Het levenseinde - Psychologische hulpverlening - Belemmeringen bij de psycholoog

12 belangrijke vragen over Het levenseinde - Psychologische hulpverlening - Belemmeringen bij de psycholoog

Wat zijn belemmeringen bij de psycholoog in het kader van de bespreking van een levenseinde?

  • Vervreemding van de dood (missen kennis over de dood, minder mee geconfronteerd)
  • Tegenoverdracht (doodsangsten van psychologen zelf)

Kennis die in de loop van het leven is opgedaan, zoals door ervaring met de dood, heet...

Informele scholing

Welke 2 belemmeringen kunnen aanwezig zijn bij de psycholoog om levenseinde te bespreken?

1. Vervreemding van de dood door gebrek aan informele (levens)scholing.
2. Eigen doodsangst als gevolg van tegenoverdracht en onopgeloste privé conflicten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waardoor wordt de dood door velen geassocieerd met ouderdom?

Het aantal sterfgevallen van jongeren (tot 20 jaar) daalde van 50,2 naar 1,3% tussen 1850 en 2000. Van ouderen (65+) steeg het van 18,1 naar 70,9%.


Een belangrijke factor in het succes van behandeling is de wijze waarop de psycholoog de eigen doodsangsten ervaart en in hoeverre deze interfereren met de behandeling.
Wat valt te verwachten wanneer een psycholoog de eigen angsten voor de dood niet of onvoldoende erkent?

De doodsangst van een cliënt ook onvoldoende zal erkennen of er afwerend en vermijdend op zal reageren.

Bij de bespreking van het levenseinde kan psycholoog belemmeringen ondervinden.

Hoe komt dat?

Doordat de dood in de samenleving zijn vertrouwdheid heeft verloren.

Confrontatie met dood kan afwerende reacties opwekken.

Wat bleek uit onderzoek met rouwtherapie over psychologen die een overledene misten?

Hoe meer de psychologen een overledene mistten, des te minder hun patiënten hen als empathisch beleefden.

Waardoor missen onder andere pscyhologen nog meer kennis uit eigen ervaring (informele scholing)?

Het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners (het bruto sterftecijfer) daalde van 25% naar 8% tussen 1850 en 2000. Doordat mensen ouder sterven maken wij sowieso veel minder sterfgevallen mee dan onze grootouders. Ook neemt het mensen dat thuis sterf af. Begin 1900 stierf 80% vd mensen thuis, in 2000 was dat nog 33%.Daardoor is zorg meer in handen van professionele zorgverleners gekomen.

Waarom kreeg de dood in afgelopen anderhalve eeuw minder natuurlijke plek in dagelijks leven?

Door stijging levensverwachting:
sterftecijfer van kinderen/jongeren daalde van 50.2% naar 1.3%

sterftecijfer ouderen steeg van 18.1% naar 70.9%

Doordat sterftecijfer van ouderen is gestegen wordt de dood geassocieerd met ouderdom.

Mensen in de afgelopen 50 jaar opgegroeid, maken minder vaak van dichtbij de dood mee. Dit geldt ook voor de meeste psychologen.

Waarom is de bespreking van het levenseinde moeilijk geworden?

Omdat psychologen weinig informele scholing hebben gehad en geen taal hebben geleerd voor de dood.

Dood is meer afgeschreven ook van dagelijks leven doordat weinig mensen thuis sterft en vaker bij zorgverleners.

Patiënt brengt in therapeutische relatie emotionele reacties bij psycholoog teweeg. Dit zijn tegenoverdrachtsreacties, waardoor worden die deels bepaald?

Eigen onopgelost emotionele conflicten.

Psycholoog kunnen angstig/vermijdend reageren als thema hen raakt.

Wat is het gevolg van onopgeloste emotionele conflicten bij psycholoog rondom de dood?

Hij ziet zijn eigen angst niet onder ogen, herkent doodsangst van patiënt niet en reageert afwerend als hij hiermee geconfronteerd wordt.

Wanneer conflict is verwerkt, kan hij zich beter verplaatsen in patiënt en beter reflecteren op eigen ervaringen bij verwerking van doodsangst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo