Het kasstroomoverzicht - Middelbegrip, indeling in categorieën, methoden - Middelbegrip
3 belangrijke vragen over Het kasstroomoverzicht - Middelbegrip, indeling in categorieën, methoden - Middelbegrip
Onder IFRS worden kasstromen gedefinieerd als in- en uitstromen van liquide middelen en kasequivalenten. Waaruit bestaan geldmiddelen?
Geldmiddelen bestaan uit:
- Liquide middelen; contanten en directe opeisbare deposito's
- Kasequivalenten: kortlopende, uiterste liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen
Wanneer zien wij een belegging als kasequivalenten?
Een belegging kwalificeert normaliter alleen als kasequivalent als deze een korte looptijd heeft, bijvoorbeeld 3 maanden of minder. Ook speelt het een rol waarom een onderneming (met welke bedoeling) een bijvoorbeeld deposito aanhoudt.
Wanneer wordt vlottende activa gerekend toto kasequivalent?
Vlottende aandelen worden niet als kasequivalent opgenomen, tenzij het in feite kasequivalenten zijn, zoals aflosbare preferente aandelen aangeschaft kort voor het einde van hun looptijd en met een gespecificeerd afloopdatum. De ontvangsten en uitgaven uit hoofde van vlottende aandelen zullen veelal tot de investeringsactiviteiten worden gerekend.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
