Ouder worden en ouderenpsychologie - Wat is oud? - Veranderende levensloopindelingen
14 belangrijke vragen over Ouder worden en ouderenpsychologie - Wat is oud? - Veranderende levensloopindelingen
Welke startmomenten worden er op dit moment gegeven voor de start van de ouderdom?
- vanaf 50 jaar: lid worden van de ouderenbond
- 55+: ouderenbeleid gemeentelijke en centrale overheden
- 40/45 jaar: seniorenbeleid op werk
Wat speelt een belanrgijke rol in de constructie van de ouderdom?
- Lange tijd is het begin van de ouderdom gemarkeerd geweest door de pensioensgerechtigde leeftijd van 65 jaar.
- In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw verschoof de grens naar beneden, mede vanwege de vele regelingen voor het prepensioen.
- Tegenwoordig worden er allerlei verschillende grenzen gehanteerd. De pensioenleeftijd stijgt tot minstens 67 jaar, lid worden van een ouderenbond kan vanaf 50 jaar, ouderenbeleid van gemeentelijke en centrale ocerheden betreft meestal 55+, seniorenbeleid op het werk begint vaak al bij 40 of 45 jaar.
Welke verandering in indeling van de levensloop heeft zich de laatste jaren voorgedaan?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De kalenderleeftijd speelt een belangrijke rol in de constructie van de ouderdom. Hoe werd vroeger ouderdom gemarkeerd? Hoe is dat tegenwoordig?
Nu verschillend:
- pensioen 67 jaar;
- ouderenbond 50 jaar;
- overheden: 55+
- seniorenbeleid werk: 40-45 jaar
- onderzoek (wetenschap): jonge en oudere ouderen (oudere ouderen = 75/80+
Het markeren van het begin van ouderdom is een willekeurig proces. Hoe veranderde dit in de afgelopen eeuw?
Lang werd de pensioengerechtigde leeftijd van 65 gezien als het begin van ouderdom. Tegenwoordig worden verschillende grenzen gehanteerd, de pensioenleeftijd is inmiddels 67, vanaf 50 kun je lid worden van een ouderenbond, ouderenbeleid van overheden begint vaak bij 55, seniorenbeleid op het werk begint vaak al op 40 of 45 etc.
Het rapport Verkenning Levensloop (ministerie van szw, 2002) beschrijft 5 fasen:
1. Vroege jeugd (0 tot 15)
2. Jongvolwassenheid (15 tot 30)
3. Consolidatie en spitsuur (30 tot 60)
4. Actieve ouderdom (60 tot 80)
5. Intensieve verzorging (80+)
In wetenschappelijk onderzoek wordt vaak onderscheid gemaakt tussen jongere en oude of oudere ouderen; wat zijn oude of oudere ouderen?
Met de ontwikkeling van de moderne samenleving kwam de bekende driedeling in de levensloop (Kohli, 1985). Hoe is die driedeling?
volwassenen: 20-65 jaar.
Ouderen: 65+
Wat is voor mensen zelf vaak een markerende gebeurtenis?
Waarom is de indeling van menselijke levensloop laatste decennia veranderd? Eerst was er de driedeling in levensloop (kind/jeugd, volwassenen, ouderen). Wat is er later gekomen in rapport Verkenning levensloop?
Jongvolwassenheid: 15-30 jaar.
Consolidatie en spitsuur: 30-60 jaar.
Actieve ouderdom: 60-80 jaar
Intensieve verzorging: 80+
Hoe zit het met de toename van de levensverwachting?
- De grootste stijging kwam voor de Tweede Wereldoorlog, met een sterke afname van de kindersterfte.
- Daarna is de levensverwachting met 2 à 3 jaar per decennium toegenomen.
De vijffasen van de levensloop uit het rapport verkenning levensloop heeft ook kritiekpunten. Welke drie?
80+ als intensieve zorg is ook eenzijdig.
Misschien moet er een aparte levensfase bij: 95-100
Hoeveel personen boven de 100 zijn er?
Wat is de klassieke driedeling in de levensloop?
- volwassen: 20-65
- ouderen: 65+
Waardoor is de klassieke indeling in de levensloop veranderd?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden