Sociaal netwerk en persoonlijke relaties - netwerken van ouderen in de eenentwintigste eeuw

5 belangrijke vragen over Sociaal netwerk en persoonlijke relaties - netwerken van ouderen in de eenentwintigste eeuw

Waarin verschillen ouderen van nu met die van vorige cohorten waardoor hun netwerken verbeterd zijn en wat postieve gevolgen kan hebben voor soc participatie en ontvangen van steun/zorg?

- hoger opgeleid
- langer doorgewerkt
- vaker vrienden in hun netwerk
- meer gebruik van internet

Welke 3 belangrijke veranderingen in netwerkopbouw onder ouderen sinds de jaren 90 hebben zich voorgedaan?

1. Langer doorwerken, hoger opgeleid zijn en later verweduwd raken.
2. Culturele ontwikkelingen maken vriendschappen belangrijker, zorgen voor meer echtscheidingen en daarmee stiefgezinnen.
3. Toetreding van een groeiende groep ouderen tot het internet waarop een netwerk wordt opgebouwd of bijgehouden.

Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) onder ouderen eind 20e eeuw en ouderen begin 21e eeuw.

Hebben ouderen van begin 21 eeuw andere kenmerken dan ouderen eind 20e eeuw? 

  • Nieuwe generatie
  • Culturele ontwikkelingen
  • Relatienetwerken
  • Internet 

  • Nieuwe generatie is hoger opgeleid, werkt langer, later weduwe, meer chronische aandoeninge (minder beperkingen).

  • Culturele ontwikkelingen: vriendschappen zijn belangrijker, vaker echtscheiding, vaker hertrouw en stiefgezinnen.

  • Relatienetwerken zijn verbeterd waardoor betere participatie in sociale relaties, meer steun en zorg en minder eenzaamheid.

  • laag opgeleide, alleenstaande ouderen met goede cognitieve en fysieke vermogens vaker internet: e-mail, bankieren, info zoeken, sociale netwerken
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het gevolg van culturele ontwikkelingen in de samenleving?

vriendschappen zijn bealngrijker
meer ouderen hebben echtscheiding meegemaakt
vaker sprake van hertrouw en stiefgezinnen.

Wat is bekend over internetgebruik onder ouderen?

  • 2001: 10%, 2012: 29% -> vooral laag opgeleiden, alleenstaanden, ouderen met cognitieve en fysieke vermogens
  • social media: 2012: 43% 55-65, 24% 65-75. 2015: 70% 55-65 en 49% 65-75.
  • steeds meer online relatienetwerken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo