Startpagina / Samenvattingen / Handboek organisatie en management een praktijkgerichte benadering / onderzoek-strategie-intern

Klassieke benadering van strategisch management

9 belangrijke vragen over Klassieke benadering van strategisch management

Wat is vaak een doel van een middel lange termijn strategie?

Keuzes die bijdragen aan een bepaalde groei

Wat houdt de 1e stap van de klassieke benadering van SM in?

Situatie anlayse d.m.v. Stenght Weakness Opportunities Threats SWOT- analyse. Hierin beschrijft men de huidige strategie, missie, vissie en doelstellingen doet een intern en extern onderzoek

Waar draagt het 7s model van mcKinsey aan bij?

D.m.v. Het 7 s model kan je een analyse maken die kan bijdragen aan het formuleren van een visie.
Structuur, systemen, stijl van leidingeven, sleutelvaardigheden, strategie, staf en significante waarde.

Wat is de 2e stap in de klassieke benadering van SM?

Strategievorming. Inzicht krijgen in het eigen functioneren om een goede inschatting te maken van de haalbaarheid van keuzes.
Dit doe je d.m.v. Intern en extern onderzoek

Op welke 2 verschillende manieren kan je naar je interne onderzoek kijken?

Functioneel gebied = performancemeting per functioneelgebied
Resultaat gebied = financiele aantrekkelijkheid van verschillende bedrijfsactiviteiten d.m.v. Portefeuille management

Wat zegt de benadering van Boston Consulting Group (BCG) over portefeuillemanagement?

Er is een positief verband tussen de omvang van het relatieve marktaandeel en de hoogte van de cashflow
Hoe groter het relatief marktaandeel, des te groter de cashflow

Er bestaat een negatief verband tussen de ontwikkeling van de marktgroei en de hoogte van de cashflow
voor het vergroten van je marktaandeel (dus marktgroei) moet je investeren en dat gaat ten kosten van je cashflow.

Er bestaat een negatief verband tussen de ontwikkeling van het relatieve marktaandeel en de hoogte van de cashflow
Same shit

Wat is het uitgangspunt van het externe onderzoek in stap 1 van de benadering SM

Om de onderlinge verwevenheid te tonen van de organisatie en de omgevingsfactor.

Interne omgeving = sterkte en zwakte o.b.v. Organisatiestructuur, procedures en overlegstructuren.
Concurrentieomgeving = onderzoek naar je concurrent. Wie? Wlke info, wat doet en wat zijn de concurrentievoordelen

Wat houdt de 2e fase van strategievorming in?

Wanneer de doelstelling niet kan worden gerealiseerd met de huidige strategie, zullen er nieuwe strategieën worden ontwikkeld.

Wat zijn strategieën afhankelijk van de mate van turbulentie in de omgeving?

Kwetsbare factoren van de organisatie opsporen en aanpakken. Strategieën:
-immunificatie: diversifiseren, op nieuwe markt met een nieuw product penetreren.
-adaptatie: flexibiliteit
-manipulatie: het (gedeeltelijk) terugwinnen van de beïnvloedingsmogelijkheden die organisaties in het verleden zijn kwijtgeraakt
-innovatie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Handboek organisatie en management een praktijkgerichte benadering | 9789001895600 | Jos Marcus, et al

Bekijk samenvatting