De begrippen 'inrichting' en 'project - Het begrip 'inrichting
6 belangrijke vragen over De begrippen 'inrichting' en 'project - Het begrip 'inrichting
Wat zijn de criteria voor het begrip inrichting cf art 1.1 lid 1 Wm?
- Bedrijfsmatigheid. Hierbij kunnen de volgende aspecten meewegen > continuïteit, omvang, winstoogmerk, commerciële doeleinden/reclame, hobbymatig, hinder, huisvesting, perceelgrootte/omgeving. Elk voor zich is niet doorslaggevend.
- Begrenzing ['die binnen een zekere begrenzing']. Met enige regelmaat op een vaste locatie, bv mobiele installaties.
- Regelmatige activiteit ['pleegt te worden verricht'].
Verder is ook zeggenschap (door de exploitant) van belang.
Wat is de begrenzing van de inrichting bij landerijen bij agrarische bedrijven?
Volgens jurisprudentie kunnen landerijen, boomgaarden etc tot de inrichting worden gerekend als ze intensief gebruikt worden. De intensief gebruikte gronden zijn in de regel gelegen nabij de bedrijfsgebouwen.
Dat betekent dat als zo'n bedrijf is aangewezen als vergunningplichtige inrichting, aan die vergunning geen voorschriften kunnen worden verbonden mbt de milieugevolgen die worden veroorzaakt door activiteiten diep die landerijen plaatsvinden.
Kan één omgevingsvergunning worden aangevraagd voor meer dan één (vergunningplichtige) inrichting?
Nee, in art 2.7 lid 2 Wabo is expliciet bepaald dat een aanvraag om een ov slechts betrekking mag hebben op één inrichting waartoe een gpbv-installatie behoort. Deze eis vloeit voort uit de IED (voorheen de IPPC-richtlijn).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer is sprake van één of meer inrichtingen?
Een bedrijf kan bestaan uit meerdere installaties, machines of onderdelen die alle uitmaken van dezelfde inrichting. Volgens art 1.1 lid 4 Wm is sprake van één inrichting als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- De installatie behoren tot dezelfde onderneming of instelling (zeggenschap).
- Tussen de verschillende installaties bestaan onderling technische, organisatorische of functionele bindingen.
- De installaties liggen in elkaars onmiddellijke nabijheid (jur: 450 nabij en >1000 m niet nabij).
Wat zijn allemaal vergunningplichtige inrichtingen volgens de Bor?
- Voldoet aan inrichting + staat in Bor + aangewezen als vergunningplichtig
- Inrichtingen met een gpbv-installatie (art 2.1 lid 2 Bor)
- inrichten krachtens art 7.2 Wm bij mer-plichtige activiteiten
- inrichtingen op een gesloten stortplaats (art 2.1 lid 2 Bor)
- mijnbouwwerken (art 2.1 lid 2 + 3.3 lid 4 Bor)
- inrichtingen waarop AMvB's van toepassing zijn zoals genoemd in art 1a en 1b van bijlage I Bor
Welk bevoegd gezag is leidend indien meerdere categorieomschrijvingen van toepassing zijn?
De 'bijzondere' aanwijzing prevaleert (dus GS of min indien niet B&W). Indien cf bijlage I onderdeel C GS bg is maar er is geen gpbv-installatie aanwezig, dan is B&W bg.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden