Overlevering en uitlevering - Uitleveringsexcepties
101 belangrijke vragen over Overlevering en uitlevering - Uitleveringsexcepties
Wanneer kunnen overlevering en uitlevering worden toegestaan?
Hoe zit het met de voorwaarden van uitlevering in een verdrag?
Wat is de betekenis van de voorwaarden die de Uitleveringswet stelt?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waaruit blijkt het instructiekarakter van de Uitleveringswet?
Hoe kan de uitvoerende justitiële autoriteit beoordelen of aan de voorwaarden voor over- of uitlevering is voldaan?
- moeten zij het de oordelende autoriteiten mogelijk maken de identiteit van de opgeëiste persoon vast te stellen
- moet uit de stukken kunnen worden afgeleid welk doe de uitvaardigende of verzoekende autoriteiten nastreven (vervolging of de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, en voor welke feiten)
- moeten de gegevens de oordelende autoriteit in staat stellen om te beoordelen of overlevering dan uitlevering kan of moet plaatsvinden
Wat als de rechter niet de identiteit kan vaststellen van de persoon die op zitting verschijnt?
Wat hebben overlevering en uitlevering tot doel?
Wat als aan het EAB een vonnis ten grondslag ligt waartegen een rechtsmiddel is aangewend of nog openstaat?
Wat moet worden aangeleverd bij uitleveringszaken bij het uitleveringsverzoek?
Wanneer is over- en uitlevering niet toegestaan?
- een tenuitvoerlegging (executie) van een vonnis wanneer de opgeëiste persoon Nederlander of daarmee gelijk te stellen is (art. 6 OLW, art 4 UW en art. 6 EUV)
- indien de opgeëiste persoon bij verstek is veroordeeld, terwijl hij niet in de gelegenheid is geweest of alsnog zal worden gesteld zich te verdedigen (art. 12 OLW en 5 lid 3 UW en bv Nederlands voorbehoud bij EUV).
Waarom zijn de juridische gegevens van belang bij overlevering en uitlevering?
- voor de vraag of de uitvaardigende justitiële autoriteit een bepaald feit in redelijkheid niet geldt
- Aan de hand van de tekst van de bepalingen kan de uitvaardigende justitiële autoriteit bovendien nagaan of het recht van de uitvaardigende lidstaat het feit strafbaar stelt met een strafmaximum van ten minste drie jaren of twaalf maanden.
Wat eisen de de Uitleveringswet en de verdragen bij het verzoek?
Wat eist het EAB van de omschrijving m.b.t. het feit voor de overlevering?
Hoe moet het feit worden omschreven in overleverings- en uitleveringszaken?
Wat houdt het vereiste van de dubbele strafbaarheid in in het uitleveringsrecht?
Wat is de gekwalificeerde dubbele strafbaarheid?
Hoe kan de dubbele strafbaarheid worden beoordeeld?
- enumeratieve stelsel: opsomming van feiten
- eliminatiestelsel: uitsluiting van feiten die niet aan het vereiste strafmaximum voldoen
- combinatie van beide stelsels
Wat is een accessoire uitlevering?
Voor welke feiten kan de uitleveringsrechter de uitlevering toelaatbaar achten?
Is het mogelijk dat op het moment van het begaan van het feit de strafbaarheid ontbreekt in de aangezochte staat?
Hoe is de dubbele strafbaarheid gerelativeerd in het overleveringsrecht?
Hoe zijn de lijstfeiten omschreven?
Wat is de gedachte achter de algemene omschrijving van lijstfeiten ?
Wat wordt met de lijstfeiten uitgedrukt?
Welke beginsel ligt aan de lijstfeiten ten grondslag?
Welke beperking bevatten art. 2 lid 2 KEAB en art. 7 lid 1 sub a onder 1 OLW?
Wat kan de Rechtbank Amsterdam wel toetsen?
Wanneer toets de Rechtbank van Amsterdam in afwijking van de regeling van de lijstfeiten wel de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor overlevering wordt gezocht?
Wat als een feit uit een EAB niet onder een lijstfeit valt?
Wijkt de Nederlandse regeling van de dubbele strafbaarheid uit art. 7 lid 1 sub a onder 2 OLW af van de regeling uit art. 2 lid 4 KEAB?
Kunnen er juridische problemen ontstaan bij de dubbele strafbaarheid?
Zijn de procedures van overlevering en uitlevering strafprocedures?
Wanneer heeft een verweer m.b.t. onschuld kans van slagen?
Is het mogelijk om getuigen aan te brengen om onschuld aan te tonen (alibi)?
Hoe kan naar Nederlands recht de overbrenging van een gevonnist persoon plaatsvinden?
Kunnen vreemdelingen die gelijk zijn gesteld aan Nederlanders worden overgeleverd ter executie?
Wat zijn de voorwaarden voor de vreemdeling om gelijk gesteld kunnen worden met een Nederlander?
Mogen Nederlanders volgens de Uitleveringswet worden uitgeleverd?
Wat levert een dwingende weigeringsgrond op in zowel het over- en uitleveringsrecht?
Wat is de ratio van de weigeringsgrond 'Ne bis in idem'?
- vanuit de gedachte dat indien de opgeëiste persoon onherroepelijk is berecht in de aangezochte staat uitlevering afbreuk zou doen aan het gezag van de uitspraken van zijn rechters en daarmee aan zijn soevereiniteit.
- de opgeëiste persoon verdient bescherming tegen dubbele vervolging of bestraffing (de weigeringsgrond strekt zich ook uit over de onherroepelijke berechting in een andere staat dan in de aangezochte staat).
Welke kwesties spelen een rol bij de weigeringsgrond van 'Ne bis in idem'?
- wat verstaat men onder feit
- welke uitspraken ter zake van hetzelfde feit vallen onder de weigeringsgrond
- van welke staten leveren deze uitspraken een weigeringsgrond op
Wat volgt volgens het HvJ uit het 'ne bis in idem-beginsel'?
- Dat de lidstaten elkaars rechtssystemen vertrouwen en de uitkomsten daarvan aanvaarden, ook al zou het eigen recht niet tot hetzelfde resultaat leiden. Daarom mogen juridische verschillen de toepassing van de bepaling niet hinderen.
- De doelstelling van art. 54 SUO is te voorkomen dat een persoon die gebruik maakt van zijn recht van vrij verkeer daardoor voor dezelfde feiten wordt vervolgd op het grondgebied van verschillende lidstaten.
Wat betekent het 'ne bis in idem-beginsel' voor het overlevringsrecht?
Wat als het uitleveringsverzoek strekt tot vervolging van de opgeëiste persoon, terwijl hij in de verzoekende staat al onherroepelijk is vrijgesproken van hetzelfde feit?
Wanneer moet in beginsel de over- en uitlevering worden geweigerd?
Welke voorwaarde stelt de MvJ bij de opdracht tot staking van de vervolging ex art. 9 lid 2 OW en UW?
Wanneer moet overlevering worden geweigerd?
Wat brengt het beginsel van wederzijdse erkenning mee?
Waarom is de weigeringsgrond verjaring aan de orde?
Staat verjaring in de weg aan uitlevering?
Wat is de beoordeling in concreto?
Waar het in het Nederlands recht om?
Kan overlevering plaatsvinden indien de opgeëiste persoon ten tijde van het begaan van het feit dat het EAB ten grondslag ligt de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt?
Hoe zit het met overlevering en schending van mensenrechten?
Hoe zit met uitlevering en schending van mensenrechten?
Bestaat er een algemene verplichting tot eerbiediging van mensenrechten?
Wie beoordeelt de dreigende schendingen?
Wie beoordeelt over reeds voltooide schendingen?
Hoe komt het dat het systeem van de Overleveringswet wordt gehanteerd in de Uitleveringswet?
Wat kan de uitleveringsrechter op het gebied van mensenrechten?
Wat is het uitgangspunt van de HR m.b.t. mensenrechtenverweren?
Hebben algemeen gestelde mensenrechtenverweren bij de Rechtbank van Amsterdam een kans?
Welk vereiste komt in art. 12 OLW m.b.t. verstekvonnissen naar voren?
Waar ligt de nadruk op t.a.v. de berechting bij verstek? op de verdedigingsrechten of de aanwezigheidsrechten?
Betekent het dat art 12 OLW bij verstek een 'nieuw proces' of 'fresh determination' nodig is?
Wanneer is volgens art. 12 OLW een garantie vereist?
- het EAB een verstekvonnis betreft
- de opgeëiste persoon niet in persoon in kennis is gesteld van datum en plaats van de zitting.
- dat de opgeëiste persoon niet in de gelegenheid is geweest zich te (doen) verdedigen in de procedure die tot het verstekvonnis heeft geleid.
Waarom staat in art. 12 OLW 'in persoon'?
Kan een gemachtigde raadsman optreden voor de opgeëiste?
