Classificatie met de DSM-IV-TR en aansluitend instrumentarium - De definiering van een verstandelijke beperking en van zwakbegaafdheid

9 belangrijke vragen over Classificatie met de DSM-IV-TR en aansluitend instrumentarium - De definiering van een verstandelijke beperking en van zwakbegaafdheid

Wat zijn de basiscriteria van een verstandelijke beperking volgens 'manual on terminology and classification in mental retardation' en wat is het verschil met een leerstoornis?

  1. Significantly subavarage intellectual functioning: intelligentiecriterium;
  2. Substantial limitations in adaptive skills: sociale zelfredzaamheidcriterium;
  3. Beiden tekorten moeten voor 18e jaar gemanifesteerd zijn.
Een leerstoornis kan apart voorkomen, dan voldoet iemand alleen aan criterium 1, bij een vb moet aan beide criteria voldaan worden.

Wat is een praktische indeling van niveau van sociale zelfredzaamheid volgens de AAMR en wat is het nadeel hiervan?

  • Intermittent: hulp/ondersteuning naar behoefte en kortdurend;
  • Limited: regelmatige hulp/ondersteuning, maar weinig intensief;
  • Extensive: regelmatig en matig intensief;
  • Pervasive: voortdurend en intensief.
Onbetrouwbaar en vaag.

Welke indeling van een verstandelijke beperking gebruiken de DSM-IV en de ICD-10?

  • Mild (licht): 85% van de gevallen hoort hieronder;
  • Moderate (matig): 10%;
  • Severe (ernstig): 3-4%;
  • Profound (diep): 1-2%.

  • ICD-10: overige zwakzinnigheid: wanneer het vaststellen van de mate van zwakzinnigheid bemoeilijkt wordt door bijkomende stoornissen of beperkingen, zoals op motorisch gebied.
  • ICD-10: niet gespecificeerde zwakzinnigheid: aanwijzingen voor een vb, maar dit is niet onder te brengen in een van de categorieen.

  • DSM-IV: Zwakzinnigheid, ernst Niet Anderszins Omschreven (zie ICD-10);
  • DSM-IV: tussencategorie: Zwakbegaafdheid: Borderline Intellectual Functioning: Grens- of overgangsgebied tussen vb en normaliteit. IQ-71-84, 1SD onder gemiddelde waardoor ze hulp krijgen wanneer nodig.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het nadeel van de categorieën 'overige en/of niet gespecificeerde zwakzinnigheid' en wat is een betere categorie?

Het nadeel is dat er moeilijk onderscheid gemaakt kan worden tussen deze twee categorieën. Daarnaast bieden ze ontsnapping: te snel in deze gemakkelijke categorie plaatsen waardoor niet preciezer wordt gekeken. 
Beter is om een categorie 'Nog niet gespecificeerde zwakzinnigheid' te gebruiken, dus verplichting om dit later nog vast te stellen.

Wat zijn de prevalentiecijfers van een verstandelijke beperking?

1,5:1 (jongens:meisjes). Ruim 1% van de bevolking heeft een verstandelijke beperking,maar er zijn veel niet herkende personen. In prevalentieonderzoeken is het voorkomen vaak lager van 1%.

Waarom is een klinische indruk van belang bij het vaststellen van een verstandelijke beperking?

De klinische indruk geeft een persoonlijke indruk van iemand niveau, zoals ook de ouders en andere betrokkenen dit zien. Er is echter vaak een discrepantie met het IQ. Bv. 10-jarige wordt ook zo beleefd en benaderd terwijl ze functioneert als 7-jarige.

Waarom is het onderscheid in categorieën verstandelijke beperking (zoals diep en ernstig) van belang?

  • Tussen niveaus zijn er grote verschillen in behoefte om hulp
  • Epilepsie komt meest vaak voor bij diepe en ernstige vb
  • Downsyndroom (DS) vaak ernstig of matige vb
  • PDD komt 10% voor bij diep en ernstige vb en 20% bij matige vb. Bij mensen met DS komt PDD minder vaak voor bij ernstig en matig, maar hetzelfde bij diep. 
  • Familiaire verstandelijke beperking komt met name voor bij licht verstandelijk beperking.

Wanneer kun je niet zomaar de gegevens van IQ/zelfredzaamheid interpreteren bij een test voor verstandelijk beperkten?

  • Als er een disharmonie is in het intelligentie en/of sociale redzaamheidsprofiel. Je kunt dan beter kijken naar de subtest-resultaten dan naar de totaalscore van IQ/zelfredzaamheid.
  • Als een persoon diep verstandelijk beperkt is en 8 jaar of ouder is. Je kunt dan beter de ontwikkelingsleeftijd gebruiken in de vorm van een leeftijdsequivalent

Hoe kun je het beste sociale zelfredzaamheid meten?

Met een sociale quotient (SQ). Bijvoorbeeld door middel van een test/vragenlijst, zoals de VABS (Vineland Social Maturity Scale). Dit bestaat nu echter niet voor Nederland.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo