Arbeidspsychologisch perspectief

24 belangrijke vragen over Arbeidspsychologisch perspectief

Wat betekent het begrip 'leeftijd' volgens de literatuur (Beiere /Kanfer en Schalk/Veldhoven)?

Veroudering is een multidimensionaal proces waarbij onderscheid wordt gemaakt naar:
  1. chronologische leeftijd = kalender leeftijd (maakt verdeling in groepen bv <65> jaar)
  2. psychosociale leeftijd= hoe mensen zichzelf zien en hoe er door maatschappij naar hen gekeken wordt;
  • zich ouder voelen dan chron lft
  • er ouder uitzien dan chron lft
  • zich ouder gedraagt dan chron lft
  • voorkeur voor oudere dan chron lf
3. Functionele lft  is vaak geralateerd aan prestatie

4. Organisatie lft hangt samen met duur dat je in organisatie bent aangesteld
5. Levenslooplft is rol die je in familie hebt (ouder/kind)

Wat wordt in de literatuur (Beier/Kanfer en Schalk/Veldhoven) verstaan onder werkprestatie en welke 3 vormen zijn te onderscheiden

Beier/Kanfer: abstracte definitie; 'totaal van verwachte waarden gedurende de verschillende perioden van iemands carière'. Kan individueel of ook als team of organisatie zijn
Verschillende vormen zijn:
  1. taakprestatie = hoe taak (technisch) wordt uitgevoerd
  2. contextuele prestatie = waarde van de activiteit voor de organisatie op sociaal/psychisch/organisatorisch gebied
  3. contraproductief gedrag = gedrag dat negatieve invloed heeft op werkomgeving zoals niet aan regels houden.

Wat zijn de beperkingen van onderzoek naar oudere werknemers en pensionering (volgens Veldhoven/Beier)?

  1. Veel onderzoek is cross-sectioneel en dus geen oorzaak/gevolg conclusies mogelijk (itt longitudinaal of experimenteel )
  2. Leeftijd heeft meerdere betekenissen (chronologisch, psychosociaal en functioneel) waardoor de onderzoeken moeilijk te vergelijken zijn. (de meeste onderzoeken houden chron. Aan)
  3. Verschillende onderzoekers hebben verschillende betekenissen voor (vroeg-)pensionering.
  4. Er is nog veel vervolgonderzoek mogelijk.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt de Caroll's hiërarchie van cognitieve mogelijkheden in (Beier/Kanfer)? Welke 2 mogelijkheden zijn dat en welke wordt het meeste beïnvloed bij het ouder worden?

1. Uitgekristalliseerde mogelijkheden= kennis opgedaan door (werk)ervaring en opleiding -> neem niet af naar mate men ouder wordt.
2. Vloeibare mogelijkheden = heeft betrekking op probleemoplossen, leren en werkgeheugen-> neem af naar mate men ouder wordt.

Welke (werk-)prestaties worden negatief beïnvloed door hogere leeftijd en welke prestaties worden positief beïnvloed ?

Negatief:
1. Cognitieve prestaties
2. Fysieke prestaties
3. Zintuiglijke prestaties
4. Snelheid
5. Psychomotorische prestaties
1 t/m 3 zijn moeilijk te compenseren
1 t/m 5 zijn eventueel te compenseren dmv anticiperen (door ervaring)

Positief:
1. Emotie regulering
2. Meer kijken naar de pos dan neg dingen
3. Omgaan met stress, meer veerkracht
4. Zoeken beter naar wat bij hen past (SOC en SST)

De intrinsieke motivatie voor routinematige arbeid wordt minder bij ouderen-> beter andere taken, die gerelateerd zijn aan het werk, laten doen (bv opleiden).

Waar moet de aandacht naar uit gaan tav 'ouderen op de werkvloer' als we de theorie van Carstensen (SEST)  en SOC in ogenschouw nemen?

SEST:  ouderen vinden intrinsieke en affectieve (emotionele) beloning/waarde  (bv betekenisvol werk) belangrijker dan extrinsieke beloning (bv salaris, promotie).
SOC:  ouderen ervaren verlies (fys) maar kunnen van belang zijn voor organisaties door hun crystallized intelligence(= ervaring), creativiteit, oplossingsgerichtheid etc.

Wat is een andere term voor rolconflict (combineren werk met familie)? Welke drie vormen van rolconflicten zijn er te  onderscheiden?

  1. Een op tijd gebaseerd WFC (work to family conflict)
  2. Een op spanning gebaseerd conflict (de druk voor het vervullen van verplichtingen voor de ene rol staat die van andere rol in de weg)
  3. een op gedrag gebaseerd conflict (gedrag dat nodig is voor de ene rol staat in conflict met die van de andere rol.)

Het combineren van verschillende rollen is voor bepaalde beroepen gemakkelijker. Waar ligt dat aan?

Bepaalde beroepen geven zoveel voldoening en  energie, zodat deze positieve spillover voortvloeit naar hun familie : Work Family Enhancement (WHE). Dit zijn beroepen
  • van hoger niveau,
  • betrokkenheid in het werk,
  • ruime beslissingsvrijheid,
  • variëteit
  • complexiteit (bv arts)    

Wat houdt de familie- en cariere-ontwikkeling van Allen en Shockley '12 in, die kunnen zorgen voor conflicten tussen zorg- en werktaken?

Familie-ontwikkeling kent verschillende fases:
  1. begin huwelijk
  2. jonge kinderen
  3. schoolgaande kinderen
  4. huisverlatende kinderen
  5. lege nest periode
  6. pensionering
Carrière stadia zijn:
  1. beroepskeuze
  2. binnenkomen in organisatie
  3. begin carrière
  4. midden carrière
  5. einde carrière
Opbouw carrière gaat vaak samen met krijgen/hebben jonge kinderen. Dit zijn vooral de dertigers .

In hoeverrre (6) heeft het 'rolconflict' volgens Shockley meer invloed op vrouwen dan op mannen?

  1. Vrouwen hebben meer verantwoordelijkheid voor zorg voor de kinderen
  2. Ook wanneer beide partners (fulltime) werken
  3. Gedurende levensloop wordt (oa door economisch redenen) voorkeur aan loopbaan van man gegeven.
  4. Loopbaan vrouwen is vaker onderbroken (zwangerschap, zorg kinderen, zorg ouders)
  5. Deze onderbreking kan rol spelen bij timing/planning pensionering
  6. Einde loopbaan is vrouw hierdoor financieel slechter af dan man

Welke maatregelen kunnen werkgevers volgens Shockley nemen, om het ouderen gemakkelijker te maken om werk en familie te combineren ?

  1. Flex time (flex rooster/ uren)
  2. Flex place (telewerken)
  3. reduce hours (minder uren)
  4. Mantelzorgtoeslag/onbetaald verlof
  5. Pensioenplanning (voorbereiden op pensioen)
  6. Levensloopprogramma's (ook met jonge werknemers toekomst bespreken)

Wat is een andere term voor rolconflict (combineren werk met familie)? Welke drie vormen van rolconflicten zijn er te  onderscheiden?

Werk-prive conflict wordt gedefinieerd als een vorm van interrolconflict waarbij de druk van werk en van privé elkaar tegenwerken.

1. Tijdsconflict-> wanneer tijd die wordt besteed aan de ene rol de vervulling van verantwoordelijkheden van de andere rol belemmert.
2. Belastingsconflict-> wanneer de druk van de ene rol het nakomen van verplichtingen inde andere rol in de weg zit. 
3. Gedragsconflict-> gedrag dat nodig is voor de ene rol staat in conflict met die van de andere rol.

Welk 3  fasen zijn er te onderscheiden in het procesverloop van pensionering

  1. Anticipatie-fase (pre-pensioen) = planning rondom stoppen/ opstarten nieuwe loopbaan
  2. actie-fase (pensioenmoment)= daadwerkelijke pensioneringsgedrag
  3. aanpassingsfase (post-pensioen) = aanpassing aan nieuwe situatie

Welke maatregelen worden door werkgevers genomen om te stimuleren om werknemers langer door te laten werken en hoe kijken oudere werknemers aan tegen deze maatregelen ?

Maatregelen: 
  • Ontzie maatregelen (zoals senioren dagen, extra verlof dagen, deeltijdpensioen) worden het meest toegepast
  • Ontwikkeling medewerkers zoals stimuleren scholing naar andere baan/taak, omscholing, taakverbreding en taakrelatie worden veel minder toegepast, vooral in kleinere bedrijven.
Werknemers:
  • Ontzie maatregelen worden meer gezien als een manier om toe te werken naar pensioen dan om langer doorwerken te stimuleren.   
  • Demotie (overstap naar minder zwaar werk) wordt zowel positief als negatief ervaren. Positief is minder uitputting. Negatief is ontevredenheid met aangepast functie 

Hoe heeft veroudering impact op werkprestaties? (cognitieve vaardigheden)

Oudere en jongere werknemers presteren op hetzelfde niveau. Dragen bij aan een goede werksfeer.
De werking van cognitieve verwerkingsprocessen neemt met leeftijd af -> heeft dus invloed op het vermogen om taken snel en accuraat uit te voeren.

Hoe heeft veroudering impact op de werkgerelateerde gezondheid en het welbevinden van werknemers?

-De relatie tussen leeftijd en welbevinden is curvilineair. (U-shape of de curve) -> waarbij jonge en oude werknemers een hoger welbevinden ervaren dan de werknemers in het midden van het leeftijdsspectrum.
-Oudere werknemers rapporteren meer (intrensieke) werktevredenheid dan jongere werknemers.
-Er is een positieve samenhang tussen leeftijd en bevlogenheid.

Wat houdt het Healthy worker effect/survival in?

Het houdt in dat werknemers de werkplek verlaten wanneer zij last hebben van gezondheidsklachten. BV. verpleegkundigen die door bijvoorbeeld rugklachten ontwikkelen en daardoor een kantoorbaan nemen.

Wat houdt Carrolls hiërarchie van cognitieve vermogens in?

Gf fluïde vermogens-> het vermogen nieuwe kennis op te doen en nieuwe problemen op te lossen. Dit neemt in de late adolescentie en vroege volwassenheid af.

Gc gekristalliseerde vermogens -> kennis verworven door scholing. Dit neemt juist met ouder worden toe. Prestatie bestaat uit verschillende onderdelen en hoeft niet alleen betrekking te hebben op individuele werknemers, maar kan ook van toepassing zijn op teams en organisaties

Welke factoren dragen bij aan de beslissing van werknemers om met (vroeg) pensioen te gaan en wat mogelijke consequenties van pensionering zijn voor de gezondheid en het welbevinden?

-Individuele factoren: gezondheid, economische situatie en geslacht. Persoonlijkheidskenmerken zoals zelfvertrouwen, werkcentraliteit en attitudes tegenover pensionering.
-Contextuele factoren: organisatie- en interpersoonlijke variabelen.

Welke twee ontwikkelingen hebben de betekenis van pensionering sterk veranderd?

De pensioenleeftijd is omhoog gegaan.
-Behoefte aan flexibiliteit ->(deeltijdpensioen).

Welke factoren spelen een rol in de individuele intentie om langer door te werken na de pensioenleeftijd?

zelfbeeld: waarden en overtuigingen gerelateerd aan de huidige situatie.
-het toekomstbeeld:
-actieplannen: plannen voor de toekomst.
-meesterschap
-leergierigheid
-sociale context

Welke interventies/ initiatieven kunnen organisaties treffen voor balans tussen werk en privé bij ouderen?

-flexibele werkregelingen (flexibele werktijden, thuiswerken, parttime of korter werken)
-zorgondersteuning (de regeling betreft alle diensten, middelen, regelingen of subsidies die steunend zijn voor werknemers die de zog hebben voor personen die van hen afhankelijk zijn).

Wat houdt de theory of age, adult development and work motivation in?

Kanfer en Ackerman -> motivatie  is een gezamenlijke functie van leeftijdsgebonden veranderingen in de competenties van de werknemer ten opzichte van de eisen van het werk en leeftijdsgebonden veranderingen in de waarde die aan werkresultaten worden gehecht.

-werkmotivatie vn leeftijdgebonden veranderingen in vermogens, kennis en vaardigheden moeten worden gezien in de context van de functie-eisen van de werknemer.
-invloed betreft leeftijdgerelateerde veranderingen in de waarde die wordt gehecht aan variabelen van de werkomgeving en op organisatie niveau.

Een model met vijf latente klasse leek het best aan te sluiten bij de data.

Welke klasse?

Wat zijn de resultaten?

Ouder, lage belasting
Ouder, gemiddelde belasting
Ouder, hoge belasting

Jonger, lage belasting
Jonger, hoe belasting

Significante verschillen voor alle variabelen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo