ìnleiding - De bouwstenen van het zenuwstelsel - Zenuwcellen of neuronen

4 belangrijke vragen over ìnleiding - De bouwstenen van het zenuwstelsel - Zenuwcellen of neuronen

Waaruit bestaat een zenuwcel/neuron?

Uit 3 delen:
  1. cellichaam/ soma (met kern/nucleus, membraan, mitochondrion, ribosomen en endoplasmatisch retilicum)
  2. dendrieten (meerdere vertakkingen; afferente ontvangende vezel)
  3. axon; één enkele vertakking die langer en dkker is dan een dendriet. Deze leidt informatie vanuit het cellichaam naar andere zenuwcellen (efferent verzendende vezel) Veel axonen zijn gemyeliniseerd door middel van een myelineschede die op regelmatige afstanden wordt onderbroken door de knopen van Ranvier
  4. Presynaptische terminals (eindknopjes)

Wat doen neuronen/ zenuwcellen?

Ze kunnen informatie verwerken, verzenden en opslaan dmv elektrochemische impulsen.
Er worden elektrische signalen opgewekt en geleid
Daarna worden chemische substanties afgegeven die de activiteit  van andere neuronen beïnvloeden.

Hoe vind de communicatie tussen cellen plaats?

  1. Impulsen (elektrische signalen) worden veroorzaakt door de beweging van elektrisch geladen deeltjes (ionen) door de membraan van de cel.
  2. De impulsen reizen vanuit het cellichaam naar de uitlopers van het neuron waar ze ter hoogte van de contactplaatsen met andere neuronen (synapsen) de afscheiding van neurotransmitters veroorzaken.
  3. Deze kunnen een andere cel beïnvloeden door de waarschijnlijkheid dat deze cellen een nieuwe zenuwimpuls gaan verzenden te verhogen (excitatie) of te verkleinen (inhibitie)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Neuronen verschillen vanwege hun specifieke functie. Welke drie worden onderscheiden?

  1. Afferente (Zintuiglijke/ Receptor-neuronen) input-ontvangen: neuronen om zintuiglijke informatie te ontvangen (bv fotoreceptoren vh oog).
  2. Efferente (Motorneuronen) output-verzenden: lange axonen de informatie sturen naar spieren en organen. (heeft direct invloed op gedrag organisme)
  3. Interneuronen: schakelcellen die van afferente neuronen informatie aan efferente neuronen kunnen doorgeven. ontvangen, verwerken en doorsturen van informatie. (grootste groep, dienen als informatieverwerkers)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo