Cognitie - Normale cognitieve veroudering - Leeftijdsgerelateerde cognitieve veranderingen

22 belangrijke vragen over Cognitie - Normale cognitieve veroudering - Leeftijdsgerelateerde cognitieve veranderingen

Welke vorm van intelligentie kan nog goed functioneren (soms zelfs toenemen) tot na 60e levensjaar?

Gekristalliseerde intelligentie (geleerde stof).

Hoe ontwikkelen crystallized en fluid intelligence zich gedurende de ouderdom?

Veelvoudig geoefende (crystallized) vaardigheden blijven behouden en kunnen zelfs groei doormaken na het 60ste levensjaar, terwijl fluid intelligence afneemt na het 3e decenium en hard achteruit gaan na het 60ste levensjaar.

Welke vorm van intelligentie neemt af vanaf het 30e levensjaar?

Vloeibare intelligentie (zelf beredeneren bij specifieke situaties).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 2 mechanismen verklaren achteruitgang in de snelheid van informatieverwerking volgens Salthouse?

1. Veel tijd besteed aan eerste stappen gaat ten koste van latere stappen (weg vragen op straat).
2. Vergeten van eerdere denkstap door traagheid wanneer latere denkstap moet worden uitgevoerd.

Neemt de snelheid van informatieverwerking af met de leeftijd?

Ja. Vanaf het 30e levensjaar is er sprake van geleidelijk toenemende vertraging.

Cognitieve veranderingen.

Wat verandert er in   snelheid van informatieverwerking?

Vanaf 30 vertraging infoverwerking.

Welke 3 vormen van complexere aandacht gaan achteruit bij ouderdom?

1. Selectieve aandacht: vermogen om aandacht te richten.
2. Verdeelde aandacht: aandacht op meerdere processen.
3. Verleggen van aandacht: task switching.

Welke vormen van aandacht blijven tot hoge leeftijd intact?

Het vermogen om de aandacht en waakzaamheid over tijd vast te houden (volgehouden aandacht en vigilantie)

Verandering snelheid informatieverwerking. Wat is de processing speed theory?

Vertraging zorgt voor veranderingen in andere domeinen (taal, aandacht, geheugen, EF).

Welk geheugendomein gaat het meest achteruit met de leeftijd en heeft invloed op andere domeinen?

Het werkgeheugen gaat achteruit waardoor mensen moeite krijgen met bijvoorbeeld ordenen en van daaruit andere domeinen van functioneren zoals langetermijngeheugen.

Welke aandachtsfuncties nemen af met de leeftijd?

Dat zijn met name complexe aandachtsfuncties (selectieve aandacht, verdeelde aandacht en het verleggen van de aandacht).

Welke 2 onderdelen van het episodisch geheugen laten achteruitgang zien met de leeftijd?

1. Het brongeheugen voor spatiële, temporele en sociale karakteristieken van de context waarin een gebeurtenis heeft plaatsgevonden, met name de contextuele details gaan achteruit.

2. Het temperal order-geheugen, het geheugen voor de volgorde in tijd waarin gebeurtenissen zich hebben afgespeeld.

Processing speed theory. Vertraging is verantwoordelijk voor veranderingen in andere domeinen zoals aandacht, taal, geheugen en EF.

Welke twee mechanismen verklaren dit effect?

  1. Reeks denkstappen: eerste stappen veel tijd, dus weinig over voor de andere.

  2. Product van eerdere denkstap wordt door traagheid vergeten wanneer volgenden denkstap wordt uitgevoerd.

Welke vormen van het geheugen gaat achteruit bij veroudering?

  • Uitgestelde vrije reproductie (spontaan informatie uit geheugen opdiepen, zonder een cue)
  • Brongeheugen (weten wat de bron is van de opgeslagen informatie)
  • Werkgeheugen (informatie tegelijkertijd onthouden en bewerken of manipuleren)
  • Temporal order-geheugen (je de volgorde in de tijd waarin gebeurtenissen zich hebben afgespeeld herinneren)
  • Prospectieve geheugen (voorenomen handelingen onthouden die in de toekomst moeten worden uitgevoerd en deze op het juiste moment herinneren)

Welk domein van het geheugen zorgt voor de meeste klachten bij ouderdom?

Het prospectieve geheugen voor intenties, ofwel handelingen die in de toekomst moeten worden uitgevoerd. Hiervoor moet worden onthouden en op het juiste moment worden herinnert dat iets herinnerd moet worden.

Cognitieve veranderingen.

Wat verandert er in   aandacht en werkgeheugen

Complexe taken

Selectieve aandacht, verdeelde aandacht en verleggen van aandacht gaat achteruit (task switching).

Volgehouden aandacht en vigilantie blijft gelijk.

Welke vormen van het geheugen blijven stabiel bij veroudering?

  • Herkenningsgeheugen (informatie opdiepen met behulp van een cue)
  • Semantische geheugen (opgeslagen feitelijke kennis)
  • Kortetermijngeheugen (relatief passieve opslag van informatie op korte termijn)
  • Impliciete geheugen (gedragsbeïnvloeding door een eerdere ervaring, zonder bewuste herinnering)
  • Procedurele geheugen (geheugen voor hoe je dingen moet doen)

Welke ontwikkelingen kunnen zich voordoen op gebied van taal bij ouderdom?

Taalvermogen blijft in tact, waarbij woordenschat kan toenemen. Verandering in andere cognitieve domeinen kan echter leiden tot achteruitgang in taken met een talig component, zoals benoemen (opdiep probleem). Zinsbegrip en tekstherinnering kunnen achteruit gaan bij grotere complexiteit.

Welk verschil in besluitvorming is zichtbaar tussen ouderen en jongeren?

Ouderen komen in het algemeen tot even goede beslissingen als jongeren, maar baseren zich vaker op reeds aanwezige kennis van het probleem en minder op nieuwe informatie.

Cognitieve veranderingen.

Wat verandert er in   langetermijngeheugen?

Episodisch geheugen: nieuwe info minder uitgebreid encoderen, waardoor opdiepproblemen. Geheugen voor volgorde in tijd gaat achteruit.

Semantisch geheugen: gaat vooruit (woordenschat ook). Moeite namen vinden door opdiepproblemen.

Impliciet geheugen: intact (procedureel geheugen ook)

Prospectief geheugen: achteruit (op juiste moment herinneren wat je moet herinneren). Buiten laboratorimu functioneert het beter. Vertrouwen op externe hints door routine.

Cognitieve veranderingen.

Wat verandert er in   taal

Taalbegrip gelijk, woordenschat neemt toe.

Achteruitgang door opdiepproblemen.

Verbale woordvloeiendheid achteruit: door minder effectiviteit flexibiliteit zoekstrategie (EF). Verminderde inhibitie (gesprek niet meer aan gespreksonderwerp kunnen houden). Zinsbegrip en tekstherinnering achteruit (grotere syntaxische complexiteit).

Cognitieve veranderingen.

Wat verandert er in   EF

Inhibitie, strategieën formuleren voor encoderen en herinneren info, probleemoplossing, besluitvorming, doelgerichte activiteiten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo