Biologische veroudering en leeftijdsgerelateerde aandoeningen - PDF : Happy and healthy ageing: een gezondheidspsychologisch perspectief - Vragen PDF

10 belangrijke vragen over Biologische veroudering en leeftijdsgerelateerde aandoeningen - PDF : Happy and healthy ageing: een gezondheidspsychologisch perspectief - Vragen PDF

Meer concreet beschrijven zowel Borman en Motowidlo (1993, geciteerd in Beier en Kanfer ,2013, p. 101) als Rotundo en Sackett (2002, geciteerd in Schalk en van Veldhoven, 2010, p. 87) dat werkprestatie uiteenvalt in:

  • Taakprestatie:
    Wat betrekking heeft op het uitvoeren van taken die bijdragen aan de technische kern van de organisatie;

  • Contextuele prestatie:
    Wat gaat over activiteiten die waardevol zijn voor de organisatie door hun invloed op de psychologische, sociale en organisatiecontext van het werk, zoals burgerschapsgedrag binnen organisaties (organisational citizenship behaviour);

  • Contraproductief gedrag:
    Wat bestaat uit gedragingen die een negatieve invloed hebben op werkomgevingen, zoals het negeren van regels en procedures.
Bij contraproductief gedrag is niet sprake van werkprestatie in de positieve zin van het woord. Dit gedrag is (vanzelfsprekend) onwenselijk voor organisaties.

Verschil tussen SEST en SOC in het werkveld

SEST gaat over doeloriëntatie. In SEST staat centraal dat oudere werknemers in vergelijking met jongere werknemers andere, betekenisvolle doelen nastreven.
Het soc-model gaat over omgaan met verlies van mogelijkheden.

Welke beperkingen kent het onderzoek naar leeftijd in relatie tot werk en pensionering (Beier en Kanfer, 2013 als Schalk en van Veldhoven, 2010)?

In Beier en Kanfer , 2013 als Schalk en van Veldhoven, 2010), zijn:
  • Veel studies zijn cross-sectioneel. Hierdoor kunnen nauwelijks uitspraken worden gedaan over causale (oorzaak-gevolg) verbanden.
  • Leeftijd heeft meerdere betekenissen. Psychologische leeftijd en chronologische leeftijd zijn inhoudelijk verschillend en in verband gebracht met verschillende andere variabelen. In de meeste studies wordt alleen gekeken naar chronologische leeftijd.
  • Er is geen consensus tussen onderzoekers over de betekenis van (vroege) pensionering.
  • Er zijn inhoudelijk nog veel mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

‘Zoals u weet, hebben wij vrij veel oudere werknemers in dienst. Een groeiend aantal werknemers verleent mantelzorg aan ouders. Dit combineren zij vaak met de zorg voor nog inwonende kinderen. Ik vang wel signalen op dat deze werknemers moeite kunnen hebben met onze roosters. Wanneer ze bijvoorbeeld een avonddienst moeten werken, kunnen ze niet koken voor hun ouders.’


Vraag 1. Van welk soort rolconflict is hier sprake? Maak bij de beantwoording van deze vraag gebruik van de informatie uit Allen en Shockley (2012).


Er is sprake van een op tijd gebaseerd WFC (work to family conflict). De tijd die werknemers besteden aan hun werk staat het vervullen van de verantwoordelijkheid om te koken voor ouders in de weg.



Andere soorten rolconflicten zijn (Greenhaus en Buetell, 1985, geciteerd in Allen en Shockley, 2012, p. 521):
  • Een op spanning gebaseerd conflict waarbij de druk in een rol het vervullen van verplichtingen in een andere rol in de weg staat
  • Een op gedrag gebaseerd conflict waarbij gedragingen die nodig zijn voor een rol incongruent/onverenigbaar zijn met de gedragingen die nodig zijn voor een andere rol.

‘Wanneer ik kijk naar de grote lijn, zijn ook wel verschillen tussen beroepsgroepen zichtbaar in het combineren van rollen. De artsen zijn bijvoorbeeld vrij positief over het combineren van werk en zorgtaken. De voldoening en energie die zij uit hun werk halen, zou volgens hen helpen bij het volbrengen van zorgtaken.’

Vraag 3. Hoe benoemt u de rolsituatie van de artsen? Waarom? Maak in uw antwoord gebruik van informatie uit Allen en Shockley (2012).  

De artsen in het voorbeeld lijken work to family enhancement (WFE) te ervaren. “Er is een positieve spillover van voldoening en energie uit het werk naar het familiedomein”

Hoe denken De Lange, Ybema en Schalk (2011) over ontziebeleid?


  • De Lange, Ybema en Schalk benadrukken dat ‘ontziemaatregelen, die erg populair zijn bij werkgevers, meer een stap richting pensionering lijken te zijn dan dat zij gericht zijn op duurzame inzetbaarheid’.



  • Onderzoek laat zien dat fysieke ontziemaatregelen bij werknemers zorgen voor bijvoorbeeld minder uitputting, maar ook minder tevredenheid.

Als ouderen pas op 75 jarige leeftijd en ouder gaan bewegen, is er nog steeds een toename in de levensverwachting. Wat beïnvloedt beweging ook?

Beloop van chronische aandoeningen en verkleint risioc op valincidenten

Review van Lafortune naar invloed van leefstijlgedrag van volwassenen tussen 40 en 64 jaar op gezondheid.

Wat kwam daaruit?

De meeste studies vonden een positief effect van beweging op gezondheid naarmate men ouder word.

Waarom is het voor ouderen juist goed om gezond te eten?

  • Levert gezondheidswinst op
  • vatbaar voor tekort aan voedingsstoffen en voedselinfecties

Wat adviseert De Gezondheidsraad gezonde volwassenen met alcoholgebruik? En wat wordt ouderen geadviseerd?

Volwassenen: niet meer dan een glas alcohol.

Ouderen: geen aparte richtlijnen, maar ouderen verdragen alcohol slechter.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo