Groepsprocessen en groepsfenomenen - Groepsidentiteit

5 belangrijke vragen over Groepsprocessen en groepsfenomenen - Groepsidentiteit

Wat is ontstaansgeschiedenis van een groep?

Iedere groep heeft een eigen biografie. De wijze waarop mensen zich met elkaar hebben verbonden, bepaalt of de kracht van de groep geboren kan worden.

In welke aspecten uit zich de eigenheid van een groep?

  • ontstaansgeschiedenis (naarmate meer groepsleden deze geschiedenis hebben meegemaakt zal het besef van eigenheid sterker zijn)
  • naamgeving
  • taak (inhoudsniveau)
  • werkwijze (procedureniveau)
  • communicatie in de groep (interactieniveau)
  • persoonlijke drijfveren (bestaansniveau)
  • verhouding met de omgeving (contextniveau)
  • verbinding op dieper niveau (zingevingniveau)
  • groepsontwikkeling

In groepsidentiteit of groepsontwikkeling vormt de wisselwerking tussen de groepsleden de 'dynamo' van de groepsdynamiek. In dit verloop zijn 3 fasen te onderscheiden. De groepsidentiteit uit zich in 8 verschillende aspecten (denk aan de verschillende niveau's van communicatie die eerder zijn besproken):

1. ontstaansgeschiedenis
2. naamgeving
3. taak (inhoudsniveau)
4. werkwijze (procedureniveau)  
5. communicatie in de groep (interactieniveau)
6. persoonlijke drijfveren (bestaansniveau)
7. verhouding in de omgeving (context)
8. verbinding op dieper niveau (zingeving en mytisch niveau)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom ontwikkelen sociaal-emotionele groepen eerder een duidelijke identiteit dan taakgerichte groepen?

Sociaal-emotionele groepen ontwikkelen eerder een duidelijke identiteit dan taakgerichte groepen omdat in taakgerichte groepen moeten de leden eerst nog uitvinden wat ze 'met elkaar hebben' dan bij de sociaal-emotionele groepen die een langere ontstaansgeschiedenis hebben.

Welke drie fasen zijn er te onderscheiden in de wisselwerking tussen de groepsleden? (de 'dynamo' van de groepsdynamiek)

  1. Fase waarin de leden nog niet bewust zijn van de structuur van de groep en de daarin spelende verhoudingen en rollen (vergelijkbaar met oriëntatiefase)
  2. De groepsleden worden zich bewust van hun onderlinge afhankelijkheid en betrokkenheid -> besef van verbondenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid
  3. Groepsleden zijn zich sterker bewust van de onderlinge betrokkenheid en de dynamiek die dit oproept (welke plek neemt ieder in, hoe kunnen ze de posities aanvullen, welke krachten verbindt hen)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo