De omgevingsvergunning voor een inrichting
21 belangrijke vragen over De omgevingsvergunning voor een inrichting
In de Wabo zijn toestemmingstelsels uit verschillende wetten geintegreerd. Leg uit welke gevolgen dit heeft voor de milieuvergunning uit de Wm.
Wat wordt bedoeld met aanhaken bij de omgevingsvergunning?
Is het toetsingskader voor een omgevingsvergunning voor een inrichting hetzelfde als het toetsingskader van een milieuvergunning onder de Wm?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Pieter Janssen beschikt over een milieuvergunning op grond van de Wm voor een carrosiebedrijf. In verband met de verandering en uitbreiding vraagt hij een omgevingsvergunning aan. Is dat juist?
Een projectontwikkelaar vraagt een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' aan voor de bouw van een tweetal loodsen op een industrieterrein. Hij wil deze loodsen gaan verkopen of verhuren aan bedrijven die zich op dit industrieterrein willen vestigen. Heeft hij voor de bouw van deze loodsen behalve deze omgevingsvergunning ook een omgevingsvergunning voor het oprichten van een inrichting nodig?
Bij een revisievergunning, als bedoeld in art. 2.1 Wabo wordt gesproken over bestaande rechten. Wat wordt daarmee bedoeld en hoe stel je die vast?
Wat gebeurt er met een reeds eerder verleende vergunning voor een inrichting nadat er een revisievergunning als bedoeld in artikel 2.6 Wabo is verleend?
Ondernemer X wil een nieuw bedrijf oprichten op een bedrijfslocatie langs de Maas. In de nieuw op te richten bedrijfshal komt een machine voor het recyclen van plastic. Voor het koelen van deze machine wordt grondwater gebruikt, dat na terugkoeling wordt geloosd op de Maas. Welke vergunning heeft de ondernemer nodig? Waar moeten deze vergunningen worden aangevraagd?
Uit het systeem van de Awb en de Wabo volgt dat op een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt beslist 'op grondslag van de aanvraag'. Wat houdt dit voor de praktijk in?
Art. 2.14, derde lid, Wabo, bepaalt dat de vergunning slechts kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van het milieu. hieruit blijkt dat niet altijd genoegen behoeft te worden genomen met de status quo. Verklaar dat.
Ondernemer X heeft een op- en overslagbedrijf voor hout en van hout vervaardigde producten. Hij wil zijn bedrijf uitbreiden met een installatie voor het begassen van containers. Tot welk type inrichting behoort zijn bedrijf? Heeft de begassingsinstallatie gevolgen voor het type inrichting?
Art. 2.14, eerste lid, onder a, Wabo noemt een aantal aspecten die het bevoegd gezag in ieder geval moet betrekken bij de beslissing op de aanvraag voor een milieuvergunning. Moet bij de beoordeling van deze aspecten worden uitgegaan van de situatie ten tijde van het nemen van de beslissing of de situatie op het moment van het indienen van de aanvraag?
Er is een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een inrichting aangevraagd voor een varkenshouderij. De situatie in dit bedrijf voldoet niet aan de eisen van het Varkensbesluit, omdat de varkens op een te klein oppervlakte gehuisvest worden. Het Varkensbesluit is gebasseerd op de Gezondheid en Welzijnswet voor dieren. Mag de omgevingsvergunning worden geweigerd omdat niet wordt voldaan aan de eisen van dit Besluit?
Welke factoren moeten worden betrokken bij de beslissing op de aanvraag om een inrichtingsactiviteit?
Art 2.14 lid 1 onder a Wabo:
- de bestaande toestand van het milieu
- de gevolgen voor het milieu
- de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen
- de mogelijkheden om de milieugevolgen te beperken of voorkomen
- het toegepaste milieuzorgsysteem
- de ingebrachte zienswijzen en adviezen
Dit betreffen door het bg vast te stellen feiten. De kennisvergaringsplicht en motitvatieplicht zijn opgenomen in dit artikel.
Waarom is het begrip 'bescherming van het milieu' niet afgebakend?
Omdat het begrip voortdurend aan ontwikkeling onderhevig is.
Wat is er wel vastgelegd bij het begrip 'bescherming van het milieu'?
In art 1.1 lid 2 onder a Wm is opgenomen wat er in ieder geval onder 'gevolgen voor het milieu' moet worden verstaan. In art 1.1 lid 2 onder b en c Wm is opgenomen wat onder 'gevolgen voor het milieu' en 'bescherming van het milieu' mede worden verstaan.
Dit wordt de verruimde reikwijdte van het criterium 'belang van bescherming van het milieu' genoemd. De centrale doelstelling is een integrale aanpak van de milieuproblematiek.
Wanneer kan een nul-onderzoek worden voorgeschreven?
Wanneer een ander een bedrijf overneemt, dient deze nieuwe exploitant melding te doen aan het bevoegd gezag van de bedrijfsovername?
Welke gegevens dienen te worden overlegd bij verandering van vergunninghouder?
In welk artikel staat de bevoegdheid tot intrekking van de omgevingsvergunning?
Kan de zekerheid ex art. 2.33a Wabo ook nog worden gesteld nadat de schade zich heeft voorgedaan?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan De omgevingsvergunning voor een inrichting
-
De omgevingsvergunning voor een inrichting - Inhoud van de vergunning en vergunningsvoorschriften - Relatie tussen aanvraag en vergunning
-
De omgevingsvergunning voor een inrichting - Rechtskarakter en geldingsduur - Geldingsduur
-
De omgevingsvergunning voor een inrichting - Wijziging en intrekking - Verzoek tot wijziging of intrekking