Samenvatting: Handboek Psychodiagnostiek Voor De Hulpverlening Aan Kinderen | 9789058980328 | Th Kievit, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen | 9789058980328 | Th. Kievit, J.A. Tak en J.D. Bosch (red.).
-
1 theoretische achtergronden van klinische diagnostiek
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke twee theorieën vormen samen een theorie van het individuele geval?
De ontstaanstheorie en de behandelingstheorie.
Ontstaanstheorie: welke problemen spelen er, wat zijn mogelijke oorzaken, hoe worden ze beïnvloedt.
Behandelingstheorie: zorgen dat het behandelplan op inzichtelijke manier aansluit bij verklaring van problematiek.
-
Wat zijn de kenmerken van het psychodynamische model?
- Gericht op intrapsychische ontwikkeling.
- Freud: id, ego en superego.
- Fixatie (stagnatie in periode) en regressie (terugval).
- Onderzoeksmethoden: anamnese projectieve technieken, observatie, interview ouders.
-
Wat zijn de kenmerken van het gedragstherapeutische model?
- Probleemgedrag bestaat omdat het bekrachtigd wordt.
- Essentieel is de functieanalyse: beschrijving van probleemgedrag en welke factoren dit gedrag uitlokken en/of in stand houden.
Zie evt. aantekeningen vak Behandeling.
-
De afweging wat 'normaal' is speelt belangrijke rol bij diagnostiek. Diagnosticus kan bv. andere mening over normaliteit hebben dan hulpvrager. Welke 4 opvattingen m.b.t. normaliteit worden onderscheiden?
- Afwezigheid van stoornissen.
- Statistisch gegeven.
- Ideale/gewenste toestand.
- Succesvolle adaptatie (= wisselwerking tussen individu en omgeving).
-
Welke twee soorten criteria van normaliteit worden onderscheiden?
- Kwantitatieve criteria.
Betrekking op: frequentie, duur, intensiteit en omvang van probleem gedrag. - Kwalitatieve criteria.
Betrekking op: aanwezigheid van lijden, belemmeringen in adaptief functioneren (biopsychische sfeer, psychisch en sociaal functioneren), aanwezigheid van klinische syndromen.
Deze twee soorten criteria worden naast elkaar gehanteerd.
- Kwantitatieve criteria.
-
Waar staat klinisch pluralisme voor?
Het feit dat een diagnosticus put uit een grote hoeveelheid geldende wetenschappelijke theorieën en een grote hoeveelheid ervaringen. De diagnosticus is niet gebonden aan één model.
-
1.1 Inleiding
-
Waarom gaan mensen naar een hulpverlener en niet (meer) naar bekenden voor hulp?
We verwachten dat de professionele hulpverlener vanwege zijn opleiding de ervaring de beschikking heeft over vakkennis, vaardigheden en technieken die nodig zijn om psychische problemen of opvoedingsproblemen te analyseren en aan een oplossing ervan bij te dragen.
-
1.2 Alledaagse en professionele hulp
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Met welke twee eisen heeft de professionele hulpverlener te maken?
Disciplinering en explicitering -
Welke drie verschillen zijn er tussen professionele en alledaagse diagnostiek
- Relatie tussen hulpverlener en hulpvrager
- Specifieke vaardigheden/kennis op methodisch, diagnostisch en therapeutisch gebied
- Aard van de kennis die toegepast wordt
-
1.3 Het proces van diagnostiek en hulpverlening
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Regulatieve cyclus: Probleemherkenning
Wat is het probleem? Hoe ernstig is het? Wat is de motivatie van de hulpvrager?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Handboek Psychodiagnostiek Voor De Hulpverlening Aan Kinderen
-
Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - Formele aspecten van diagnostiek
-
Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - theoretische aspecten van diagnostiek
-
Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - Praktische aspecten van klinische diagnostiek
-
Theoretische achtergronden van klinische diagnostiek - Conclusie: naar een gedisciplineerde en pluralistische praktijkvoering
-
De praktijk van de hulpverlening en het gebruik van de regulatieve cyclus
-
Het gebruik van onderzoeksmiddelen - Enkele uitgangspunten voor informatieverwerking binnen de hulpverlening
-
Het gebruik van onderzoeksmiddelen - Enkele onderscheiden tussen soorten instrumenten ermee verkregen informatie
-
Het gebruik van onderzoeksmiddelen - Volgorde van handelingen
-
Het diagnostisch interview met de ouders
-
Het diagnostisch interview met het kind - Werktheorieën die de vorm van het interview bepalen - Invloed van stijl, setting en context
-
Het diagnostisch interview met het kind - Werktheorieën die de vorm van het interview bepalen - Theorieën over de verbale en non-verbale communicatie aspecten van het diagnostisch interview
-
Het diagnostisch interview met het kind - Werktheorieën die de vorm van het interview bepalen - Theorieën over de invloed van de eigen persoonlijkheid van de interviewer en diens attitudes
-
Het diagnostisch gezinsinterview
-
Systematische Gedragsobservaties in dagelijkse situaties
-
Individueel Testonderzoek bij Kinderen - De plaats van ITO binnen het hulpverleningsproces - Bij welke vragen is een adequaat onderzoeksmiddel?
-
Individueel Testonderzoek bij Kinderen - Van probleem naar testbatterij - De analyse van de mogelijkheden voor onderzoek bij het kind
-
Individueel Testonderzoek bij Kinderen - Opmerkingen over het analyseren van de testuitslagen
-
Achtergronden en gebruik van vragenlijsten voor het vaststellen van emotionele en gedragsproblemen bij kinderen - Het gebruik van vragenlijsten
-
Verslaglegging en dossiervorming - Dossiervorming
-
Diagnostiek van functioneel en disfunctioneel ouderschap
-
Intelligentieonderzoek
-
Leergeschiktheid, leertest en Onderwijs - toepassing van leertests en stimuleringsprogramma's
-
Diagnostiek bij kinderen vanuit een ontwikkelingsneuropsychologische benadering
-
Diagnostiek van de sociaal-emotionele ontwikkeling