Hoe moet de garantie van art. 12 OLW worden gegeven dat de opgeëiste persoon in de gelegenheid wordt gesteld om alsnog zijn verdedigingsrecht te kunnen uitoefenen bij een verstekvonnis?
Wat is er in het uitleveringsrecht van toepassing m.b.t. verstekvonnissen?
Is het niet gegeven van een garantie door de verzoekende staat dat de opgeëiste persoon in staat wordt gesteld om een verdediging te voeren bij een verstekvonnis een dwingende weigeringsgrond?
Wanneer wordt overlevering niet toegestaan i.v.m. territoriale en extraterritoriale rechtsmacht?
- een strafbaar feit dat geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied is gepleegd of buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig of
- buiten het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat is gepleegd, terwijl naar Nederlands recht geen vervolging zou kunnen worden ingesteld indien het feit buiten Nederland zou zijn gepleegd
Kan de OvJ verzoeken dat toch wordt overgeleverd?
Wat voor weigeringsgrond de territoriale en extraterritoriale rechtsmacht ex art. 13 OLW?
Welke belangen heeft de opgeëiste persoon bij een goede rechtsbedeling?
Wat is van belang bij de toepassing van art. 13 OLW en art. 7 EUV (plaats waar het feit is begaan)?
Welk criterium hanteer de rechtbank bij de vraag of het feit in Nederland is gepleegd?
Wanneer is sprake van situatie als in art 13 lid 1 b OLW?
Wat kan de rechtbank met de vordering van de OvJ doen?
Hoe kijkt de HR aan tegen de plaats van het delict?
In hoeverre worden de persoonlijke belangen meegewogen van de opgeëiste persoon bij de beoordeling van de vordering van de OvJ op grond van art. 13 lid 2 OLW?
Welke persoonlijke belangen moeten volgens de rechtbank worden meegewogen?
Mag volgens de HR de redenen van humanitaire aard mee worden gewogen bij het beoordelen van de vordering van de OvJ op grond van art. 13 lid 2 OW.
Welke lijn volgt de Rechtbank van Amsterdam in haar rechtspraak na de cassaties in het belang der wet?
Welke weigeringsgronden komen nu aan de orde?
Wie is bevoegd t.a.v. deze uitleveringsgrond?
Wat bepaald art. 28 WVV?
Wat voor bepalingen komen voor in uitleveringsverdragen?
Is een Nederlands sepot ter zake van het feit waarvoor de uitlevering wordt verzocht aanleiding om een uitlevering te weigeren?
Wordt er nooit uitgeleverd voor een feit waarop de doodstraf staat?
Welke verantwoordelijkheid heeft Nederland m.b.t. de doodstraf?
Wat bevat art. 10 lid 2 UW?
Betekent integratie op zichzelf dat uitlevering van een bijzondere hardheid zou zijn?
Wat bepaalt art 11 lid 4 UW en art. 5 EUV?
Wat als het toepasselijke verdrag geen weigeringsgrond ter zake fiscale delicten heeft?
Kan uitlevering voor fiscalen delicten ook afstuiten op de eis van dubbele strafbaarheid?
Levert Nederland personen uit terzake militaire delicten ex art. 11 lid 4 UW?
Levert Nederland ter zake van 'strafbare feiten van politieke aard, met inbegrip van daarmee samenhangende feiten' uit?
Welke gedachten liggen aan het verbod tot uitlevering voor politieke delicten ten grondslag?
- staten wensten niet mee te werken aan vervolging en bestraffing van personen die zich verzetten tegen autocratische en repressieve regiems
- geeft de exceptie de aangezochte staat de mogelijkheid zich afzijdig te houden van interne onlusten en politieke meningsverschillen in de verzoekende staat
- wordt als rechtvaardiging van deze exceptie aangevoerd de vrees dat de opgeëiste persoon een oneerlijk proces in de verzoekende staat wacht
Wat kan de aangezochte staat door politieke delicten te verbieden?
Op grond van welke uitzonderingen is de betekenis van de politieke exceptie teruggedrongen?
- Attentaatsclausule: die met het oog op uitlevering de aanslag op een staatshoofd of een van zijn familieleden depolitiseert, d.w.z. als niet politiek delict bestempelt.
- Terrorisme: verdragen op gebied van terrorisme voorzien in dwingende uitsluiting van de exceptie voor zeer ernstige geweldsmisdrijven en in de mogelijkheid van uitsluiting voor minder zware geweldsmisdrijven.
- Genocide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de mensheid: verdragen op dit gebied sluiten de politieke exceptie uit.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden