Intelligentie - Niveauonderzoek bij bijzondere categorieën mensen

6 belangrijke vragen over Intelligentie - Niveauonderzoek bij bijzondere categorieën mensen

Waarom is het lastig om kinderen te onderzoeken met een zintuiglijke of motorische beperking?

  • De cognitieve ontwikkeling heeft niet kunnen verlopen zoals bij ongestoorde functies het geval is, waardoor bepaalde indrukken en ervaringen ontbraken. 
  • Het uitdrukken en uitvoeren wordt belemmerd door deze beperking.

Hoe kan iemand met een verstandelijke beperking en een functiebeperking onderzocht worden?

  • Er bestaan een aantal aparte instrumenten voor Nederland
  • Soms kunnen delen van een test gebruikt worden, sowieso de observaties, sociale redzaamheidsdomeinen zijn belangrijker. 
Er kan geen echt specifiek/begrensd niveau bepaald worden, meer een schatting van het niveau van functioneren. 

Wat kan gebruikt worden bij het onderzoeken bij kinderen die ernstig slechtziend of blind zijn?

  • Performale onderdelen zijn lastig en kunnen niet gebruikt worden. 
  • Verbale test wel (maar nooit helemaal verbalistisch): bv. Vocaliseert vier verschillende lettergrepen en zegt twee verschillende toepasselijke woorden uit de BSID-II. Cijfers nazeggen en Raadseltjes uit de GOS en de verbale subtests uit de Wechslertests.
  • Aangepaste tests: BOS 2-30 is aangepast voor slechtziende kinderen, Reynell-Zinkin Developmental Language Scales voor kinderen met visusproblemen, BSID-II-Low Vision.
  • Speciale test: ITVIK.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat kan gebruikt worden bij de peiling van de sociale redzaamheid bij verstandelijk beperkte personen die slechtziend of blind zijn?

De SRZ, SMZ )grove motoriek) en SGZ lijken dezelfde resultaten op te leveren, dus die kunnen goed gebruikt worden. Persoonlijkheidsonderzoek is echter niet mogelijk, alleen de TVZ.

Wat is mogelijk qua onderzoek bij mensen met een verstandelijke beperking en een motorische beperking?

  • Arm- en handmotoriek is aangedaan: performale deel valt gedeeltelijk uit, maar er blijven meer subtests over dan bij dove of blinde kinderen.
  • Als ook de mondmotoriek is aangetast dan is jaknikken en neeschudden mogelijk of kleine bewegingen, mimische veranderingen of geluidjes bij ernstig meervoudig beperkte mensen.
  • Low-motor versie van de BSID-II: ontwikkelingsbereik van 12 tot 42 maanden. Materiaal is vergroot en toegevoegd. De blikrichting van het kind is een belangrijke responsmogelijkheid.
  • Ook de computer kan helpen, maar nog geen standaardisering en normering. 

Wat is mogelijk als de sociale redzaamheid gepeild wordt bij mensen met een motorische beperking en een verstandelijke beperking?

De SRZ, SMZ en SGZ vallen uit op grove motoriek en zelfredzaamheid (mensen met rolstoelen, zonder duidelijke motorische beperkingen in het mondgebied). Persoonlijkheidsonderzoek is alleen mogelijk als de arm-/handmotoriek en de mondmotoriek niet te zeer zijn aangetast. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo