Stemmingsproblemen en depressie - Mechanismen en aanzet tot een transactioneel model - Informatieverwerkingsmodel
3 belangrijke vragen over Stemmingsproblemen en depressie - Mechanismen en aanzet tot een transactioneel model - Informatieverwerkingsmodel
Hoe zou depressie volgens het cognitieve model van Beck (1967) verklaart kunnen worden?
Depressie is het gevolg van een verstoorde informatieverwerking waarbij aandachts-, geheugen- en interpretatieprocessen een rol spelen. Hierin spelen schema's een belangrijk rol.
Wat is de littekenhypothese (Rhode, Lewinsohn & Seeley, 1995)?
Als negatieve cognities (schema's) gevormd zijn blijven die latent aanwezig in een ken en maken het aldus kwetsbaar voor nieuwe depressieve episodes. Naast deze cognitieve lus, suggereren Segal en William (1995) dat er ook een sensorische lus is die ervoor zorgt dat ook stemming de schema's kan activeren.
Wat wordt bedoeld als men het in de literatuur heeft over depressief realisme?
Depressieve kinderen hebben een balans tussen hun positieve en negatieve schema's, terwijl bij niet-depressieve kinderen positieve schema's veel sterker aanwezig zijn, waardoor zij de neiging hebben de wereld een stuk rooskleuriger te zien.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden