is bedoeld.

Wat zijn de drie verschillende soorten van leiderschap? en wat houden ze in?

transformationeel / charismatisch leiderschap
nieuwe doelen introduceren
behoefte patroon uitbreiden

participatief leiderschap
betrokken bij besluiten

coachend leiderschap
alles is resultaat gericht

Noem de omstandigheden voor het verliezen van eigenheid in de menigte

anonimiteit
diffusie van verantwoordelijkheid
omvang van de groep / massa
opwinding

Wat si de cognitieve dissonantie theorie?

mensen vinden het onprettig wanneer eigen verschillen, ideeeen of gedragingen onderling niet overeenstemmen

Schutz: 3 basisthema's wat betreft de fundamentele behoefte aan erkenning:

1 Inclusie: gevoel mee te tellen, erbij horen en serieus te worden genomen. Vraag naar basiserkenning: opgemerkt, gezien en geaccepteerd worden
2 Controle:  vraag naar invloed, te kunnen bepalen, greep op de omstandigheden te hebben. Vraag erkenning voor wat je kunt, wat je beheerst, voor je kwaliteiten, deskundigheid en prestaties
3 Affectie:  vraag naar genegenheid, gevoel van loveability:  de wens om beminnenswaardig, aardig, sympathiek gevonden te worden en gewaardeerd te worden.

Ontwikkeling interne systeem

het contact in de werkgroep wordt informeler en groepsleden raken meer betrokken met elkaar

De opbouw van de Roos van Leary:

1 Dimensie rond macht en invloed: de mate waarin mensen invloed uitoefenen. Ene kant veel invloed (macht, overheersing, dominantie) = Boven gedrag, andere uiterst weinig invloed (volgzaamheid, onderwerping)= Onder gedrag
2 Dimensie rond intimiteit en affectie:
hoe persoonlijk of afstandelijk mensen met elkaar omgaan / samenwerking - tegenwerking / sympathie - antipathie. Ene kant is samenwerken (helpen, assisteren) = Naast gedrag, andere kant gedrag van afgrenzing = Tegen gedrag

Verbondenheid en autonomie belangrijke pijlers:

Verbondenheid: wens tot contact, verbinding, gezamenlijkheid, wij gerichtheid. Zoekt contact via verbinding
Autonomie: wens tot individualiteit, ik gerichtheid door afgrenzen anderen. Zoekt contact via confrontatie en conflict.

Spraakzame en zwijgzame groepsleden:

Spraakzaam: groepsleden richten zich tot deze persoon.
Zwijgzaam: minder interactie.
Statusverschillen leiden tot communicatieverschillen, verschillen in spraakzaamheid, leiden tot statusverschillen

Taakspecialist en sociaal emotionele specialist:

Taakspecialist: degene die het meeste participeert
Sociaal emotionele specialist: degene die daarna het meeste participeert (het tweede groepslid)

Thoreson - Afweer in groepen (3):

1 Vechtgedrag: persoon beweegt zich naar conflictbron toe. Aanval is de beste verdediging: strijd met leider, cynisme
2 Vluchtgedrag: persoon verwijdert zich van conflictbron. Vermijden van eerlijke, open communicatie: intellectualiseren (psychologische verklaring), generaliseren (vage termen), projectie, rationalisatie (verklaren), terugtrekken (overpeinzen)
3 Groepsmanipulatie: persoon probeert anderen te manipuleren om conflicten of grote betrokkenheid te vermijden. Paarvorming, rode kruisgedrag (redden), alle ogen zijn gericht op Kwatta (aandacht afleiden door fixatie 1 persoon)

De cultuur in een groep (oefening beeld van de groep - boek)

Mogelijke culturen: vechtcultuur, vluchtcultuur, paarvormingscultuur (lievevredegroep) en afhankelijkheidscultuur. Het klimaat kan positief, negatief of neutraal zijn.
Voorbeelden negatieve beelden: gekkenhuis, zinkend schip
Voorbeelden positieve beelden: thuis, smeltkroes
Voorbeelden neutrale beelden: schoolklas, sportclub

Sociaal emotioneel leiderschap

Leidinggevenden willen door groepsleden worden geapprecieerd. Mensen mede verantwoordelijk maken voor samenwerking. Vertrouwen, loyaliteit, sympathie, begrip. Gericht op intern systeem, informeel leiderschap

Quinn - Leiderschap in organisaties

1 Innovatiegericht: groei en ontwikkeling van nieuwe producten of diensten
2 Resultaatgericht: realiseren van een goed en concurrerend eindproduct
3 Beheersgericht: heldere regels en procedures, daardoor interne stabiliteit
4 Mensgericht: medewerkers en hun ontwikkeling centraal

Human Resources Management

Scheppen van een klimaat waarin alle betrokkenen zich aangesproken voelen en worden. Individuele doelen en organisatiedoelen zoveel mogelijk op elkaar laten aansluiten. Optimale kansen bieden om eigen capaciteiten, kennis en vaardigheden te ontwikkelen.

Directieve stijl van leidinggeven

Sterke gerichtheid op taak, weinig gerichtheid op mensen.
Neiging te domineren
Korte termijn hoge productiviteit
Beoordeling groepsleden op basis van bijdrage aan taak
Zeer actief en geeft richting

Overtuigende stijl van leidinggeven

Sterke gerichtheid op taak, weinig gerichtheid mensen
Overtuigingskracht om te motiveren
Maximum taakgerichtheid en relatiegerichtheid om tot effectief resultaat te komen
Persoonlijk in gedrag en stimuleert zo maximale inzet en betrokkenheid
Streeft naar gezamenlijke aanpak
Integratie individuele behoeften en behoefte organisatie

Participerende stijl van leidinggeven

Lager gerichtheid taak, hoge gerichtheid mensen
Beoordeelt groepsleden naar het begrip dat ze voor elkaar hebben
Goede samenwerking
Beloning door erkenning en waardering
Motiveren tot topprestaties op langer termijn

Delegerende stijl van leidinggeven

Weinig gerichtheid op taak, weinig gerichtheid op mensen
Laat veel aan groepsleden over
Bij conflicten en spanning, neiging te verwijzen naar procedures en regels
Hecht aan logica en rationaliteit

Hersey en Blanchard - Wanneer we 4 leiderschapsstijlen koppelen aan de 4 ontwikkelingsniveaus van de groepsleden:

Stijl 1 - directieve stijl: meest effectief bij groepsleden met een laag niveau van ontwikkeling (niveau 1) = telling
Stijl 2 - overtuigende stijl:
meest effectief bij groepsleden met een matig niveau van ontwikkeling (niveau 2) = selling
Stijl 3 - participerende stijl: meest effectief bij groepsleden met een ruim niveau van ontwikkeling (niveau 3) = participating
Stijl 4 - delegerende stijl: meest effectief bij groepsledenmet een hoog niveau van ontwikkeling (niveau 4)

Extern systeem / formele organisatie en intern systeem / informele organisatie:

Extern / formeel: bestaat uit een door managers ontworpen plan voor het bereiken van de organisatiedoelen, de blauwdruk van de organisatie. Blauwdruk vormt het skelet: de papieren organisatie. Hardware van organisatie
Intern / informeel: is niet ingepland, maar ontwikkelt zich spontaan uit de interacties terwijl ze bezig zijn het formele plan uit te voeren. De rooddruk, het vlees en bloed en laat zien hoe het allemaal echt functioneert. Software van de organisatie.

Teambuilding / teamopbouw / teamontwikkeling

Een verzamelnaam voor een reeks langetermijninterventies die gericht zijn effectiviteit team te verbeteren door aandacht voor de structuren, methoden van besluitvorming, omgangsvormen, normen, waarden en interpersoonlijke relaties. Gericht om de individuele en teamprestaties op een hoger niveau te brengen en optimaal te functioneren als effectief team.

In groepsdynamica zijn twee niveaus waarneembaar:

Taakniveau: verwijst naar inhoud en activiteiten. Dus wat er gezegd en gedaan wordt. Groep vervult formele functies.
Sociaal emotioneel niveau: verwijst naar manier waarop men met elkaar omgaat tijdens vervullen taak. Vervult psychologische functies zoals emotionele behoeften

Homans - maakt een onderscheid tussen het externe en het interne systeem van elke groep:

Extern systeem: alle activiteiten, interacties en gevoelens om als groep ten aanzien van de buitenwereld te kunnen blijven voortbestaan (vervullen taak en groepsdoel)
Intern systeem: alle activiteiten, interacties en gevoelens die voortvloeien uit intern groepsfunctioneren. Het heet intern omdat de buitenwereld niet bepaalt. De sociaal emotionele kant van de groep = proceskant

Festinger - sociale vergelijkingstheorie

Streven bevestiging voor opvatting te vinden. Zo ontstaat door consensus een sociale werkelijkheid.
De sociale vergelijkingstheorie
verklaart waarom mensen lid worden van bepaalde groepen. Ze zoeken actief lidmaatschap waarvan zijn vermoeden dat de leden meningen en vaardigheden hebben die vergelijkbaar zijn met die van henzelf, zodat ze bevestiging vinden en kunnen vergelijken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo