Intelligentie - Intelligentietests - De WISC-III
7 belangrijke vragen over Intelligentie - Intelligentietests - De WISC-III
Hoe kan de WISC-III gebruikt worden bij verstandelijk beperkte mensen?
- VIQ: verbale schaal: Informatie, Overeenkomsten, Rekenen, Woordkennis, Begrijpen, (Cijferreeksen, evt. i.p.v. andere subtest)
- PIQ: performale schaal: Onvolledige tekeningen, Substitutie, Plaatjes Ordenen, Blokpatronen, Figuur leggen, (Symbolen Vergelijken), (Doolhoven, evt. i.p.v. andere performale subtest)
- Verbaal begrip: Informatie, Overeenkomsten, woordkennis, begrijpen
- Perceptuele organisatie: OT, PlaatjesO, blokpatronen, Figuur leggen.
- Verwerkingssnelheid: Substitutie, symbolen vergelijken
Hoe ziet de getrapte wijze van Kaufmann van de interpretatie van de WISC er uit?
- Het TIQ alleen interpreteren als er geen verschil is in PIQ, VIQ en subtestscores.
- Als er een verschil is tussen PIQ en VIQ vraag dan af of dit reëel is, verschil komt vaak voor.
- Wat betekenen verschillen tussen subtestresultaten (normscores).
- Factoranalyse: verbaal begrip, perceptuele organisatie en verwerkingssnelheid, ook dit kan significant verschillen (10 punten VB-PO en VB-VS, 11 punten PO-VS). Maar niet als de subtests afwijken.
- Als de subtests afwijken interpretatie in termen van specifieke vaardigheden. Voorzichtigheid gediend.
Hoe ziet de indeling van Bannatyne eruit wat betreft de interpretatie van de WISC (kinderen met leerstoornissen)?
- Verbal Conceptualization Ability: BG, OV, WO (vermogen). Taalvaardigheden en ontwikkeling.
- Spatial Ability: OT, BP, FL. Ruimtelijk manipuleren op concrete wijze.
- Sequencing Ability: RE, CR, SU. Vermogen in reeksen te denken, stimuli moeten korte tijd onthouden worden. Identiek aan vrijheid van afleidbaarheid.
- Acquired Knowledge: IN, RE, WO (feitelijke kennis). Het kennen en kunnen, wat heb je thuis en op school eigen gemaakt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het ACID profiel bij de WISC interpretatie?
Wat zijn mogelijke hypothesen op basis van de WISC resultaten van de subtests?
Langdurige input: IN, RE, BG - Versus - korte input: OV, WO, CR
Omstandig antwoord: OV, WO, BG - Versus - kort respons: IN, RE, CR
Reproduceren: BP, SU - Versus - problem solving: OT, PO, FL, DH
Concrete voorstelling: OT, PO, FL - Versus - abstract stimuli: BP, SU
Visueel-motorische coordinatie: BP, FL, SU, DH - Versus - organisatie van waarneming: OT, PO
Crystallized: IN, OV, WO, BG, PO - Versus- fluid: PO, BP, FL, OV, RESequentiele informatieverwerking/korte termijn verwerving (Gsm): RE, CR - Versus - Snelheid (Gs) waarin persoonlijkheid centraal staat: SU, SV, FL.
Wat zijn de moeilijkste WISC subtests voor kinderen met een verstandelijke beperking en hoe ziet de factorstructuur er voor hen uit?
Hoe zien de resultaten van de WISC er over het algemeen uit bij verstandelijk beperkte kinderen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden