Wederzijdse rechtshulp - De traditionele wederzijdse rechtshulp: inleidende beschouwing

9 belangrijke vragen over Wederzijdse rechtshulp - De traditionele wederzijdse rechtshulp: inleidende beschouwing

Hoe omschrijft art. 552h lid 1 Sv rechtshulp?

  • het verrichten van handelingen van onderzoek of het verlenen van medewerking daaraan
  • het toezenden van documenten, dossiers of stukken van overtuiging of het geven van inlichtingen, dan wel
  • het betekenen of uitreiken van stukken of het doen van aanzeggingen of mededelingen aan derden.

Wat is de stelling van de HR m.b.t. rechtshulp?

Het uitgangspunt is dat de staten elkaar 'in zo ruim mogelijke mate' rechtshulp verlenen. De HR heeft de stelling betrokken dat een op een verdrag gebaseerd verzoek om rechtshulp altijd moet worden ingewilligd, tenzij 'zich belemmeringen van wezenlijke aard voordoen, die voortvloeien uit het toepasselijke verdrag onderscheidenlijk de wet (..) dan wel (..) door de inwilliging van het rechtshulpverzoek wordt gehandeld in strijd met fundamentele beginselen van Nederlands procesrecht'. Wat krachtens nationaal recht mag worden gedaan, kan in beginsel ook als rechtshulp verricht.

Hoe omschrijft Koers de wederzijdse rechtshulp?

Dit omvat de politiële en de justitiële samenwerking en de gevraagde of ongevraagde uitwisseling van informatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kunnen de verdragen (bronnen) van wederzijdse rechtshulp worden onderscheiden?

  1. specifieke verdragen over wederzijdse rechtshulp
  2. uitleveringsverdragen
  3. verdragen die zijn gericht op de bescherming van bijzondere rechtsgoederen
  4. verdragen die specifiek gericht zijn op samenwerking tussen politiediensten
  5. verdragen die betrekking hebben op de administratieve bijstand in fiscale zaken
  6. verdragen omtrent de uitwisseling van informatie op het gebied van effecten

Wat bevatten rechtshulpbepalingen en nationale wetgeving?

Criteria waaraan moet zijn voldaan voordat hulp mag worden verleend. Aan de ene kant criteria die de aangezochte staat dwingen een verzoek om rechtshulp te weigeren (imperatieve weigeringsgronden), aan de andere kant voorwaarden doe de aangezochte staat een discretionaire bevoegdheid toekennen om het verzoek af te wijzen (facultatieve weigeringsgronden). 

Wat als het verdrag een facultatieve grond voor weigering bevat?

Wanneer de nationale wetgeving een dwingend voorschrift bevat dan moet dat gevolgd worden. Zo zal de dwingende weigeringsgronden van art. 552L Sv tot weigering van rechtshulp leiden als het ERV (art. 2 ERV) van toepassing is.

Wat als een verzoek om rechtshulp niet wortelt in een verdrag?

Dan zijn de criteria voor de beoordeling waar wordt verwezen naar 'wettelijk voorschrift' gelegen in art. 552h/552qe (en de regels van nationale strafvordering die soms van overeenkomstige toepassing zijn verklaard, art. 552o Sv).

Wat kan uit voorschriften van nationaal recht blijken?

Dat bepaalde vormen van rechtshulp alleen mogen worden verleend indien een verdragsrelatie bestaat tussen Nederland en de verzoekende staat ex art. 552o lid 1 en art. 552oa lid1.

Hoe is de regeling omtrent inkomende en uitgaande getuigen geregeld?

Hierop is sauf-conduit (vrijgeleide) van toepassing en dat houdt in dat de betrokkene (getuigen en gedetineerden) tijdens zijn verblijf in de staat, waar hij zal worden verhoord, niet in zijn vrijheid mag worden beperkt ter zake van strafbare feiten die hij voor zijn aankomst zou hebben begaan.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo