Strafmachtrecht - Het universaliteitsbeginsel

12 belangrijke vragen over Strafmachtrecht - Het universaliteitsbeginsel

Waaruit bestaat de angst bij dit beginsel?

Dat door het ontbreken van klassieke aanknopingspunten de toepassing van dit beginsel leidt tot inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van een andere staat, in het bijzonder de staat waar het feit is begaan.

Waar gaat het om bij universele strafmacht?

Hoe kan worden bevorderd dat universele strafmacht wordt ingezet voor de nationale vervolging van universele misdrijven en niet voor de universele vervolging van nationale misdrijven.

Bij welke factoren knoopt het universaliteitsbeginsel aan?

Dat zijn het internationale karakter van het betreffende strafbare feit en de enkele aanwezigheid van de verdachte op het territoir.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat voor feiten zijn rechtvaardigen universele rechtsmacht?

het moet gaan a) om strafbare feiten met een inherent internationaal karakter zoals bij grensoverschrijdende aspecten waarbij meerdere staten zijn betrokken en b) om 'grave breaches op de verdragen van Genève van 1949 (ernstige oorlogsmisdrijven).

Welke eisen worden gesteld bij universele strafmacht?

  • volkenrechtelijke basis (als het maar niet als een politiek instrument wordt gezien)
  • Internationaal is er discussie over misdrijven tegen de mensheid (moet de strafmacht uitdrukkelijk zijn toegekend of is het voldoende dat er een verbod afwezig is in het internationaal recht.

Hoe is het universaliteitsbeginsel in het Nederlandse strafmachtsrecht geïmplementeerd?

Terughoudend i.v.m. positieve jurisdictie-conflicten door behouden te maken in verdagen over vestigen van rechtsmacht. Het voorbehoud heeft betrekking op de daarmee samenhangende verplichting de zaak aan de voor vervolging bevoegde autoriteit voor te leggen indien de verdachte niet wordt uitgeleverd. De beperkte strafmacht is uitgewerkt in art. 4a Sr in samenhang met art. 552hh lid 2 Sv. Als overwegend theoretische overweging voor een geclausuleerde universele strafmacht is tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet gewezen op het vermijden van verstekvonnissen en (concrete) positieve jurisdictieconflicten.

Waar is onder andere de aanwezigheidsvoorwaarde geformuleerd?

In art. 2 lid 1 sub a WIM. De rechtbank in Rotterdam heeft wel de bevoegdheid toegelaten tot het verrichten van opsporingshandelingen in een geval waarin het gerechtvaardigd vermoeden van aanwezigheid in Nederland bestond.

Wat is het beginsel van de bescherming der bovenstatelijke gemeenschappen?

Dit beginsel knoopt aan bij een door de betreffende bovenstatelijke gemeenschap gecreëerd rechtsgoed dat d.m.v. nationale strafwetgeving wordt beschermd bij gebrek aan een eigen bovenstatelijke vorm van strafrecht en rechtspleging die de van dit soort strafbare feiten verdachte personen kan berechten. Bv Eu: Protocol bij de Overeenkomst aangaande bescherming van de financiële belangen van de EG. Dat verplicht a) tot het strafbaar stellen van (kortweg) corruptie en b) tot het daarover vestigen van strafmacht (art. 6 sub 2 Sr).

Wat bepaald art. 16 WIM (codificatie van internationaal recht)?

Het bepaald dat aan staatshoofden, regeringsleiders en ministers van buitenlandse zaken immuniteit toekomt zolang zij als zodanig in functie zijn (algemeen niet alleen internationale misdrijven).

Wat is de omvang van de immuniteit: ratione personae en ratione materia?

  • Persoonlijke immuniteit: is verbonden aan het bekleden of vervullen van een functie die bij het neerleggen ervan belangrijk wordt beperkt. Dragers van persoonlijke immuniteiten kunnen nadat de functie is neergelegd vervolgd worden voor de gedragingen die zij als privé persoon hebben begaan.
  • Functionele immuniteiten: beperken zich tot gedragingen die nodig zijn ter vervulling van de betreffende functie.

Kunnen feiten waarvoor met succes een beroep op immuniteit is gedaan bestraft worden?

Ja, 
  1. immuniteiten gelden niet in geval van berechting voor de eigen, nationale gerechten
  2. immuniteiten gelden ook niet van berechting voor internationaal strafgerecht
  3. de staat waartoe de immuniteitgerechtigde behoort, kan afstand doen van die immuniteit

Hoe is immuniteit geregeld voor vreemde legers en oorlogsschepen?

  • Immuniteit geldt voor een vlaggestaat van een marineschip (oorlogschip) die zich in territoriale wateren van een vreemde staat bevinden.
  • Leden van de vijandelijke c.q. bezettende strijdmacht (vijandelijke strijdmacht) en de met haar verbonden vijandelijke organisaties zijn aan de strafmacht van de vijandelijke c.q bezette staat onttrokken (geldt niet voor oorlogsmisdrijven)
  • Indien staten in vredestijd vreemde legers stationeren, voorzien in de regel verdragen in de wijze waarop de strafmacht over de leden van die legers wordt uitgeoefend (vaak heeft de bezoekende staat rechtsmacht).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo